Your cart is currently empty!
Recensie. ‘The Frontman – Bono (In the Name of Power)’
De polemiek van auteur Harry Browne tegenover muzikant Bono van de Ierse groep U2 is ook van belang voor socialisten, zeker als er in het boek wordt ingegaan om de zakelijke labyrinten die worden opgeworpen om de winsten op te drijven of als de steun van Bono voor het neoliberalisme wordt uitgelegd. Dit boek doorprikt het zorgvuldig opgebouwde imago van Bono.
Het boek is gedetailleerd en goed onderbouwd. Er wordt teruggevallen op een hele reeks interviews en artikels waarin de standpunten van de rockster naar voor worden gebracht doorheen de jaren. Doorheen het hele boek stelt Browne Bono voor als een schijnheilige, hypocriete, egoïstische fantast die integraal tot het kapitalistische establishment behoort, ook al doet hij zich vaak radicaal voor. In de inleiding wordt Bono aangehaald als hij zichzelf omschrijft als een nieuwe rondtrekkende handelaar: “Ik verkoop melodieën en woorden. En in mijn politieke werk verkoop ik ideeën. In de commerciële wereld waarin ik terecht kom, verkoop ik ideeën.”
Volgens Browne is er het gevaar dat deze “conventioneel denkende opportunist” zichzelf voordoet als radicaal en een buitenstaander, maar dan wel om het systeem zelf te verdedigen door een vrijemarkt-ideologie naar voor te schuiven en oorlogszuchtige kapitalistische leiders aan te halen. In een gasteditoriaal in de New York Times van 2 januari 2010 riep hij de ontwikkelende wereld op om “in het kapitalisme te vertrouwen – we zullen wel een weg vinden.”
Browne vertrekt van de vroege jaren van Bono (ofte Paul Hewson) in Ierland en eindigt met de recente commerciële activiteiten van de man. Daarbij worden heel wat mythes over de arbeidersafkomst van Bono doorprikt, een beeld dat hij zelf maar al te graag hoog houdt. Het ‘zorgzame’ gezicht van de zanger wordt ontmaskerd als onderdeel van een politiek conservatieve opstelling. En er wordt ingegaan op de betrokkenheid van Bono bij de ergste uitspattingen in de periode van de economische groei van de zogenaamde ‘Keltische Tijger’. Zo blijkt dat U2 deelnam aan de vastgoedspeculatie waarbij er contracten werden gesloten met beruchte figuren en gediscrediteerde bedrijven uit de vastgoedsector.
Een element dat vandaag des te opvallender is gezien de crisis, is de hypocrisie van U2 dat de muziekactiviteiten heeft ondergebracht in een bedrijf dat sinds 2006 officieel in Amsterdam gevestigd is. De bedoeling daarvan is om de erg beperkte belastingvoet van 5% op inkomsten uit auteursrechten te omzeilen. Ondertussen dweilt Bono de wereld af om kapitalistische leiders ertoe aan te zetten om meer hulp te voorzien voor de armen in de wereld.
Na de rampzalige ineenstorting van de vastgoedzeepbel en de daaropvolgende ineenstorting van de banken en de financiële sector, bleef Bono – schijnbaar vanop een andere planeet – het systeem van lage (of geen) belastingen verdedigen alsook het neoliberale beleid dat de economie de dieperik heeft ingejaagd. Bono: “Iedereen in Ierland weet dat er erg slimme mensen in de regering en de belastingdiensten zitten, ze hebben een financiële constructie opgezet die de volledige natie doet opbloeien – het heeft mensen naar dit land gehaald die hier anders geen zaken zouden gedaan hebben. De financiële diensten brachten jaarlijks miljarden dollars in de gemeenschapskas.”
Recent werd bekend dat deze door Bono zo aangeprezen ‘financiële constructies’ een bedrijf als Apple toelieten om 44 miljard dollar aan belastingen te ontduiken in de afgelopen vier jaar. Browne wijst op een toespraak waarin Bono een deel van de eer opeist voor het aantrekken van andere belastingontduikers zoals Google en Facebook.
Vervolgens onderzoekt Browne waar de vreemde obsessie van Bono voor Afrika vandaan komt. De auteur legt uit hoe rijke celebrities met banale veralgemeningen en racistische clichés erin slagen om een volledig continent van zijn culturele rijkdom en diversiteit te ontdoen door het algemeen te beperken tot een probleemgebied waar de rijke filantropen iets aan moeten doen. Browne legt uit dat de onderliggende oorzaak voor de enorme armoede voortkomt uit het kapitalistische systeem zelf, een ongemakkelijke waarheid die door de rijke celebrities uiteraard zoveel mogelijk wordt vermeden. Het is namelijk veel gemakkelijker om even te wuiven, enkele algemeenheden te verkondigen en te genieten van de mediabelangstelling zodat de celebrities tevreden kunnen vaststellen hoe zij de redders in nood voor de armen zijn. Dat is gemakkelijker dan in te gaan tegen een systeem van enorme ongelijkheid en uitbuiting, een systeem waar hun eigen persoonlijke fortuin mee opgebouwd is en dat uiteindelijk onderdeel van het probleem is.
De auteur is helemaal op dreef als hij ingaat op het “consumentenactivisme” van Bono. Met zijn ‘filantropisch-kapitalistische’ project “Product (RED)” wil hij geld ophalen voor de strijd tegen aids. Er wordt daarbij samengewerkt met enkele van de grootste merken ter wereld, waaronder Nike, Apple en Motorola. Die bedrijven koppelen producten aan de campagne. Dat is weinig verrassend een win-win situatie voor de bedrijven. Ze krijgen het prestige en de steun in ruil voor een beperkte bijdrage aan het RED-project. Browne geeft een voorbeeld van zo’n product: een koptelefoon ‘Beats by Dr Dre’ kost ongeveer 200 dollar waar er 5 dollar van naar RED gaat. Op de zes jaar dat RED bestaat werd 200 miljoen dollar opgehaald, een bedrag dat absoluut niet volstaat om aids effectief te bestrijden.
Browne bekritiseert Bono omdat hij aanschurkt bij de machtige elite waarbij hij hen een zekere geloofwaardigheid geeft in ruil voor weinig meer dan een verdere inflatie van zijn ego. De materiële voordelen van de schuldkwijtscheldingen die Bono van de G8-leiders wilde bekomen met zijn Jubilee 2000 campagne was in een breder kader verwaarloosbaar. Het werd immers aanzienlijk overschaduwd door de daaropvolgende liberalisering van een aantal van de armste economieën, een liberalisering die werd opgelegd in ruil voor de schuldkwijtschelding. Deze liberalisering heeft deze economieën jaarlijks 375 miljard dollar gekost, zo stelt de econoom Robert Pollin althans.
In het boek maakt Browne duidelijk dat Bono het fundamenteel eens was met het idee van een militaire invasie in Irak. Hij verschilde slechts van mening met Bush en Blair omdat die niet de steun van de VN zochten. Bono zou evenwel geen probleem hebben met de wijze waarop Obama op Bin Laden liet jagen en die ook kon vermoorden. De steun van Bono voor Obama is erg walgelijk, het is beperkt tot het idee dat een zwarte president nu eenmaal het hoogtepunt van de ‘droom’ van Martin Luther King zou zijn. Daarmee wordt meteen voorbijgegaan aan het feit dat de inkomenskloof tussen blanke en zwarte gezinnen in de eerste vier jaar van Obama sterk is toegenomen. Bij zijn campagne tegen de HIV-epidemie in Afrika probeerde Bono de regering van Bush te charmeren en daarmee ook de christelijke rechterzijde in de VS. Die gaven steun in ruil voor hun eigen reactionaire en contraproductieve voorwaarden, waaronder de eis dat een derde van de middelen zou gaan naar het promoten van seksuele onthouding en sterke beperkingen op de toegankelijkheid van condooms.
De conclusie die Browne trekt, is dat Bono doorheen de jaren zoveel gediscrediteerde krachten heeft gesteund en zelf onderdeel is geworden van de elite (als multi-miljonair, investeerder, belastingontduiker, aanhanger van Blair,…), dat hij “zijn nut als toegangspoort tot de macht begint te verliezen”. Browne stelt voorzichtig dat Bono “niet moet beoordeeld worden op basis van zijn motivatie of bedoelingen, die kennen we niet, maar op basis van de realiteit van zijn daden.” Goed bedoeld of niet, Browne stelt vast dat de acties van Bono de ongelijkheid, onrechtvaardigheid en uitbuiting in de wereld versterken. Op basis van de verschafte bewijzen in het boek is het moeilijk om het daar niet eens mee te zijn.
“The Frontman – Bono (In The Name Of Power)” door Harry Browne. 176 pagina’s, uitgegeven door Verso Books
Eerdere RECENSIES op SOCIALISME.be
- ‘België – een geschiedenis van onderuit’
- De politiek van het Hacktivisme
- ‘De geëngageerde burger’ – Flauwe poging van liberalen om zichzelf heruit te vinden
- Toespraak voor de natie: de taal van de macht. Interview met David Murgia
- De mythe van de groene economie, een aanrader
- Film/Docu. cRISEs UP – Van protest tot verzet
- De doden worden nog geteld. Overlevenden van de onbekende oorlog in Sri Lanka
- Mexicaanse koffer met foto’s van de Spaanse burgeroorlog
- Geschiedenis. De Tweede Wereldoorlog om globale macht
- Winsthonger. “The Secret Financial Life of Food”
- Magnum Revolution: 65 years of fighting for freedom
- Het Midden-Oosten. The times they are a-changin’
- Zero Dark Thirty. Propagandafilm over de jacht op Bin Laden
- Recensie. Leven rondom Tahrir
- Macht, beeld en vrijheid in het Midden-Oosten en Noord-Afrika