De afgelopen dagen was er in India een nieuw hoogtepunt voor de anti-corruptiebeweging die al enige tijd door het land trekt. Er waren enkele mobilisaties en de media besteedden veel aandacht aan de hongerstaking van de anti-corruptie activist Anna Hazare. Sommigen spreken over een “Indische revolutie” naar het voorbeeld van de golf van bewegingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Wat is daar van aan?
Van waar komt deze beweging?
De beweging tegen corruptie is niet nieuw. De afgelopen maanden was er veel ophef naar aanleiding van een omkoopschandaal bij de toekenning van GSM-licenties, het 2G-schandaal. Tal van gevestigde politici waren bij dat fraudeschandaal betrokken. Dat was algemeen geweten, maar het werd ook publiek bekend. Dat gebeurde onder meer via de klokkenluiderssite Wikileaks.
De afgelopen jaren waren alle gevestigde partijen in India betrokken bij corruptieschandalen. In een land met een zwakke heersende klasse is dat niet vreemd. De corruptie is op alle niveau’s aanwezig. De omvang van het schandaal rond de GSM-licenties leidde tot protest onder een beter begoede laag van middenklasse-activisten. Hun protest kreeg bekendheid toen de voormalige kapitein van het cricket-team een open brief naar premier Singh stuurde om te protesteren tegen de vele corruptieschandalen rond de Commonwealth Games in Delhi, hij vroeg de aanstelling van een onafhankelijke ombudsman.
De sociale activist Anna Hazare speelde daarop on en begon op 4 april met een hongerstaking rond de eis van een wet om een onafhankelijke ombudsman aan te stellen. Hazare genoot voordien enige bekendheid als lokale sociale activist die onder meer betrokken was bij anti-corruptiecampagnes. In april waren er verschillende protestacties, maar deze waren in verhouding tot de media-aandacht beperkt qua omvang. Het leverde Hazare steun op onder acteurs, muzikanten, intellectuelen en zelfs ondernemers. De regering kondigde aan dat een discussie over een wetsvoorstel zou worden gevoerd, waarop Hazare zijn hongerstaking stop zette.
De impact van het thema bleek intussen ook bij de deelstaatverkiezingen die vanaf april plaatsvonden in een aantal deelstaten. Daarbij lag Congress, de partij van premier Singh, onder vuur net zoals lokale bondgenoten van Congress of regionale partijen die zelf betrokken waren bij corruptieschandalen. Dat corruptie een rol speelde, valt niet te ontkennen. Maar een minstens even belangrijk thema waren ook toen de oplopende prijzen voor basisproducten als voedsel.
Waarom is er nu een nieuwe stroomversnelling?
De beweging kwam nu opnieuw in een stroomversnelling omdat de parlementaire discussie over de wet zou worden opgestart, waarbij al snel duidelijk was dat de door Congress gedomineerde regering absoluut niet van plan was om aan alle eisen van Hazare tegemoet te komen. De media-aandacht had Hazare een brede passieve steun opgeleverd, zo kreeg de campagne India Against Corruption al snel meer dan 200.000 aanhangers op Facebook.
Hazare stelde een ultimatum: er moest tegen 15 augustus een wet tegen corruptie komen, zoniet zou hij terug in hongerstaking gaan. Toen hij op 16 augustus effectief in hongerstaking wilde gaan, werd hij opgepakt. De regering hoopte met repressie de beweging te stoppen. Ook aanhangers van Hazare en andere anti-corruptie activisten werden opgepakt, het ging om meer dan 1.200 mensen. Hierop besloot Hazare om vanuit de gevangenis in hongerstaking te gaan. De golf van verontwaardiging in de media zette het regime onder druk en Hazare werd al gauw vrijgelaten, maar hij zette zijn hongerstaking voort. Voor het eerst kwam het ook tot massale betogingen met 100.000 deelnemers in Dehli en 50.000 in Mumbai.
Waar staat deze beweging politiek gezien?
De anti-corruptiebeweging rond Hazare speelt in op een breed ongenoegen tegenover de gevestigde politici en hun corruptie. Tegelijk zijn er een aantal belangrijke beperkingen. Zo worden de eisen beperkt tot het idee van een onafhankelijke ombudsman die via een anti-corruptiewet wordt aangesteld. Dat zal op zich niets veranderen aan de basis waarop corruptie zo welig kan tieren. Corruptie is geen moreel gegeven, maar zit ingebakken in het kapitalistische systeem. Door de discussie over corruptie te beperken tot een wetsvoorstel, worden kansen gemist om corruptie in een breder kader te zien.
Een andere beperking is de politieke onduidelijkheid van Hazare en co. Hij heeft intussen het “Team Hazare” opgezet met daarin ook verschillende ondernemers. De slogans zijn vaag, genre “India is één” of “India is Anna”. Op acties wordt de Indische nationale vlag boven gehaald. Hazare verkondigde in april dat hij sympathie had voor politici die niet corrupt zijn, zoals de hindoe-nationalistische leider Modi. Die is deelstaatpremier in Gujarat waar zijn rechtse nationalistische BJP in 2002 betrokken was bij massaal geweld tegen moslims.
De politieke onduidelijkheid van Hazare laat de BJP toe om ook nu een actievere rol te spelen in de beweging. De partij kondigde aan dat het de acties van Hazare volledig steun en er is ook een aanwezigheid op lokale acties. De organisatorische zwakte van Hazare, die alles wil toespitsen op een individuele hongerstaking in de plaats van een democratisch georganiseerde massabeweging, vergroot de mogelijkheid van de BJP om dat te doen. Het feit dat Hazare geen afstand neemt van de BJP, zonder er zich direct mee te verbinden, is evenmin van die aard dat het tot politieke opheldering zal leiden. Het resultaat is dat waar de BJP de anti-corruptie acties zelf organiseert, dit gepaard gaat met een uitdrukkelijk sectaire retoriek waarbij wordt beweerd dat corruptie iets van moslims en christenen is. De BJP is vooral uit op onmiddellijk politiek gewin tegenover Congress, dat bovendien verzwakt is door de gezondheidsproblemen van partijleider Sonja Ghandi.
De regering probeert op de beweging in te spelen met het voorstel om alle partijen bijeen te brengen voor een discussie over een wetsvoorstel. Het feit dat Hazare alle aandacht richt op dit wetsvoorstel biedt het establishment een uitweg. Maar anderzijds kijken velen uit naar de beweging die de afgelopen dagen is ontstaan, zeker onder jongeren is dat het geval, waardoor deze beweging al gauw verder kan radicaliseren en aan de controle van de zelf verklaarde leiding kan ontsnappen.
Hoe staan de linkse socialisten tegenover deze beweging?
Het gaat niet om een revolutie, maar om een beweging met een erg complex en gemengd karakter. Er zijn de zwakke positie van de leiding van deze beweging en de inhoudelijke beperkingen, maar anderzijds biedt deze beweging het potentieel van een nationaal protest tegen de gevestigde politici en hun systeem.
Het vergt dus een gevoelige benadering waarbij in de eerste plaats wordt uitgelegd hoe corruptie met dit systeem is verbonden en een strijd tegen corruptie dus moet samen gaan met verzet tegen het kapitalistische systeem. Bovendien wordt benadrukt dat de beweging ook thema’s zoals de prijsstijgingen moet opnemen. Met een inflatie die voor voeding tegen de 10% op jaarbasis aanschurkt, is dat geen overbodige luxe. De prijs van ajuinen is op een jaar tijd met 44% toegenomen, aardappelen werden 16% duurder. Dat komt erg hard aan bij de miljoenen armen in het land. Na twee decennia van neoliberale hervormingen is het aantal armen toegenomen van 69% van de bevolking (1993) tot 77% vandaag. Het gaat om 836 miljoen armen.
Deze uitzichtloosheid en extreme armoede zijn evenzeer elementen die van belang zijn in iedere discussie over corruptie. De economische groei in het land komt enkel ten goede van een kleine toplaag, terwijl de meerderheid het met steeds minder moet doen. Dat leidt tot ongenoegen en protest tegen armoede alsook tegen de enorme rijkdom van de kleine toplaag die het establishment vormt.
Het feit dat de anti-corruptiebeweging vandaag wordt gedomineerd door elementen van de middenklasse (soms gesteund door establishmentfiguren) is enkel mogelijk omdat de arbeidersbeweging dit thema niet opneemt en er geen campagne rond organiseert. De radicalisering van een deel van de middenklasse kan anderzijds de arbeidersbeweging wel toe actie aanzetten of alleszins het zelfvertrouwen aansterken. Dat zagen we ook met de beweging van Pakistaanse advocaten enige tijd terug. Maar indien de arbeidersbeweging niet het voortouw neemt, zal de politieke onduidelijkheid dominant blijven en is recuperatie door reactionaire krachten zoals de BJP niet uitgesloten.
De brede steun voor protest tegen corruptie is een uitdrukking van een groeiend ongenoegen tegenover het establishment. Het zal er op aankomen om het ongenoegen van de arbeiders en armen te organiseren en richting te geven. De krachten van New Socialist Alternative, onze zusterorganistie in India, zijn beperkt. Maar door consequent campagne te voeren en een socialistisch alternatief te verdedigen, kunnen ze een belangrijke rol spelen.