Your cart is currently empty!
Stijgende prijzen zetten onze koopkracht onder druk: sociale strijd opvoeren!

De snel stijgende inflatie wordt door de bazen aangegrepen om in naam van hun concurrentiepositie een aanval in te zetten op onze lonen. Dat is het excuus dat ze gebruiken om de klassenstrijd op te voeren om hun winsten te vergroten.
door Jeremy (Namen) uit maandblad De Linkse Socialist
In de vorige editie van De Linkse Socialist publiceerden we een artikel over de oorzaken van de inflatie. Die gaan veel verder dan enkel de energiecrisis. De internationale toeleveringsketens lopen vast door de gevolgen van de pandemie, maar ook door de politieke instabiliteit en de toenemende inter-imperialistische spanningen, in het bijzonder de economische concurrentie en de nieuwe koude oorlog tussen de VS en China. De inflatie zal niet zomaar verdwijnen en dreigt te zorgen voor een enorme schuldencrisis, een aaneenschakeling van wanbetalingen en faillissementen en zelfs een diepe economische recessie.
Zorgt concurrentie voor de redding?
De Amerikaanse president Joe Biden zei afgelopen juli: “Ik ben een trotse kapitalist. Het grootste deel van mijn loopbaan heb ik besteed aan het vertegenwoordigen van de ondernemingsgezinde staat Delaware. Maar laat me heel duidelijk zijn: kapitalisme zonder concurrentie is geen kapitalisme, het is uitbuiting. Zonder gezonde concurrentie kunnen de grote spelers vragen wat ze willen en je behandelen zoals ze willen. Dat betekent een slechte deal aanvaarden voor dingen waar je niet zonder kunt.” De oplossing lijkt voor de hand te liggen: meer concurrentie.
Dit soort slecht toneel is niet nieuw. We zagen eerder hoe het gebruikt werd om de openbare diensten af te breken. Vandaag blijkt nochtans heel duidelijk dat de concurrentie tussen energieleveranciers niet zorgt voor een daling van de prijzen.
Begin februari maakte de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) bekend dat de gascentrales in ons land samen goed waren voor een bedrijfswinst van 353 miljoen euro, de grootste winst in 15 jaar. Die privébedrijven grepen de sterke stijging van de gasprijzen aan om hun voorraden duur te verkopen in plaats van er elektriciteit mee op te wekken. Daarna werd met de opbrengst van die verkoop elektriciteit gekocht bij andere leveranciers, wat een opwaartse druk zet op de elektriciteitsprijzen. Kortom, de marktlogica versterkt de prijsstijgingen.
Onvermijdelijke sociale onrust
Perioden van hoge inflatie zorgen historisch steeds voor scherpe klassenstrijd. Dit jaar begon bijvoorbeeld met een massale opstand in Kazachstan die bloedig werd neergedrukt, met de hulp van het Russisch imperialisme. De opstand ontstond na forse prijsstijgingen. Het nieuwe tijdperk van wanorde dat we zijn binnengetreden, kan sociale bewegingen voortbrengen die het protest van de gele hesjes in Frankrijk in 2018 in de schaduw plaatsen.
In 2008 leidden de stijgende voedselprijzen (vooral door speculatie als gevolg van de economische crisis) tot een hele reeks ‘voedselrellen’ in Afrika, Haïti, Azië (Indonesië, Filippijnen, enz.) en Latijns-Amerika (Peru, Bolivia, enz.). Een dergelijk scenario kan zich opnieuw voordoen, zeker in een periode van schaarste die veel speculatieve mogelijkheden schept. Stijgende prijzen speelden ook een sleutelrol in de golf van massamobilisaties in Noord-Afrika en het Midden-Oosten in 2010-2011, die begon met de revoluties die een einde maakten aan het bewind van de dictators Ben Ali in Tunesië en Moebarak in Egypte. In 2019 lagen stijgende prijzen mee aan de basis van massale opstanden in onder meer Ecuador en Soedan.
Het is dan ook met enige wanhoop dat liberale economen via alle kanalen van de gevestigde media herhalen dat we vooral geen loonsverhogingen mogen eisen omdat dit tot meer inflatie zou leiden. Dat is niet correct. Als een kapitalistisch bedrijf onder druk staat om de lonen te verhogen, zijn prijsverhogingen niet de enige optie. Het is ook mogelijk om de winsten te verlagen. Ondanks records inzake winstmarges bij de grote bedrijven, lijkt het verlagen van de winsten echter een ondenkbaar taboe te zijn.
Opgelet: koopkracht onder vuur
Op het niveau van de maatschappij in haar geheel zou dit betekenen dat een groter deel van de geproduceerde rijkdom naar de werkende klasse gaat in plaats van naar de kapitalisten. Het betekent ook meer middelen voor de sociale zekerheid via sociale bijdragen op de lonen.
De klassenstrijd om de lonen speelt mee bij het voorstel om de btw op elektriciteit tijdelijk te verlagen van 21% naar 6%. Een verbruiksbelasting die gelijk is voor alle inkomensniveaus is uiteraard bijzonder asociaal. De tijdelijke btw-verlaging is echter niet ingegeven door een gevoel van rechtvaardigheid, laat staan door vrijgevigheid. Begin februari berekende de econoom Philippe Defeyt (Ecolo) van het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling dat de btw-verlaging ervoor zorgt dat de tweede indexverhoging van 2022 later valt. “Dat is zes maanden koopkrachtverlies voor de gezinnen die van het indexeringsmechanisme genieten. Zij zouden meer geld overhouden met een hogere elektriciteitsfactuur.” (Le Soir, 7 februari)
De bazen werpen het idee van een indexsprong op. Pieter Timmermans van de werkgeversfederatie VBO schreef onlangs: “De indexering wordt niet door Sinterklaas betaald, maar door de bedrijven die de kost moeten dragen door nog meer te presteren of prijsstijgingen door te voeren. Daarom (…) moeten we ons strikt aan de Wet van 96 houden.” Hij voegde eraan toe: “Als we vandaag niet ingrijpen, wordt België opnieuw de zieke man van Europa.” Dat vat perfect samen hoe de bazen de concurrentie gebruiken om de lonen te ondermijnen.
In zijn tijd sprak Karl Marx al over inflatie op een bijeenkomst van de Internationale Arbeidersassociatie, de Eerste Internationale. Zijn bijdrage werd nadien gepubliceerd als het boek ‘Loon, Prijs en Winst’. Het toont op briljante wijze aan dat het niet de lonen zijn die de prijzen opdrijven. Loonsverhogingen zijn het resultaat van harde strijd van de werkenden om te krijgen wat hen toekomt: een groter deel van de door hen geproduceerde rijkdom. De automatische indexering – in Trotski’s Overgangsprogramma omschreven als de “glijdende loonschalen” – is een doorn in het oog van de kapitalisten. De verdediging ervan is essentieel voor de werkende klasse.
Een socialistisch antwoord
De arbeidersklasse moet reageren met een offensief programma. De automatische loonindexering moet worden gehandhaafd met een herstel van de index zoals die voor 1994 bestond (toen de ‘gezondheidsindex’ werd ingevoerd, waardoor onder meer de motorbrandstofprijs niet langer in rekenschap wordt gebracht). Naast de afschaffing van btw op eerste levensbehoeften is het de hoogste tijd om een minimumloon van 14 euro per uur in te voeren. De loonwet van 1996 moet onmiddellijk weg, zodat er echte onderhandelingen kunnen plaatsvinden in alle bedrijfstakken die tijdens de crisis winst hebben gemaakt. Dit houdt onder meer in dat de boeken van alle ondernemingen worden geopend voor hun werknemers en dat een belasting wordt geheven op crisisprofiteurs om herinvesteringen in productieve sectoren te financieren.
Om de explosie van de energieprijzen een halt toe te roepen, volstaat een tijdelijke BTW-verlaging niet. De nationalisatie van de hele sector zonder compensatie is nodig. De gecombineerde crisis van de inflatie en het coronavirus geeft een voorproefje van wat ons te wachten staat als we de ecologische crises als gevolg van de opwarming van de aarde overlaten aan de marktmechanismen. Om de uitdagingen aan te pakken, moet de volledige financiële sector genationaliseerd worden zodat een rechtvaardige en duurzame energietransitie kan betaald worden, met de creatie van stabiele en goedbetaalde jobs voor isolatie van gebouwen, massale investeringen in openbare diensten en toegang tot goedkoop krediet voor huisvesting en duurzame bedrijven.
Inflatie is niet vreemd aan het kapitalisme, maar is er een natuurlijk gevolg van. Net zoals het bestaan van privé-monopolies dat is. De kapitalistische klasse als geheel zweert weliswaar bij de deugden van concurrentie als remedie, maar op het niveau van hun individuele ondernemingen haten kapitalisten concurrentie! Protectionisme, exclusieve exploitatierechten en patenten op uitvindingen en geneesmiddelen zijn allemaal wettelijke middelen om concurrentie te vermijden. Zodra zij de markt betreden, streven individuele kapitalisten ernaar monopolist te worden door kleinere concurrerende bedrijven op te kopen. Om voor eens en voor altijd van de schadelijke gevolgen van het kapitalisme af te komen, is er een andere productiewijze nodig: een socialistische en democratische planning van de economie.
De grote problemen waarmee we worden geconfronteerd en die onoplosbaar zijn binnen het kader van de kapitalistische samenleving, zullen de zoektocht naar radicalere oplossingen stimuleren. Rechts-populistische krachten proberen dit verschijnsel uit te buiten. Het is een illusie te denken dat reformisme of links ‘populisme’ een antwoord bieden. Alleen een omvattende klassenanalyse, perspectief, programma en organisatie kunnen een internationalistische socialistische uitweg bieden uit het verval van het kapitalisme.