Your cart is currently empty!
ISA-school. Dialectisch materialisme, de filosofie van het marxisme

Verslag van een commissie op de ISA-school eind juli door Chris Stewart (Socialist Party, ISA in Noord-Ierland)
Tijdens de zomerschool van ISA kwamen honderden socialisten uit de hele wereld in België bijeen om te discussiëren over de veelzijdige crises van het mondiale kapitalisme en de opbouw van de revolutionaire socialisten in deze periode. Als onderdeel hiervan werd een discussie gehouden die zich richtte op de filosofie van het marxisme die aan de grondslag ligt aan de perspectieven en analyses van ISA: het dialectisch materialisme.
De eerste inleiding, gegeven door Sonja Grusch van ISA in Oostenrijk, ging over de belangrijkste stellingen van de marxistische filosofie en de betekenis van deze ideeën in de geschiedenis van de mensheid. Sonja legde uit dat in ons huidige systeem “filosofie” de neiging heeft te worden behandeld als het domein van een groep bevoorrechte intellectuelen, en wordt onderwezen op een saaie, abstracte manier die losstaat van het dagelijks leven.
Voor marxisten echter is dialectisch materialistische filosofie een instrument dat werkenden kunnen gebruiken om onze materiële omstandigheden te analyseren, waardoor we inzicht krijgen in het kapitalisme en hoe de wereldgebeurtenissen zich ontvouwen, wat ons kan helpen bij het opbouwen van de strijd tegen het systeem.
Dialectisch materialisme
De mens heeft er altijd naar gestreefd de omstandigheden van zijn bestaan te begrijpen. In de vroegste samenlevingsvormen domineerden proto-religieuze ideeën toen de mens worstelde om natuurverschijnselen, leven en dood te begrijpen. Sonja wees erop dat na de opdeling van de maatschappij in klassen en de vorming van de staat, deze ideeën instrumenten werden van de heersende klasse om de maatschappij te beheersen. Zoals Marx zei: “de ideeën van de heersende klasse zijn in elk tijdperk de heersende ideeën.”
De idealistische filosofieën van veel religies stellen dat de materie ondergeschikt is aan het denken, en dat de wereld in wezen de statische schepping is van één of vele goden. Gebeden en rituelen worden voorgesteld als methoden om de materiële wereld op onbekende manieren te beïnvloeden.
Marxistische filosofie daarentegen is materialistisch. Zoals Sonja het formuleerde, stelt het marxisme dat elk verschijnsel kan worden herleid tot zijn materiële basis. Kevin uit Ierland begon zijn inleiding met de stelling: “materie is primair, ideeën zijn het product van materie.” Hij vervolgde dat alle materie in een voortdurende staat van verandering verkeert en dat de wetten van de dialectiek die verandering bepalen.
Deze wetten werden uitgelegd door Sonja, en in de discussie gaven de kameraden een aantal voorbeelden van deze wetten in de praktijk.
Eenheid en conflict van tegenstellingen
De dialectische logica stelt dat tegenstellingen inherent zijn aan alle dingen, en dat zij de middelen zijn waardoor dingen vooruitgaan en veranderen. In het kapitalisme kunnen de kapitalisten niet bestaan zonder arbeiders om uit te buiten voor de winst. De burgerij en de arbeidersklasse staan tegenover elkaar en zijn van elkaar afhankelijk. Het is deze tegenstelling die de historische ontwikkeling van de kapitalistische maatschappij beheerst via de klassenstrijd.
Een ander voorbeeld dat op de school werd besproken was de Nieuwe Koude Oorlog tussen de imperialistische blokken onder leiding van de VS en China. Deze rivaliserende blokken komen steeds meer met elkaar in conflict, maar in werkelijkheid zijn zij ook beide van elkaar afhankelijk, met elkaar verbonden door ketens van productie, consumptie en het maken van winst.
Kwantiteit verandert in kwaliteit
Niets is eeuwig. Dialectisch materialisme is fundamenteel een filosofie van verandering. Maar verandering vindt niet plaats op een lineaire, geleidelijke manier. Er zijn sprongen, crises, catastrofes, oorlogen en revoluties. Kwantitatieve veranderingen – bijvoorbeeld in de stijgende temperatuur van water – maken op een gegeven moment onvermijdelijk plaats voor kwalitatieve veranderingen – d.w.z. de transformatie van water in stoom.
Een kameraad van de Britse afdeling gaf als voorbeeld de omslagpunten in het milieu. Naarmate de gemiddelde temperatuur van de aarde stijgt, leiden deze kwantitatieve veranderingen uiteindelijk tot een kwalitatieve verandering als een ‘omslagpunt’ wordt bereikt en ecologische kettingreacties in gang worden gezet. Een ander voorbeeld dat werd gegeven waren soortgelijke ‘omslagpunten’ in het bewustzijn van de arbeidersklasse, die in deze periode tot sociale explosies leiden, zoals in Sri Lanka.
Negatie van de negatie
De veranderingsprocessen zijn een reeks van “negaties”, waarbij omstandigheden uit het verleden plaats maken voor nieuwe omstandigheden. De vroegere toestand wordt echter niet volledig uitgewist. Elke nieuwe ontwikkeling heeft elementen van de oude in zich. Het kapitalisme bijvoorbeeld behoudt elementen van het feodalisme (in veel landen bestaan bijvoorbeeld nog steeds koninklijke families). Nieuwe perioden zijn vaak gekenmerkt door de tegenstellingen van oude perioden.
Een kameraad uit de VS gaf als voorbeeld het nieuwe ‘tijdperk van wanorde’ dat we zijn binnengetreden. Hoewel ISA duidelijk heeft gemaakt dat deze nieuwe periode in grote lijnen het einde van het tijdperk van het neoliberale kapitalisme betekent, betekent dit niet dat regeringen in deze periode niet zullen proberen elementen van neoliberaal beleid uit te voeren (zoals we hebben gezien), maar eerder dat ze daar veel minder toe in staat zijn, onder meer vanwege het potentieel van de arbeidersklasse om te strijden – zoals we in Sri Lanka zien.
De marxistische methode
Zoals Lenin zei: “zonder revolutionaire theorie kan er geen revolutionaire beweging zijn.” Veel kameraden in de discussie brachten kernpunten van de marxistische filosofie terug naar de discussies over wereldperspectieven die op de voorgaande dagen plaatsvonden, en benadrukten hoe marxisten filosofie gebruiken als een levend instrument.
Het ‘tijdperk van wanorde’ dat het mondiale kapitalisme is binnengetreden, heeft tot gevolg dat alle tegenstrijdigheden van het kapitalisme over de hele wereld aan het licht komen. De nieuwe Koude Oorlog, de economische crisis en de klimaatcatastrofe komen allemaal voort uit het fundamentele feit dat het kapitalistische systeem zich in een periode van verval bevindt en de menselijke samenleving niet langer kan ontwikkelen. Dit is de materiële basis voor de strijd voor socialisme over de hele wereld.
Een kameraad uit de VS wees erop dat het bewustzijn van de arbeidersklasse tot nu toe achterblijft bij de objectieve omstandigheden van de kapitalistische crisis en dat dit ertoe heeft geleid dat velen ter linkerzijde onjuiste conclusies hebben getrokken, bijvoorbeeld door te veronderstellen dat de arbeidersklasse niet langer over een revolutionair potentieel beschikt. Marxisten daarentegen begrijpen dat er onder de oppervlakte talloze processen plaatsvinden die het potentieel hebben om sociale explosies en grote sprongen in het bewustzijn van de arbeidersklasse te veroorzaken. Dit is wat Trotski “het moleculaire proces van de revolutie” noemde.
In het verleden hebben degenen in de socialistische beweging die de marxistische methode verwierpen vaak ernstige politieke fouten gemaakt. In zijn inleiding wees Kevin op Trotski’s debatten met Shachtman en Burnham in de Amerikaanse SWP in 1939-40, die het dialectisch materialisme verwierpen, wat hen tot een onjuist politiek standpunt bracht over het karakter van de Sovjet-Unie, waarbij ze de noodzaak verwierpen voor socialisten om de planeconomie te verdedigen.
Een ander voorbeeld dat Kevin gaf was Kautsky, die een niet-dialectische “gradualistische” kijk had op hoe het socialisme via het parlement tot stand kon komen – wat hem ertoe bracht de Russische Revolutie af te wijzen. In de discussie bracht een kameraad uit de VS deze “gradualistische” ideeën over de strijd voor het socialisme in verband met veel van het huidige reformistische links. Eric Blanc bijvoorbeeld – een leidende figuur in de DSA in de VS – stelt zich expliciet op één lijn met Kautsky en de “parlementaire weg naar het socialisme.” Dergelijke opvattingen gaan voorbij aan zowel de dynamiek van revolutionaire bewegingen in de wereldgeschiedenis, als aan een materialistische analyse van de kapitalistische staat.
Marxistische benadering van religie
Een deel van de discussie ging over de brede aanwezigheid van religieuze, idealistische en bijgelovige ideeën in de samenleving. Dergelijke ideeën zijn diepgeworteld in veel landen over de hele wereld. Een lid uit Ierland maakte duidelijk dat, hoewel marxisten pleiten voor een materialistisch wereldbeeld dat in strijd is met religieuze ideeën, wij geen neerbuigende houding aannemen ten opzichte van leden van de arbeidersklasse die er dergelijke opvattingen op na houden.
In plaats daarvan, en in tegenstelling tot veel “anti-theïsten” zoals Richard Dawkins, begrijpen wij de materiële basis voor religieuze ideeën in de samenleving. Wij schrijven leden van de arbeidersklasse of onderdrukten niet af als zij er idealistische denkbeelden op na houden en gaan er niet van uit dat zij niet voor het socialisme gewonnen kunnen worden. In plaats daarvan proberen we ons programma van socialistische eisen te verbinden met hun doorleefde ervaring van het leven onder het kapitalisme – een deel hiervan is het handhaven van het recht om religieuze ideeën te hebben, vrij van staatsinmenging, religieuze discriminatie etc.
Bouwen aan ISA in het tijdperk van wanorde
Voor marxisten is het dialectisch materialisme geen dogma maar een methode. Onze analyse en ons perspectief moeten zich altijd ontwikkelen om de concrete omstandigheden te begrijpen. In Kevins afronding van de discussie zei hij dat het opstellen van een revolutionair programma zelf een dialectisch proces is waarbij revolutionairen hun ideeën meenemen naar de arbeidersklasse en ze testen om onze politiek en onze benadering aan te scherpen.
Het potentieel voor sociale explosies, opstanden en revoltes in deze periode kwam in zowat elke commissie van de zomerschool aan bod. Kevin wees op de noodzaak voor ISA om naar de volledige samenleving te kijken naar de vorm die deze explosies kunnen aannemen, aangezien dit bepalend zal zijn voor het voortstuwen van de radicalisering en reorganisatie van de arbeidersklasse.
De “achterstand” van het bewustzijn op de objectieve omstandigheden waar veel kameraden in de discussie op wezen, legt revolutionairen de taak op om hun inspanningen op te voeren om die delen van de samenleving te bereiken die openstaan voor socialistische ideeën. Voorlopig is ons propagandawerk gericht op een klein, gepolitiseerd deel van de arbeidersklasse en de jongeren, niet op de massa. Het zal deze laag zijn die de krachten van de ISA hernieuwt en uitbreidt, wat ons voorbereidt op komende revolutionaire bewegingen.