In november 2010 waren de verkiezingen die Hosni Moebarak organiseerde zo frauduleus dat zijn eigen partij maar liefst 81% van de zetels won. Acht weken later begon een massale beweging die zou leiden tot de omverwerping van Moebarak. In november 2011 was er harde repressie tegen betogende revolutionaire jongeren die ingingen tegen de aanhoudende heerschappij van de Hoge Raad van Gewapende Krachten. En nu, in november 2012, zijn er nieuwe betogingen en confrontaties met de ordediensten. Aanleiding was de aankondiging van president Morsi op 23 november.
Enkele uren nadat hij mee had onderhandeld over een wapenstilstand tussen Hamas en de Israëlische regering en daar door alle wereldleiders voor werd geprezen, verklaarde Morsi dat hij de bevoegdheid had om “alle nodige maatregelen te nemen om de revolutie te beschermen, de nationale eenheid en de nationale veiligheid te verdedigen.”
Geen enkele presidentiële beslissing die sinds 30 juni is genomen (toen Morsi aan de macht kwam), kan door rechtbanken worden betwist. Ook de beslissingen van grondwetgevende raad die een nieuwe grondwet opmaakt of van het hogerhuis van het parlement kunnen niet betwist worden.
Beide instellingen worden gedomineerd door rechtse politieke islamisten, van de Vrijheid- en Rechtvaardigheidspartij (de Moslimbroederschap) van Morsi zelf en de nog conservatievere Nour partij (de Salafisten). De afgelopen weken verlieten de liberale en christelijke leden de grondwetgevende vergadering omdat ze de voorstellen van de meerderheid ondemocratisch vonden.
Morsi probeerde de pil te verzachten door een nieuw proces aan te kondigen tegen Moebarak en die handlangers van Moebarak die recent werden vrijgesproken voor het organiseren van de moord op betogers tijdens de opstand van 25 januari 2011. De procureur-generaal, tevens iemand van het vorige regime, werd afgezet.
Enkele uren na de aankondiging van Morsi stroomden duizenden betogers toe op het Tahrirplein. Onder de betogers heel wat voetbalfans. Ze riepen slogans als “Weg met Mohamed Morsi Moebarak” en “Het volk wil dit regime weg”. Er werd traangas ingezet door de politie die ook in de lucht schoot om de betogers af te schrikken. De betogers moesten veldhospitalen opzetten. De beelden deden denken aan de straatgevechten van 2011.
Op 24 november trokken honderden rechters de straat op met dezelfde slogans. Een aantal rechtbanken is in staking gegaan. Het hoofd van de advocatenvereniging verklaarde: “Het lot van het land is nu in jullie handen. Als jullie staken, doen wij mee. Als jullie een zitstaking houden, zullen wij er ook zijn.”
In de laatste jaren van het bewind van Moebarak kwam er heel wat kritiek van rechters op de verkiezingsfraude. Veel magistraten weerspiegelen de standpunten van de liberale middenklasse die zich verzet tegen de Moslimbroederschap. Maar er zijn ook rechters die heimwee hebben naar het oude regime. Andere rechters steunen Morsi. De verdeeldheid in de magistratuur is een uitdrukking van een bredere verdeeldheid in de samenleving. Op 25 november verloor de beurs van Cairo 10%.
Verdeeldheid in de Moslimbroederschap
De Moslimbroederschap is niet immuun voor de verdeeldheid. De voorzitter van het Hogerhuis zou kritiek gegeven hebben op de aankondiging van Morsi, achteraf ontkende hij dit wel. Ook de Minister van Justitie had bedenkingen bij de aankondiging. Het gaat nochtans om leidinggevende leden van de Moslimbroederschap.
Het ziet er naar uit dat de sterkte van de oppositie Morsi tot gedeeltelijke toegevingen kan dwingen om zo confrontaties op straat te vermijden. Een verklaring van de Moslimbroederschap op 23 november had het over een grote betoging op zondag 25 november en een “miljoenenmars” op 27 november om Morsi te verdedigen. Maar op zondag kwam de Vrijheid- en Rechtvaardigheidspartij met een meer verzoenende verklaring waarin het stelde: “uit te kijken naar dialoog met alle politieke partijen, krachten, sociale groepen en bewegingen over de huidige situatie” als “mogelijkheid om tot de gewenste consensus te komen en de hoop en verwachtingen van de volledige Egyptische bevolking in te lossen.” Op maandag werd de “miljoenenmars” afgeblazen.
De vervolging van de media wordt ook opgedreven. Eerder deze maand verdween het private Dream TV van de ether, behalve voor de sport en het entertainment op deze zender. Dream TV bracht kritiek op zowel het vorige als het huidige regime. Een rechter heeft nu het verbod ingetrokken. Een andere televisiezender die het vorige regime steunde, werd eveneens afgesloten. Een redacteur van een krant wordt vervolgd wegens het beledigen van de president. Afgelopen zondag maakte de journalistenbond bekend dat een staking tegen Morsi wordt overwogen.
Verzet tegen opstelling van Morsi
De pogingen van Morsi om zijn macht uit te breiden, zijn een gevolg van een angst voor de grote uitdagingen. De wittebroodsweken voor Morsi zijn stilaan voorbij. Velen steunen hem nog en dat kan een tijdelijke opleving kennen omwille van zijn rol bij de onderhandelingen over Gaza.
Ondertussen zijn drie miljoen arbeiders in Egypte georganiseerd in zowat 800 onafhankelijke vakbonden. Voor de opstand van 2011 waren er vier onafhankelijke vakbonden. Zowat 2.000 dokwerkers in Ain al-Sokhna die voor DP World (eigendom van de regering van Dubai) werken, gingen in oktober in staking. Een 800-tal dokwerkers hielden de haven bezet. Ze protesteerden tegen het ontslag van acht vakbondsmilitanten, de directie moest dat ontslag intrekken. Multinationals als Cadbury, Suzuki, Pirelli banden en anderen gingen ook over tot het afdanken van vakbondsmilitanten.
Op 14 november ging het metropersoneel van Cairo in staking. Na vier uur gingen ze terug aan het werk omdat de directeur ontslag nam en er nieuwe loononderhandelingen volgden. De leiders werden door de veiligheidsdiensten bij zich geroepen, maar het dreigement van een nieuwe staking indien er iets met de leiders zou gebeuren volstond.
Na heel wat stakingen en protestacties de afgelopen maanden, dreigde Morsi met een nieuwe wet tegen wegblokkades of tegen al wie de productie hindert. De regering maakt het moeilijker om onafhankelijke vakbonden te organiseren. De regeringsvakbond wordt actief gesteund, de oude leiders die het regime van Moebarak steunden werden vervangen door leden van de Moslimbroederschap.
IMF-lening met hervormingsprogramma
Het IMF stemde in met een lening van 4,8 miljard dollar om het begrotingstekort van Egypte op te vangen. Uit vrees voor verdere revolutionaire bewegingen “is er een sterke internationale wil om het regime van Morsi te stabiliseren en economische schokken die tot onrust kunnen leiden te vermijden.” (Financial Times 24 november)
De lening komt er in ruil voor een “hervormingsprogramma” dat 22 maanden duurt en erop gericht is om de overheidssubsidies voor energie – goed voor 20% van de begroting – te verminderen. Miljoenen mensen zijn van deze subsidies afhankelijk om te koken, te verwarmen en voor transport. Een woordvoerder van het IMF verklaarde: “Gezien de omvang [van de subsidies], zal het jaren duren om ze volledig weg te krijgen. Om de koopkracht te beschermen, volstaat het niet om alleen het tekort te verminderen maar moeten ook de sociale uitgaven stijgen.”
De voedselprijzen blijven toenemen en dat leidt tot enorme problemen. Alle problemen die er onder Moebarak waren, zijn nog steeds aanwezig. Er is een tekort aan huisvesting en werk, de gezondheidszorg is ontoereikend, er is seksueel misbruik van vrouwen, de stroom en het water worden soms onderbroken, de wegen worden amper onderhouden en het openbaar vervoer zit overvol.
Op 17 november kwamen nog meer dan 50 jonge schoolkinderen om het leven toen hun bus door een trein werd aangereden. Het is het laatste van vele tragedies in Egypte waar het gebrek aan veiligheidsmaatregelen heel wat onschuldige levens kost. De infrastructuur in het land blijft tekort schieten en daar is de afgelopen twee jaar niets aan gedaan. Toen de premier een ziekenhuis bezocht, werd hij er weg gejaagd door familieleden van de patiënten.
Onafhankelijke arbeidersorganisaties met socialistisch programma nodig
De arbeiders moeten hun eigen onafhankelijke vakbonden opbouwen. Een massale arbeiderspartij is nodig om de arbeiders, jongeren en lokale activisten te betrekken in de strijd. Het is op zich niet fout om met pakweg liberale krachten te betogen tegen de ondemocratische maatregelen van Morsi. Maar om echt stappen vooruit te zetten, moeten de arbeidersorganisaties een eigen onafhankelijke identiteit en programma hebben.
Minder dan zes maanden geleden riepen de Revolutionaire Socialisten (verbonden met de Britse SWP) nog op om voor Morsi te stemmen in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Ze deden dit omdat de andere kandidaat van het oude regime was. Ze stelden toen dat een onderscheid moest gemaakt worden tussen het “reformisme van de Moslimbroederschap” en het “fascisme van Shafiq” (de kandidaat van het oude regime). Maar welk soort “reformisme” legt Morsi nu aan de dag? Hij onderhandelt met het IMF over verdere liberaliseringen en probeert zichzelf boven de wet te plaatsen.
Vandaag stellen de Revolutionaire Socialisten dat de Moslimbroederschap en de overblijfselen van het oude regime “twee kanten van dezelfde medaille” zijn. Ze voegen er aan toe: “We zeggen aan Morsi: jij en je organisatie zijn de echte bedreiging voor de revolutie als je de zakenlui van Moebarak omhelst, leningen van het IMF gaat bespreken, de nationale eenheid bedreigt en de revolutie uitverkoopt”. Dergelijke bochten zonder de vroegere fouten te analyseren, zorgen voor meer verwarring in plaats van opheldering. En waarom spreken ook de Revolutionaire Socialisten over ‘nationale eenheid’. Hebben ze het over dezelfde nationale eenheid als Morsi?
Er is nood aan eenheid tussen arbeiders, armen en jongeren op basis van een programma voor democratische socialistische verandering. Er is een tweede revolutie nodig om echte en blijvende democratische rechten af te dwingen en alle grote bedrijven en banken onder publiek bezit en onder democratische controle over te nemen. De rijkdom van het land kan dan op planmatige wijze dienen voor de meerderheid van de bevolking. Een socialistisch Egypte zou de aanzet kunnen vormen voor een nieuwe golf van revolutie in de regio, nu voor democratisch socialistische verandering.