Your cart is currently empty!
Meerwaarde, of hoe de rijken steeds rijker worden
In tegenstelling tot de heersende opvattingen wordt men niet rijker door te werken, maar door anderen voor je te laten werken. Laten we eens van dichter bij kijken hoe patroons zoveel geld kunnen verdienen. Een patronaat beschikt over een bepaalde som geld, een kapitaal, die hij wil vergroten. Daartoe worden goederen geproduceerd, waarvoor moet geïnvesteerd worden in machines, grondstoffen,… Om uiteindelijk tot een productie te komen vormt arbeid een cruciaal gegeven. Er worden arbeiders aangeworven die in ruil voor een loon goederen of diensten produceren.
Christophe Cusumano
Maar uiteraard zal een patroon steeds zoeken naar methoden om arbeiders meer te laten produceren dan wat hij hen betaalt. Als een arbeider 8 uur per dag werkt en per uur 10 eenheden produceert, zal de patroon geen loon betalen dat overeenstemt met de waarde van de 80 geproduceerde eenheden. Er zal gezocht worden naar middelen om ervoor te zorgen dat de arbeider slechts de waarde van 20 eenheden krijgt. Meerwaarde is het deel van de arbeid dat niet aan de arbeider wordt betaald. Een deel van die meerwaarde zal gebruikt worden om de machines en grondstoffen te betalen, maar een aanzienlijk deel verdwijnt in de zakken van de patroon.
Hoe wordt de winst van het patroon opgedreven? Er zijn verschillende methoden: ofwel laat hij de arbeider langer werken zonder meer te betalen. Ofwel zorgt hij ervoor dat de arbeider geen 10 eenheden per uur produceert, maar 12 of 13, terwijl eenzelfde loon wordt betaald. Dat kan door efficiënter te produceren met nieuwere machines, maar even goed door de arbeid zelf flexibeler te maken.
Dit is natuurlijk een schematische voorstelling, maar een blik op de boekhouding van veel ondernemingen maakt duidelijk dat de lonen slechts een beperkt onderdeel vormen van de productiekosten. Voor iedere 60 euro betaalde arbeid, ontvangen de bedrijven gemiddeld zo’n 100 euro onbetaalde arbeid. Dat blijkt althans uit cijfers van het Nationaal Instituut voor de statistiek.
Hierdoor kunnen arbeiders nooit alle goederen opkopen die ze zelf hebben geproduceerd. De kapitalisten, een kleine krimpende minderheid, zijn daar evenmin toe in staat. We kunnen ons trouwens afvragen of ze de wegwerpprullen die ze ons willen slijten hoe dan ook zouden willen. Resultaat: een voortdurende neiging tot overproductie.
De winsten van het patronaat worden ook verder opgedreven door het verminderen van de gemeenschapsmiddelen. In 2005 was er een belastingsvermindering ter waarde van 5,4 miljard euro. Het grootste deel daarvan, 97%, ging naar de bedrijven (Trends, 21.7.2006).
Op die manier worden de rijken steeds rijker door de productie van anderen te verkopen. Ook de topmanagers pikken hun graantje mee van die ontwikkeling door voor zichzelf een steeds hoger loon uit te trekken. De topmanagers van de 20 belangrijkste beursgenoteerde bedrijven in België verdienen tussen de 1,5 miljoen en 4 miljoen euro per jaar (Trends, 25.05.2006), een gewone arbeider heeft daar zowat een volledige arbeidsloopbaan voor nodig.