Historicus Korneel De Rynck trok door de Balkan op zoek naar getuigenissen en een verklaring voor de uitbarsting van sectair en religieus geweld in het voormalige Joegoslavië. De directe aanleiding voor het boek was het heropenen van de treinverbinding tussen Belgrado (Servië) en Sarajevo (Bosnië). De auteur nam de trein en sprak onderweg met mensen uit verschillende bevolkingsgroepen. Het is een meeslepend boek, het cliché ligt voor de hand: dit boek leest als een trein.
Uit het boek spreekt een zekere nostalgie gecombineerd met onbegrip tegenover het oorlogsgewoel en tegelijk een stevige portie nationalisme. Hoe is het zo ver kunnen komen dat een land volledig uit elkaar werd getrokken en dat vroegere buren elkaar gewapenderhand bestreden? Dit boek heeft niet als doel om daar aan de hand van een gedetailleerde analyse antwoorden op te formuleren, maar doorheen de vele gesprekken met al dan niet toevallige passanten krijgt de lezer wel een beeld.
De treinlijn waar het boek rond is opgehangen, vat het samen. Het duurde 18 jaar voor de lijn opnieuw werd geopend en vandaag doet de trein er 9 uur over in de plaats van 6 uur. De reden: aan elke grensovergang is er een controle, wordt personeel gewisseld en moet zelfs een andere locomotief worden aangekoppeld. Dat is natuurlijk waanzin, maar het gaat om een trein die vanuit Servië vertrekt en vervolgens door Kroatië en de Servische Republiek in Bosnië spoort om te eindigen in Sarajevo, grotendeels deel van de Moslim-Kroatische Federatie van Bosnië. Ook het treinpersoneel begrijpt het amper en hoopt op een uniform systeem. Voor het goederenverkeer wordt daaraan gewerkt. Willekeurig doet het denken aan die nationalisten die ook in ons land het spoornet willen opsplitsen… Maar vandaag doet de trein van Belgrado naar Sarajevo er dus veel langer over dan 30 jaar geleden en zijn er minder reizigers. De meerderheid van de bevolking is er sterk op achteruit gegaan.
Langs het parkoers van de treinrit spreekt De Rynck met getuigen en verantwoordelijken, voor sommigen was het de eerste keer dat hun mening werd gevraagd. Er wordt gelukkig niet vertrokken van een of ander nationalistisch standpunt, alle nationalisten worden even kritisch ondervraagd. Ook gaat het boek verder dan een vorm van Joego-nostalgie. Er wordt terecht vermeld dat het conflict tussen Serviërs, Kroaten, moslims en andere bevolkingsgroepen onder het regime van Tito wel onder de mat werd geveegd, maar toch aanwezig bleef. Iedereen moest zijn ‘subnationaliteit’ registreren en er werd op toegezien dat er overal een proportionele vertegenwoordiging van verschillende nationaliteiten was. Veel mensen wisten niet of hun buur een Serviër dan wel een Kroaat was, maar het werd wel degelijk geregistreerd en het speelde een rol, niet in het minst bij het bepalen van machtsevenwichten.
In de opgaande fase van de Joegoslavische economie vormde het nationaliteitenvraagstuk geen onoverkomelijk probleem. Zolang alles vooruit gaat en iedereen zicht heeft op een betere toekomst, doet etnische afkomst niet veel ter zake. Er was in Joegoslavië een grotere betrokkenheid van de arbeiders bij beslissingen over de productie in vergelijking met wat bestond in andere Oost-Europese staten. Dit betekent niet dat er sprake was van arbeidersdemocratie, de centrale planning onder leiding van Tito gebeurde wel degelijk op dictatoriale wijze. Meer inspraak aan de basis wijst evenmin op een vorm van ‘marktsocialisme’, het verschil met de buurlanden was vooral het resultaat van het feit dat Joegoslavië zichzelf bevrijdde doorheen een partizanenstrijd waardoor het stalinistische regime van Tito zich onafhankelijker kon positioneren tegenover Moskou en de bevolking een grotere eigen rol moest toekennen. De verstikkende greep van de bureaucratie zorgde ervoor dat de planeconomie steeds dieper in de problemen kwam. De poging om het nationaliteitenvraagstuk op bureaucratische wijze weg te plannen, kwam daarbij steeds meer op de helling te staan. ‘Armoede in de maag creëert armoede in het denken’, merkt een getuige op.
Het is niet mogelijk om de verschrikkingen van de oorlogen vanaf 1991 te situeren, zonder oog te hebben voor wat voorafging. De auteur van dit boek is erg beslagen en brengt nuttige historische achtergronden, zowel van wat lang geleden gebeurde als van de oorlogen van de jaren 1990. Hierdoor blijven ook Joegoslavië-leken bij. De auteur sprak met de kleindochter van Tito maar even goed met een achterneef van Gavrilo Princip, de man die de Oostenrijkse keizer Franz Ferdinand in Sarajevo neerschoot en daarmee het officiële begin van de Eerste Wereldoorlog inluidde. Er passeren heel wat personeelsleden van de spoorwegen de revue alsook nationalisten van allerhande slag.
Het boek maakt duidelijk dat er dan wel officieel een einde kwam aan de oorlog, maar dat er onderhuids nog enorme tegenstellingen en conflicten aanwezig blijven. De bevolking is oorlogsmoe en velen hebben trauma’s opgelopen. Maar opgelost is het nationaliteitenprobleem niet. De illusies in bijvoorbeeld de Europese Unie dreigen als gevolg van de huidige crisis een zoveelste nieuwe ontgoocheling op te leveren.
Ook blijft de vraag hoe die uitbarsting van brutaal geweld en oorlog in de jaren 1990 zo dichtbij, in een Europees land waar in de jaren 1980 zoveel West-Europeanen de zonnige stranden opzochten, mogelijk was. Als het daar kan, is dit dan ook bij ons mogelijk? Uiteraard staan we niet zo ver, maar dit boek beschrijft in feite hoe het kapitalisme niet in staat is om oplossingen uit te werken voor nationale tegenstellingen en dit terwijl brede lagen zich bewust zijn van het feit dat deze tegenstellingen niet de belangen van de meerderheid van de bevolking dienen. Napoleon stelde ooit dat religie hetgeen is dat de armen ervan weerhoudt om de rijken uit te moorden. Het nationalisme op de Balkan heeft een zelfde rol gespeeld.
“De tuin van Tito” is een vlot boek ondanks de harde realiteit die het beschrijft. De tekst wordt aangevuld met erg mooie foto’s. Het boek laat vooral gewone mensen aan het woord en laat hierdoor de onderbuik van de Balkan spreken. De boodschap die daaruit voortkomt is gemengd. Opdat de hoop zou kunnen domineren, hebben de arbeidersbeweging en de linkerzijde nog heel wat werk voor de boeg.
De tuin van Tito door Korneel De Rynck (tekst) en Frederik Buyckx (foto’s). Uitgegeven door EPO. isbn: 9789491297069. 320p. prijs: € 24.50
Eerdere RECENSIES op SOCIALISME.be
- "23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme"
- Dashiell Hammett. Hardgekookte schrijver, communistische voorvechter
- Film. Tinker, Tailor, Soldier, Spy
- ’De terugkeer van de dwarsliggers’ door Erik De Bruyn. Goede aanzet in de discussie over een nieuw links project
- ‘Voor wat hoort wat’: pak de armen aan in plaats van de armoede
- "Macht en terreur”. Recensie van bundeling van essays door Noam Chomsky
- “Kapitalisme zonder remmen”: vlotte inleiding tot elementen van de kapitalistische crisis
- ‘Straf de armen’
- ‘Red capitalism’. China tussen kapitalisme en planeconomie
- “Waarom Marx gelijk had.” Recensie van het nieuwe boek van Terry Eagleton
- India. ‘Bhimayana’ – de onaanraakbaren doorheen de geschiedenis
- ‘De toekomst van het sociaal overleg’
- The Miners’ Hymns
- Seksisme bediscussieerd in Italiaanse documentaire ‘Il Corpo delle donne’
- "Oorlog & zwijgen". Het zwijgen doorbreken om diegenen die willen vergeten de mond te snoeren!