Your cart is currently empty!
Tentoonstelling. Tien jaar na de genocide op de Jezidi’s: de onoverwinnelijke zon
Deze zomer kon je in het Cité Miroir in Luik de tentoonstelling “Jezidi’s, onoverwinnelijke zon, tien jaar na de genocide” bezoeken. De tentoonstelling is het werk van fotojournaliste Johanna de Tessières en journalist Christophe Lamfalussy. In een vijftigtal foto’s wordt de geschiedenis, cultuur en religie van de Jezidi-bevolking getoond. Daarnaast was er een kaart met de locatie van de genoemde steden en dorpen.
door Elisa (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist
De tentoonstelling heeft als doel om mensen bewust te maken van de economische, politieke en menselijke gevolgen van de genocide op de Jezidi’s door de religieuze fundamentalisten van de zogenaamde ‘Islamitische staat’ (ISIS). De gruwel waaronder dit volk lijdt, is internationaal grotendeels onbekend. Er heerst straffeloosheid voor de gepleegde misdaden.
De Jezidi’s zijn een Koerdisch sprekende religieuze minderheid. Ze zijn met slechts 800.000, waarvan de meerderheid voorheen in Irak woonde. Van het Ottomaanse Rijk tot het regime van Saddam Hoessein werden steeds nieuwe pogingen gedaan om dit volk volledig weg te vegen.
Na de diepgaande destabilisatie als gevolg van de invasie en bezetting van Irak door de VS en Groot-Brittannië vanaf 2003 en de burgeroorlog in Syrië vanaf 2011, was er een opgang van fundamentalistische krachten. ISIS is gebaseerd op een salafistische jihadistische ideologie. In 2014 riep het een totalitair kalifaat uit over de gebieden die onder haar controle stonden.
De onoverwinnelijke zon
ISIS ging meteen in het offensief tegen de Jezidi’s. Tientallen dorpen werden met de grond gelijk gemaakt en zijn vandaag nog steeds onbewoonbaar. Tien jaar na de genocide bestaan er nog steeds Jezidi-kampen in Iraaks Koerdistan (Noord-Irak). De onzekerheid van het leven in kampen staat een relatief autonoom beheer van de grond, de economie en het onderwijs echter niet in de weg.
Het jezidisme is een religie die mondeling wordt overgedragen. De afwezigheid van geschreven documenten wordt gerechtvaardigd door de wens om het pacifisme van hun religie te bewaren, zodat teksten niet worden misbruikt voor gewelddadige doeleinden. Het leent praktijken en riten van andere godsdiensten zoals de islam, het christendom en het jodendom. Het is een religie die bekeringsdrang verbiedt.
Er zijn veel verwijzingen naar de zon. Het heeft zijn wortels in het Zoroastrisme (waarvan een van de kenmerken de verering van de zon is) en het Mithraïsme (dat de “Onoverwonnen Zon” vereert). Als Jezidi bidden, doen ze dat gericht naar de zon. Daarbij wordt het collectief belang vooropgesteld: de Jezidi bidt eerst voor de wereld, dan voor zijn familie en vervolgens pas voor zichzelf.
Een andere verwijzing naar de zon is te vinden in de tempels van Lalesh, een gebedsplaats waar ze elk jaar hun grote pelgrimstocht vieren. Deze tempels worden overdekt door een kegelvormige koepel waarvan de ribben de zonnestralen symboliseren die de mensheid verlichten. De cultus van de zon is dus erg sterk aanwezig in het jezidisme. Het onthult een behoefte aan veerkracht en de term “onoverwinnelijke zon” vat het goed samen. De cultus van de zon gaat gepaard met een sterke gehechtheid aan de continuïteit van hun etnische groep, hun taal, hun land en hun religie.
Waarom viel ISIS de Jezidi aan?
In de herfst van 2014 publiceerde ISIS een artikel van drie pagina’s in zijn online propagandamagazine Dabiq waarin de uitroeiing van deze “heidense minderheid” werd gerechtvaardigd en waarin de Jezidi’s werden beschreven als “duivelaanbidders”. ISIS probeert zijn aanvallen te rechtvaardigen door te zeggen dat een van de engelen die door de Jezidi’s wordt aanbeden direct verbonden is met de zon en daarom wordt geassocieerd met het hellevuur.
Daarnaast worden de Jezidi’s beschouwd als ketters die niet behoren tot de “ware” moslimreligie. In feite heeft ISIS religieuze excuses gezocht om oorlogsmisdaden te rechtvaardigen, waaronder ontelbare verkrachtingen van vrouwen en meisjes die tot seksslavin werden gemaakt. De genocide werd gepland, opgelegd en zelfs verheerlijkt in de propaganda van ISIS.
In 2014 begon ISIS zijn territoriale verovering door de stad Fallujah in Irak in handen te nemen. Op 3 augustus 2014 viel ISIS het berggebied Sinjar aan en voerde een beleid waarbij mannen werden vermoord, terwijl vrouwen en kinderen als slaven werden verkocht. 40.000 Jezidi’s zochten hun toevlucht in de bergen, waar velen stierven van honger of dorst. Velen leven nog steeds in overvolle kampen met beperkte toegang tot water. De Jezidi’s werken in naburige steden voor een hongerloon. Er werd hen geld en kleding beloofd door NGO’s en de Iraakse regering, maar de hulp bereikte de slachtoffers niet (tenzij ze er zelf voor betaalden).
Zelfverdediging
In 2014 lieten zowel het Irakese leger als de eenheden van de autonome Koerdische regio in Noord-Irak (peshmerga) de Jezidi-bevolking in de steek. Die bevolking organiseerde dan maar zichzelf. De Iraakse regering gaf financiële steun aan de lokale milities omdat ze dezelfde vijand hadden, ISIS. Anderzijds probeerde dezelfde regering de zelfverdedigingsgroepen te ontbinden onder druk van de Turkse staat, een oude vijand van de verschillende Koerdische gemeenschappen, in het bijzonder de Koerden op het grondgebied van de Turkse staat.
Er braken soms gevechten uit tussen de Iraakse en lokale milities. De Jezidi’s stelden als voorwaarde tot samenwerking dat de belangen van de lokale bevolking centraal stonden en niet die van de Turkse staat of allerlei corrupte groepen. Mogelijk lag dit aan de basis van gevechten tussen milities. Hele districten in Noord-Irak zijn verwoest, waaronder het Jezidi-dorp Kocho, waar de ergste bloedbaden plaatsvonden en waar nu niemand meer woont.
De Jezidi-milities kregen meer steun van de strijdkrachten van de Koerdische regio Rojava in het noordoosten van Syrië. Het ging om de Volksbeschermingseenheden (YPG) en de Vrouwelijke Volks-beschermingseenheden (YPJ), die historisch verbonden zijn met de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) en die autonomie eisen voor de regio. Er werd een humanitaire corridor opgezet richting Rojava, maar 4.000 Yezidi’s wilden in de bergen blijven om hun volk te verdedigen. Ze organiseerden zichzelf (landbouw, waterbeheer, onderwijs) en hielden de Jezidi-cultuur levend. Duizenden mensen zijn gered door deze corridor. Naar het voorbeeld van de YPG en YPJ hebben de Jezidi-milities de Sinjar Verzetseenheden (YBS) opgericht en een vrouwelijke tegenhanger, de Sinjar Vrouweneenheden (YJS).
Een strijd die nog niet voorbij is
Documentatie over de Jezidi’s, over etnisch-religieuze minderheden en over de aanhoudende conflicten en genocides in het algemeen is essentieel als we de machtsdynamiek van de imperialistische machten over onderdrukte volkeren willen begrijpen. Het draagt ook bij aan een begrip van de legitieme eisen van deze volkeren voor zelfbeschikking in hun regio, zodat ze niet moeten vluchten en geen tweede keer het slachtoffer worden van imperialistische regeringen die hun extreme uitbuiting organiseren en dat vervolgens nog instrumentaliseren.
Bovenal moeten we ons verenigen, solidariteit tonen en strijden voor de bevrijding van onderdrukte volkeren. We moeten onze aanwezigheid laten voelen en een duidelijk en vastberaden standpunt innemen voor de afschaffing van het imperialisme in al zijn vormen en de omverwerping van het kapitalisme, dat oorlogen tegen onderdrukte volkeren, armoede en uitbuiting van de arbeidersklasse over de hele wereld voedt. In een tijd waarin extreemrechts over de hele wereld in opmars is, is een solidair alternatief gebaseerd op samenwerking tussen onderdrukte volkeren en gemeenschappen en de gehele werkende klasse in al haar diversiteit dringender dan ooit!
Van 20 september tot 3 november is deze tentoonstelling te zien in Geopolis, Huidevettersstraat 60 in Brussel