Om zich te positioneren voor de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen van volgend jaar, heeft sp.a-burgemeester Patrick Janssens een boek uitgebracht. Daarin behandelt hij samen met de academici en ex-politici Bea Cantillon en Frank Vandenbroucke een aantal kenmerken van de ‘actieve welvaartsstaat’ en legt hij uit hoe het Antwerpse stadsbestuur daar in de afgelopen legislatuur concreet naar gehandeld heeft. Met een titel als ‘Voor wat hoort wat’ is het al niet moeilijk om te raden wat voor discours er in het boek aangetroffen zal worden.
In de inleiding vermeldt Janssens al meteen wat volgens hem het fundamentele probleem is: de welvaartsstaat wordt door mensen die er beroep op doen als ‘vanzelfsprekend’ beschouwd. Over het algemeen vindt hij dat sociale voorzieningen te veel als een recht gezien worden waar niet veel tegenover staat, terwijl ze volgens hem eerder gunstmaatregelen zijn waar op verschillende vlakken voor betaald moet worden. Deze visie op de welvaartsstaat leent zich onder andere perfect om een jacht op werklozen te rechtvaardigen zonder het structurele probleem van stijgende werkloosheid bij de horens te vatten, iets dat Janssens dan ook verder in zijn boek propageert. Het hele boek is doordrongen van het idee dat te veel werklozen niet ‘arbeidsbereid’ zijn; ook op vlak van inburgering, onderwijs en andere zaken komt deze visie steeds terug.
Op het vlak van inburgering stelt Janssens bijvoorbeeld dat de Vlaamse aanwezigheidsnorm voor inburgerings- en taalcursussen 50% à 80% bedraagt, maar dat hij dat in Antwerpen naar 100% wil optrekken. Hij redeneert daarbij dat een werkgever ook niet tevreden is met een aanwezigheid van 80%. Daarbij wordt wel vergeten dat nieuwkomers in België zich in een moeilijke situatie bevinden: het leefloon dat ze krijgen is onvoldoende om van te leven en dus moeten ze vaak bijklussen (vaak in het zwart) en is het dus niet altijd evident om altijd op de cursussen aanwezig te zijn. De oplossingen van Janssens gaan ook hier voorbij aan de sociale realiteit in Antwerpen.
Ook op vlak van onderwijs krijgen we enkel te horen hoe de burgemeester het repressieve beleid inzake spijbelen verder wil opvoeren. Over de oorzaken van spijbelgedrag (een zeer beperkt perspectief op een toekomst, onvoldoende middelen om jongeren bij het onderwijs te kunnen betrekken, enzovoort) klinkt enkel een oorverdovende stilte. Inzake sociaal woningbeleid lezen we een hele reeks van maatregelen die de sociale verhuurmaatschappijen in staat moeten stellen om bewoners die zich misdragen uit te sluiten; over het acuut gebrek aan sociale woningen in Antwerpen, de stijgende prijzen en dalende bereikbaarheid ervan: geen woord. Hetzelfde geldt voor jeugddelinquentie; boetes gebruiken als stok onder de deur, een meer gerichte repressieve aanpak, de wet op privacy versoepelen om persoonlijke gegevens beter te kunnen uitwisselen (en wellicht ook meer camera’s te kunnen plaatsen): dat zijn de oplossingen die Patrick Janssens naar voor schuift. Antwerpenaars vinden dat waarschijnlijk niet verwonderlijk. Zij hebben zelf al ervaren hoe Janssens het criminaliteitsprobleem in Antwerpen-Noord probeerde op te lossen door er een avondklok in te voeren voor de cafés waar veel allochtonen komen. Ook het algemeen hoofddoekenverbod op secundaire scholen behoort tot de maatregelen waarvoor dit stadsbestuur verantwoordelijk is. Zijn dit de oplossingen voor de sociale problemen die onder de oppervlakte borrelen?
De Linkse Socialistische Partij denkt van niet. Wij denken dat een consequent socialistisch stadsbestuur de zaken bij de wortels zou aanpakken en werk zou maken van de torenhoge werkloosheid, het gebrek aan sociale woningen en recreatiemogelijkheden, het terugschroeven van racistische en verdelende maatregelen,… enkel zo kan ook de criminaliteit in Antwerpen een halt toegeroepen worden. Patrick Janssens heeft echter al lang geleden het idee van een socialistisch stadsbestuur verworpen. Dat verklaart waarom hij voor elk probleem dat hij in zijn boek aankaart, de verantwoordelijkheid bij de slachtoffers legt in plaats van bij de schuldigen. Wie socialistische oplossingen voor de huidige stedelijke problematiek in Antwerpen zoekt, kan dit boek beter aan de kant laten liggen; en wie bij de komende gemeenteraadsverkiezingen voor een links, sociaal beleid wil kiezen, kan maar beter ook verder kijken dan de sp.a van Patrick Janssens die inhoudelijk amper verschilt van zijn coalitiepartner N-VA van Bart De Wever.