Your cart is currently empty!
Vandenbroucke plant nieuwe besparingsronde in het secundair onderwijs
Na de hervormingen in het hoger onderwijs wil Vandenbroucke (SP.a) overgaan tot een “rationalisering” van het secundair onderwijs vanaf 2011. De Vlaamse onderwijsminister stelt dat er een te grote “versnippering” is. Op basis van een doorlichting van het secundair onderwijs, wil hij besparen via een nieuw financieringsplan… Het personeel en de jongeren zijn gewaarschuwd.
De start van het nieuwe schooljaar zorgt voor enige discussie over de toekomstplannen die geleidelijk aan worden uitgetekend door onderwijsminister Vandenbroucke. Afgelopen weekend stelde hij in een interview met de krant De Morgen dat er nood is aan een “rationalisering” van het secundair onderwijs, net zoals er eerder een “vergelijkbare rationalisering” was voor het hoger onderwijs.
In het hoger onderwijs zien we de gevolgen van de “rationalisering” van Vandenbroucke. Het aantal richtingen is op een aantal plaatsen beperkt, voor sommige richtingen werd het inschrijvingsgeld drastisch opgetrokken (onder meer de ManaMa) en richtingen die minder interessant zijn voor de bedrijfswereld zullen voortaan minder financiële middelen opleveren. Dit zorgde deze zomer reeds voor protest onder het personeel van onder meer de richtingen in de letteren en wijsbegeerte aan de universiteiten. Zo moet in Leuven een equivalent van 14 professoren verdwijnen en worden in Antwerpen 6 professoren die op pensioen gaan niet vervangen. Vandenbroucke wil trouwens verder “rationaliseren” in het hoger onderwijs.
Nu wil Vandenbroucke een zelfde operatie doorvoeren in het secundair onderwijs. De minister wil dat scholen die te veel richtingen aanbieden, daar een financiële prijs voor betalen. Het aanbod moet op een grotere schaal worden bepaald. Dat betekent dat kleinere scholen nog slechts één of enkele richtingen zouden kunnen aanbieden als ze de kop boven water willen houden. Het “rationele” model van Vandenbroucke bestaat uit zo groot mogelijke scholen met zo groot mogelijke klassen.
Bij dat “rationele” model wordt natuurlijk niet gedacht aan de pedagogische kant van de zaak of de begeleiding van individuele leerlingen. Neen, “rationeel” heeft voor Vandenbroucke een economische betekenis: met zo weinig mogelijk middelen zo snel mogelijk jongeren klaarstomen voor de bedrijfswereld.
Vandaar wil Vandenbroucke een aantal studierichtingen en zelfs studiegebieden afschaffen, maar op dit ogenblik laat hij nog niet verder in zijn kaarten kijken en worden de richtingen niet nader gespecificeerd. Ook ontkent Vandenbroucke dat er sprake zou zijn van besparingen. Hij stelt enkel dat er nu reeds voorbereidend werk moet gedaan worden om binnen enkele jaren tot een “rationalisatie” te kunnen komen.
Wij denken dat er dringender nood is aan veranderingen in het onderwijsbeleid. In plaats van het tekort aan middelen anders te gaan verdelen, denken we dat er nood is aan een drastische verhoging van de publieke middelen voor onderwijs. De afgelopen decennia is het budget voor onderwijs sterk afgenomen, wij steunen de eis om dat terug op te trekken tot 7% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Enkel dan is er een echte hervorming mogelijk waarin de belangen van leerlingen en personeel centraal staan: kleinere klassen, meer infrastructuur, meer begeleiding,…