Noord-Ierland: historische verkiezingen markeren nieuwe crisis voor ‘vredesproces’


De parlementsverkiezingen in Noord-Ierland waren historisch: Sinn Féin werd de grootste partij, de eerste niet-unionistische partij in de 101-jarige geschiedenis van de staat. Zoals een BBC-commentator opmerkte: “Noord-Ierland is letterlijk zo ontworpen dat dit niet zou gebeuren.” Maar terwijl een nationalistische partij nu de grootste is, blijft de grootste politieke strekking in het parlement van Stormont het verdeelde Unionisme.

Door Kevin Henry (Socialist Party, ISA in Ierland)

De unionistische DUP verloor 6,7% van haar stemmen, maar tegenover de verwachtingen in recente opiniepeilingen heeft zij zich toch enigszins hersteld. De DUP verloor vooral stemmen aan de hard-line TUV, dat meer dan 65.000 stemmen kreeg en enkele zetels won. Dit zette een grote druk op de DUP. Samen met de bredere ontevredenheid in de protestantse gemeenschappen zal dit na de verkiezingen enkel groter worden.

DUP schenkt verkiezing aan Sinn Féin

Ondanks het feit dat Sinn Féin bijna een kwart eeuw in de regering heeft gezeten en zich heeft voorbereid op aanvallen op de arbeidersklasse, was de belangrijkste slogan van Sinn Féin “stem voor echte verandering.” Tegen het einde van de campagne werd opgeroepen om te stemmen voor een “eerste minister voor iedereen,” waarmee Sinn Féin probeerde de verkiezingen in een presidentiële stemming om te zetten. Het was echter niet haar slimme campagnevoering of enig enthousiasme voor de staat van dienst van Sinn Féin, maar de aanpak van de DUP, die door de katholieken als onverzettelijk werd beschouwd, die Sinn Féin haar overwinning bezorgde.

Deze verkiezingen zijn weliswaar ‘historisch’, maar lossen niets op. De crisis in het ‘vredesproces’ zal alleen maar verergeren. Zoals sleutelfiguren aan de protestantse kant opmerken, heeft het unionisme nu een mandaat om niet tot de uitvoerende macht toe te treden indien er geen vooruitgang wordt geboekt met het Noord-Ierse protocol. Ook op de Britse regering, die over deze kwestie verdeeld is, neemt de druk toe om het protocol eenzijdig op te zeggen. Dit kan echter een handelsoorlog met de Europese Unie uitlokken en zelfs opnieuw de kwestie van een hardere grens op het Ierse eiland aan de orde stellen, wat voor niemand aanvaardbaar zou zijn.

Alliance scoort, maar vormt geen alternatief

Het andere verhaal van deze verkiezingen was de opleving van de Alliance. Hoewel de stemmen van de Alliance het sterkst stegen in beter begoede protestantse wijken, die pro-Unie zijn maar tegen Brexit stemden, steeg het aantal stemmen over de hele linie en zag de partij haar zetelaantal meer dan verdubbelen. Voor een deel van de jongeren wordt de Alliance Party beschouwd als een ‘progressieve’ breuk met de ‘oranje’ (unionistische) en ‘groene’ (katholieke) sektarische politiek.

De Alliance is echter allesbehalve een progressieve partij, maar een gevestigde orde die vaak vol enthousiasme de aanval heeft geopend op werknemers en jongeren – van de invoering van de gehate hervorming van de sociale zekerheid tot het verhogen van het inschrijvingsgeld voor studenten. Onlangs nog was Alliance doorslaggevend bij het verwerpen van Gerry Carroll’s wetsvoorstel om Thatcher’s anti-vakbondswetten in te trekken.

De kleinere zogenaamde gematigde partijen, SDLP en UUP, verloren aan Sinn Fein en DUP in de strijd om de eerste minister, en aan Alliance als een betere vertegenwoordiging van ‘gematigde’ politiek. De SDLP werd het zwaarst getroffen en verloor vier zetels, en heeft niet langer het aantal zetels dat nodig is om deel te nemen aan de Executive. Nu de grotere partijen hun kiezersbasis opzuigen, worden deze partijen, die de begindagen van het vredesproces domineerden, geconfronteerd met een existentiële crisis.

Ook de Groenen zijn het slachtoffer van de golf van Alliance en hebben hun beide zetels verloren. Het linkse People Before Profit, dat erin slaagde de zetel van Gerry Carroll in West-Belfast te behouden en een bredere lijst van kandidaten had, zag zijn stemmenaantal in zijn kerngebieden aanzienlijk dalen doordat Sinn Féin de stemming in katholieke gemeenschappen naar zich toe trok. Hoewel alle kleine partijen tot op zekere hoogte in de verdrukking kwamen, moet dit worden gezien als een waarschuwing voor de gevaren van het opbouwen van een politiek project dat gebaseerd is op een eenzijdig standpunt over de nationale kwestie en dat niet in staat is om met de sektarische partijen te concurreren wanneer de zaken gepolariseerd zijn.

Bouwen aan een socialistisch alternatief

De jonge vakbondsactivisten Neil Moore en Amy Ferguson kwamen in Zuid-Belfast en West-Tyrone op voor de Socialist Party. Onze resultaten waren bescheiden, maar de belangrijkste reden om ons kandidaat te stellen was om de arbeidersbeweging en jonge activisten duidelijk te maken dat er een socialistische strijd moet komen tegen de regeringspartijen in Stormont, een strijd die alle gemeenschappen omvat. Onze campagne was succesvol in haar belangrijkste doelstelling om aansluiting te vinden bij jongeren en arbeiders die geïnteresseerd zijn in het opbouwen van dat alternatief.

Belangrijk is dat het grootste deel van de verkiezingscampagne werd gedomineerd door discussies over koopkracht, met stakingen in zowel de publieke als de private sector. Het is in deze strijd, en in de strijd van jongeren tegen onderdrukking, klimaatcrisis en uitbuiting, dat een gemeenschapsoverstijgend socialistisch alternatief kan worden opgebouwd.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop