Vandaag kwamen in Namen zo’n 4500 betogers bijeen voor de derde dag van de actieweek voor koopkracht. Dat was zowat het dubbele van wat werd verwacht. Ook in Namen bleek de actiebereidheid van de basis en de woede onder een brede laag. Dat bleek onder meer toen de betogers voor het Waalse parlement stonden, waar een binnenplein even werd bezet. Ook voor de zetel van de Waalse regering werd actie gevoerd.
Zoals in de andere steden bleek er een grote woede aanwezig te zijn, maar ook een gevoel van trots omdat de opeenvolgende betogingen telkens een groot succes zijn geworden. De verhalen van de betogers getuigen van het feit dat er een breed ongenoegen is. Naar aanleiding van de betoging in Hasselt maakte de lokale editie van De Standaard daar terecht de volgende opmerking: “Is het leven duurder geworden of niet? Grootverdieners menen van niet, zowat elke burger zonder indrukwekkend loon voelt van wel.”
Op de betoging kwamen die “gewone burgers” aan bod. Een gepensioneerde vertelt ons dat hij op het einde van de maand soms naar zijn kinderen moet stappen om hen te vragen om bij te springen, dat is uiteraard vernederend. Een arbeiders vertelt ons dat hij het beu is dat de discussies maar blijven gaan over het communautaire. De gezichten zijn anders op de verschillende betogingen (niet altijd overigens, we zagen ook heel wat Luikse militanten op de betoging in Namen), maar de vastberadenheid is dezelfde. Ook hier waren er weer heel wat jongeren aanwezig, zowel vakbondsmilitanten als jongeren die uit solidariteit bij de betoging aansloten. Zo spraken we met enkele scholieren die vlak voor hun examen nog rap even kwamen betogen.
Er kwam vanop het podium heel wat kritiek op Philippe Defeyt die had beweerd dat er geen daling van de koopkracht is op langere termijn. Volgens zijn studie op basis van 13 courante consumptiegoederen, is er bij slechts 3 meer arbeidstijd nodig om voldoende verdiend te hebben om het te kopen. Hij maakte een vergelijking met 25 jaar geleden. Maar als hij de situatie van toen vergelijkt met vandaag, vergeet hij heel wat zaken. De openbare diensten waren toen goedkoper (niet geprivatiseerd) en we produceren meer op een zelfde tijd door het opdrijven van de productiviteit. Thierry Bodson wees erop dat vandaag meer gepensioneerden, werklozen en uitkeringstrekkers afhankelijk zijn van het OCMW. De heer Defeyt zou dat overigens kunnen weten als voorzitter van het OCMW van Namen (Defeyt is lid van Ecolo). Bodson voegde er nog aan toe: “We moeten gehoord worden, we zullen de mobilisaties niet stoppen vooraleer de eisen zijn ingewilligd.” Hij had het over eisen als een verhoging van de brutolonen, verhoging van de minimumlonen en verlagingen van de BTW op energie, gefinancierd door de winsten van Electrabel.
De ACV-collega van Bodson stelde: “Het moet gedaan zijn met een regering die zich beperkt tot institutionele zaken, terwijl de winsten nog nooit zo groot waren en het VBO durft te spreken van syndicale hysterie over de koopkracht. Zij weten niet wat het kost om te gaan winkelen, zij sturen hun chauffeur.” Hij vervolgde met de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront. De toespraken werden afgesloten met een duidelijke oproep: “Er is geld genoeg. Als er niets verandert, zullen we naar het VBO trekken.”
Militanten van LSP/MAS kwamen tussen met een kleine delegatie. We verkochten 48 exemplaren van ons maandblad. Ons pamflet werd goed onthaald en meerdere betogers kwamen na het lezen van het pamflet ons blad vragen. Sommigen kwamen discussiëren om zelf mee actief te worden. Hierdoor was onze ploeg tegen het einde van de betoging reeds uitgebreid!