Your cart is currently empty!
Wanneer volgt onze koopkracht?
Recordwinsten en recordprijzen
Terwijl wereldwijd centrale banken miljarden dollars en euro in de economie pompen om het financiële systeem te redden, moeten de arbeiders en hun gezinnen niet op eenzelfde vrijgevigheid rekenen. Aan ons zijn de waarschuwingen gericht dat de prijsstijgingen zeker niet mogen leiden tot hogere lonen, want dit zou de prijsstijgingen alleen maar verder in de hand werken. Wij mogen met andere woorden de crisis zelf betalen.
Jarenlange inleveringen op vlak van loon, arbeidscondities, sociale zekerheid en openbare dienstverlening hebben reeds hun tol geeist. De reserves van de arbeidersgezinnen zijn de laatste 15 jaar zienderogen geslonken. De spaarcurve zakte in elkaar. Mensen kochten steeds meer op krediet, onder meer aangezet door de lage rente, en worden nu geconfronteerd met torenhoge schulden. Het jaarrapport van de kredietcentrale dat de leningen aan particulieren registreert sinds 2003, is duidelijk. Vooral de stijging van krediet voor kleine bedragen, voor aankopen in supermarkten en dergelijke, valt op. Een stijging van 5% ten opzichte van 2006 en van 75% in vergelijking met 2003! En dat terwijl pas in de tweede helft van het jaar de prijsstijgingen de spuigaten uitliepen. 1,5 miljoen Belgen hebben drie of meer kredieten of een stijging van 6% op één jaar tijd. Maar wat je leent, moet je terugbetalen. Bijna één op twintig kredietleners loopt na één jaar betalingsachterstand op. 65.000 Belgen zitten in een procedure van collectieve schuldbemiddeling, of een stijging met 12,5% op één jaar!
Hallucinante cijfers, zeker omdat deze situatie zich ontwikkelde tegen een achtergrond van economische groei. Deze economische groei leidde niet tot meer rijkdom voor iedereen. 1,5 miljoen Belgen leven in armoede. 25% van de 75 plussers zijn arm. Idem dito voor 36% van de alleenstaande ouders en 23% van de werklozen. Wat zal dat worden als zelfs de beperkte economische groei wegvalt?
De syndicale acties en de stakingen van de afgelopen maand voor meer loon tonen ons nog een andere waarheid. De ontwikkeling van werkende armen. De drijfveer naar winst kent geen grenzen en drukt steeds meer op onze lonen en arbeidscondities. De prijzen voor energie, voeding, huren, onderwijs en zoveel meer stijgen zo snel dat onze lonen niet meer voldoende zijn. Dit is het gevolg van een politiek van privatiseringen en uitholling van de index waardoor deze de reële prijsstijgingen niet meer volgen.
De stakingen van de laatste maand voor meer loon waren dan ook meer dan gerechtvaardigd en zijn trouwens geen alleenstaand fenomeen. Wereldwijd leidden de hogere prijzen tot stakingen, hongermarsen en massaprotest. In België toonden de stakers dat strijd loont. Ze verkregen extra loon, extra premies, vermindering van de werkdruk of een combinatie van de drie.
De arbeidersbeweging begint haar deel op te eisen. Inleveringen op ons loon en arbeidscondities boden geen enkele garantie. Een inlevering in de ene sector of land leidde immers tot inleveringen in het andere en een neergaande spiraal voor ons allemaal. De praktijk leert ons dat er maar één manier is om dit te keren. Ons baseren op de tradities van het strijdsyndicalisme en de politiek niet overlaten aan de burgerlijke politici. We kunnen slechts op onze eigen kracht rekenen om een rechtvaardige index op te eisen. Daarom moeten we arbeiderspartijen uit de grond stampen om onze belangen te verdedigen en met als doel een socialistische economie en samenleving na te streven die niet gebaseerd is op winst voor enkelen, maar op de behoeften van de arbeiders en hun gezinnen.