Your cart is currently empty!
Sri Lanka. Verkiezingen tegen achtergrond van geweld
Bij de provinciale verkiezingen in het Oosten van Sri Lanka was er massale fraude en beïnvloeding van het stemmen. Van de dag dat de kandidaten werden bekend gemaakt tot de dag van de verkiezingen, 10 mei, was er een openlijke campagne van terreur en intimidatie door gewapende groepen die de regering steunen.
Op 25 april werd één van de leiders van de United Socialist Party (de tegenhanger van LSP in Sri Lanka), S. Nagularaja die kandidaat was voor de USP, fysiek aangepakt in de stad Batticaloa. Een groep gewapende mannen viel hem aan terwijl honderden omstaanders dit zagen gebeuren. De omstaanders durfden niet te reageren omdat ze bang waren voor het geweld. Na het incident werd een klacht ingediend op het politiekantoor van Batticaloa. De agenten deden er meer dan vier uur over om de klacht te noteren. En zelfs dat gebeurde pas na een tussenkomst van het nationaal secretariaat van de USP in Colombo. Tot nu toe werd door de politie geen enkel onderzoek gedaan naar de feiten. Dat is slechts één van de vele incidenten tijdens de verkiezingsperiode in het oosten van Sri Lanka.
Als er vrije en eerlijke verkiezingen hadden plaatsgevonden in het Oosten, dan had de heersende United People’s Freedom Alliance (UPFA) ongetwijfeld een nederlaag geleden. Alle intimidatie en geweld moest er voor zorgen dat de oppositie geen goede scores behaalde. De USP slaagde er toch in om een belangrijk aantal stemmen te halen. Er waren verkiezingen in 10 kiesdistricten en de USP slaagde erin om de burgerlijke JVP in vijf ervan te verslaan. De JVP kent een crisis na een afsplitsing, het is een voormalige linkse groep die opschoof naar een Sinhalees-chauvinistische positie overgoten met een poging tot “linkse” retoriek. De JVP telt 39 parlementsleden, waaronder 2 uit het oosten. In Trancornalee (in het district Mutur) kwam de USP als derde naar voor op 12 partijen.
In de Oostelijke provincie zijn er drie districten – Trincomalee, Batticaloa en Ampara. Na de incidenten in Batticaloa en Ampara, waren de kandidaten van de USP daar niet in staat om hun campagne vrij verder te zetten. Dat had natuurlijk een impact op het resultaat in die districten. In het district Trincornalee konden we wel wat campagne voeren en haalden we 1.309 stemmen. In Batticaloa haalde de USP 943 stemmen en in Ampara 296. In Ampara is er een nieuwe laag van leden in onze partij, maar het aantal stemmen was beperkt door de harde concurrentie tussen de grote rivaliserende nationalistische formaties en een groep met NGO-steun die tegen ons opkwam.
De UPFA van president Rajapakse vormde een alliantie met de TMVP, een afsplitsing van de Tamil Tijgers uit 2004 die nadien een alliantie vormde met de regering. Op 16 mei werd S. Chandrakanthan, beter gekend als Pillaiyan, de leider van de gewande vleugel van de TMVP, aangesteld als de nieuwe centrale minister van de oostelijke provincie. De provinciale raad zal de belangen van de werkende bevolking niet opnemen en het is niet duidelijk hoe iemand als Pillaiyan, die dan wel zelf Tamil is, de belangen van de gemeenschappen in de provincie zal verdedigen.
Ondanks alle geweld en intimidaties, toonden de resultaten aan dat er een ruimte is voor een links socialistisch alternatief op de gevestigde partijen van de UNP en de UPFA, maar ook het nationalistische JVP. Naast het Sinhalees nationalisme van de regeringspartij en de JVP waren er ook regionaal nationalistische campagnes van de TMVP en de SLMC. De campagne van de linkse socialisten was belangrijk om daar tegen in te gaan. Een nieuwe laag in deze regio is op zoek naar een links alternatief waardoor er een enorm potentieel is om de United Socialist Party verder uit te bouwen.