Your cart is currently empty!
Aardbeving in Marokko: gebrek aan infrastructuur is dodelijk
Om 23u11 lokale tijd op vrijdag 8 september werd de regio Marrakesh-Safi in Marokko getroffen door een verschrikkelijke aardbeving met een kracht van 6,8 op de schaal van Richter. De stad Marrakesh, op 70 kilometer van het epicentrum, kwam er nog goed uit. Veel dorpen in het Atlasgebergte daarentegen werden volledig verwoest. Er vielen bijna 3.000 doden en dubbel zoveel gewonden. De materiële schade wordt geschat op 10 miljard euro, oftewel 8% van het BBP van het land.
door Arno (Luik)
De omvang van de gevolgen van de ramp, zowel het aantal doden en gewonden als de materiële schade, wordt al te gemakkelijk toegeschreven aan het tragische toeval. De natuur zou ons eraan herinneren hoe klein en kwetsbaar we zijn, waarbij we niets konden doen om dit te voorkomen. Dat klopt slechts gedeeltelijk.
Naar aanleiding van de aardbevingen in Turkije begin dit jaar, zei Carmia Schoeman, een master in geologie van aardverschuivingen en lid van de Zuid-Afrikaanse afdeling van ISA: “In de studie van geologische gevaren hebben we een gezegde, namelijk dat het niet de aardbevingen zijn die mensen doden, maar de gebouwen.”
In de getroffen gebieden werden de regels en normen voor gebouwen niet nageleefd, waardoor de kwetsbaarheid voor aardbevingen groter werd. De gevolgen hiervan zijn dodelijk voor de bevolking. Nochtans had deze regio al vaker te maken met zware aardbevingen, onder meer in 1960 en 2004. De Afrikaanse en Euraziatische tektonische platen botsen in het Atlasgebergte. Heel wat dorpen in dit gebergte werden zwaar getroffen omdat ze in het epicentrum van de beving lagen. Grote delen waren onbereikbaar voor de hulpverlening door het gebrek aan goede wegen.
Ongelijkheid verergert gevolgen van ramp
De zwaarst getroffen regio’s zijn ook de armste. Het BBP per hoofd van de bevolking bedraagt in de regio Marrakech-Safi slechts de helft van het nationaal gemiddelde. De bevolking bestaat voornamelijk uit arme boeren die zelfvoorzienend zijn. De meesten zijn niet verzekerd. Er is een fonds om de gevolgen van natuurrampen op te vangen, het FLCN (Fonds de Lutte contre les effets des Catastrophes Naturelles). Dat fonds bestaat sinds 2020 en is volgens de Wereldbank niet in staat om meer dan 100 miljoen euro per jaar uit te betalen. Bovendien zijn er voor uitbetalingen administratieve procedures nodig die onmogelijk uit te voeren zijn in afgelegen dorpen waar de staat nauwelijks aanwezig is.
De ramp is van een andere omvang, maar de problemen inzake verzekeringen doen denken aan de schade door de overstromingen in België in de zomer van 2021 en de onwil van de verzekeringsmaatschappijen om de slachtoffers te vergoeden. De aardbeving was niet het gevolg was van klimaatverandering, maar de vreselijke overstromingen in Libië herinneren ons eraan dat het aantal natuurrampen de komende jaren zal toenemen. Dit vergroot de noodzaak om stevige infrastructuur op te bouwen met het oog op de gevaren die zich aankondigen.
De huidige omstandigheden laten dit echter niet toe. Marokko is dan wel de vierde grootste economie van het Afrikaanse continent en de tweede grootste investeerder, het is ook het meest ongelijke land van Noord-Afrika. De drie rijkste miljardairs van het land waren volgens Oxfam in 2018 4,5 miljard dollar waard en de toename van hun rijkdom in één jaar is gelijk aan de consumptie van de 375.000 armste Marokkanen in dezelfde periode.
Dit alles is mee het gevolg van een mondiaal economisch beleid dat overgeleverd is aan de grillen van de markt. Er is in het bijzonder de impact van de structurele aanpassingsplannen uit de jaren 1970 en 1980. In het kader van de schuldencrisis legden de ontwikkelde kapitalistische landen via het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank strenge financiële regels op aan landen met hoge schulden. Zo werd nadruk gelegd op de privatisering van grote delen van de economie, waaronder het transport.
Protest
In 2011 kende Marokko net als vele andere landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten een krachtige golf van protest tegen het regime. De ’20 februari-beweging’ reageerde in het bijzonder tegen de massale werkloosheid onder jongeren en de situatie van algemene sociaaleconomische wanhoop. De beweging werd neergeslagen, maar wakkerde een sfeer van verzet aan. In 2016 kwam dit opnieuw tot uiting in het protest in de Rif. Deze massabewegingen toonden dat grote delen van de bevolking bereid zijn om te strijden tegen het dictatoriale regime van koning Mohamed VI, die de plundering van het land door de Marokkaanse en de imperialistische elites mee helpt organiseren. De repressieve macht van het regime en het gebrek aan politieke organisatie om de beweging tot een overwinning te brengen, zorgden ervoor dat de beweging stopte. Maar de geest van protest is nog steeds sterk aanwezig in Marokko.
De gevolgen van de aardbeving en het antwoord van het regime hierop versterken de woede. Het is meer dan ooit nodig om de werkenden en hun gezinnen te organiseren rond een programma dat breekt met het huidige systeem en dat opkomt voor massale publieke investeringen in de noden van de bevolking, waaronder bescherming tegen nieuwe rampen zoals aardbevingen.