Het Internationaal Vakverbond (IVV) publiceerde een uitgebreid rapport over de staat van de syndicale rechten en vrijheden in de wereld. Daarbij wordt vastgesteld dat 2011 eens te meer een bloedig jaar was. Er werden minstens 76 mensen vermoord omwille van vakbondsactiviteiten, waarvan 29 in Colombia. Aangezien onder meer Kazachstan niet in het rapport is opgenomen, zal het echte aantal nog een pak hoger liggen. Over België stelt het IVV dat de bescherming van syndicale rechten onvoldoende is.
Het rapport van het IVV heeft betrekking op 143 landen. Dat is vrij volledig, maar ontbreken toch enkele ‘zwaargewichten’ inzake miskenning van het recht op collectieve actie en syndicale organisatie. Eind 2011 werd Kazachstan opgeschrikt door een bloedbad bij een actie van stakende oliearbeiders. De brutale repressie leidde volgens het regime tot een 15-tal doden, alle ooggetuigen hebben het over tientallen en wellicht tot 200 doden. Daarmee is Kazachstan momenteel wellicht het gevaarlijkste land ter wereld voor syndicalisten. Spijtig dat het IVV in haar rapport Kazachstan niet heeft opgenomen.
Maar dan blijven er nog steeds 76 dode syndicalisten over in 2011. Het bloedigste land in de lijst van het IVV blijft Colombia. Vakbondsmilitanten worden daar vervolgd en dus ook vermoord, er is sprake van 29 doden. Althans voor zover er informatie beschikbaar is natuurlijk, de volledige lijst van vermoorde syndicalisten staat op de website van het IVV. Colombia heeft een verschrikkelijke traditie op dit vlak: tussen 1 januari 1986 en 31 december 2011 werden 2.914 syndicalisten vermoord, waarvan 772 vakbondsleiders. Bijna dubbel zoveel syndicalisten kregen in dezelfde periode doodsbedreigingen. In Guatemala vielen er tien doden, op de Filipijnen waren het er vier. Ook vielen er doden in onder meer Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh, Zuid-Afrika, Nepal,…
Het IVV wijst in het rapport tevens op het groeiende misbruik van migranten, onder meer in de Golfstaten waar heel wat hoofdzakelijk vrouwelijk huispersoneel is tewerkgesteld. Volgens het IVV zijn er wereldwijd zowat 100 miljoen mensen die als huispersoneel werken. In de Golfstaten hebben migranten het hard te verduren, zo werden 70 arbeiders uit Bangladesh uit de Verenigde Arabische Emiraten uitgewezen omwille van deelname aan een stakingsactie. In Bahrein reageerde het regime op het protest met massale afdankingen: tot 3.500 werknemers werden afgedankt wegens al dan niet vermeende deelname aan protestacties. In Botswana werden 2.900 personeelsleden van de overheid afgedankt na een staking.
Onder meer als gevolg van de economische crisis is er wereldwijd een opmars van werkloosheid en onzekerheid. In 2011 zaten maar liefst 205 miljoen mensen zonder werk, dat aantal is sindsdien enkel nog toegenomen (zo heeft het rapport het nog over een jongerenwerkloosheidsgraad van 40% in Spanje, terwijl intussen de kaap van de 50% is genomen). Bovendien is er een opmars van tijdelijke en onzekere jobs. “De maatregelen om de winsten en de flexibiliteit te optimaliseren ten koste van de werknemers hebben gefaald”, stelt het rapport in voorzichtige bewoordingen. Daarmee wordt bedoeld dat het besparingsbeleid een ravage aanricht terwijl er tegelijk in de neokoloniale wereld een verdere neerwaartse druk is op lonen en arbeidsvoorwaarden. Opkomen voor arbeidersrechten wordt daarbij moeilijk gemaakt. Het rapport verwijst op dat vlak naar Zuid-Afrika, Bangladesh, Cambodja en Pakistan. Als onderdeel van de besparingsmaatregelen in Europa worden ook hier de syndicale rechten ondergraven of afgebouwd, aldus het IVV.
Wat ons land betreft, stelt het IVV dat de syndicale rechten onvoldoende beschermd worden. Tevens wordt gewezen op pogingen van de autoriteiten en de werkgevers om collectieve actie te verbieden of toch alleszins het recht erop in vraag te stellen. Het rapport heeft weet van minstens 10 delegees die werden afgedankt wegens hun syndicale activiteiten.
Qua inbreuken wordt melding gemaakt van de poging bij ArcelorMittal in Gent om een deel van het loon van de werknemers af te nemen bij langzaamaanacties waarbij het werk een kwartier per uur werd stopgezet. De beslissing van de werkgever om een deel van het loon in te houden, was niet mogelijk. Maar tegelijk wijst het rapport erop dat nadien een akkoord werd gesloten waardoor de werkgever dat wel kan.
Er wordt ook gewezen op de staking bij Ineos in Feluy waarbij de directie de gouverneur inschakelde om het personeel op te eisen. Bij een staking van arbeiders van Mac Bride in Estaimpuis werden niet-stakende arbeiders door de directie gevraagd om het werk van stakende collega’s over te nemen terwijl ze daar niet de nodige opleiding voor hadden genoten.
Tenslotte wordt gewezen op de afbouw of de ondermijning van het recht op actievoeren. Het voorbeeld van zes studenten die actie voerden aan een bijeenkomst van de Europese liberalen en daarbij werden veroordeeld wordt aangehaald, net zoals de Unizo-campagne tegen de betoging van 2 december 2011. Het feit dat werkgevers met eenzijdige gerechtelijke procedures de uitoefening van het stakingsrecht beperken, blijft een punt van discussie.
Het rapport van het IVV wijst op de ontwikkeling van een brede laag van jongeren ‘zonder toekomst’ in Europa, de verdere verdieping van de sociale tegenstellingen in de neokoloniale wereld en een opmars van maatregelen die het recht op collectief verzet beperken. Dat zijn allemaal ingrediënten van een explosieve sociale cocktail. Dat de burgerij de crisis aangrijpt om het recht op collectieve actie te beperken, geeft aan dat de ernst van de situatie in de kringen van de 1% rijksten wordt erkend. Het wordt hoog tijd dat de vaststellingen van het Internationaal Vakverbond ook vertaald worden in een offensieve internationale vakbondsstrijd voor een fundamentele verbetering van de levensstandaard van de 99% armsten. Deze strijd omvat ook de verdediging van de collectieve syndicale rechten en vrijheden op internationaal vlak.
Voor het volledige rapport van het IVV: http://survey.ituc-csi.org/?lang=en