Your cart is currently empty!
Libië. Westerse interventie onder het mom van “humanitaire hulp”
De troepen van Khadaffi voeren een uitputtingsslag tegen de bevolking van Misrata. Het regime van Khadaffi doet beroep op brute kracht in een poging om te overleven. Het is daartoe in staat omdat het momentum van de oorspronkelijke opstand in februari, geïnspireerd door de bewegingen in de buurlanden Tunesië en Egypte, was verdwenen. Het ontbrak de beweging aan een onafhankelijke leiding waardoor ze werd gekaapt door een combinatie van pro-Westerse elementen en overlopers van het regime van Khadaffi die het op een akkoord met de imperialistische machten wilden gooiden.
Dit heeft het Khadaffi mogelijk gemaakt om zijn heerschappij minstens tijdelijk te stabiliseren. Hij doet dat met een combinatie van terreur en het uitspelen van de breed verspreide angst dat de sociale verworvenheden die de afgelopen 40 jaar werden bekomen op het vlak van gezondheidszorg en onderwijs zullen verdwijnen.
De alliantie van de Voorlopige Nationale Raad met het imperialisme en de reactionaire Arabische landen heeft het voor deze rebellen moeilijker gemaakt om ingang te vinden onder de bevolking van een groot deel van het westelijk gedeelte van Libië, waar twee derden van de bevolking woont.
De huidige militaire patstelling verplicht de grote imperialistische machten om een meer directe interventie op de grond te overwegen. Dat zou onder het mom van een “humanitaire” interventie een einde kunnen stellen aan Khadaffi. De Europese Unie heeft ingestemd met een document van 61 pagina’s waarin onder meer het plan staat om 1.000 soldaten naar Misrata te sturen voor een “humanitaire missie” die “toelating krijgen om te vechten als ze zelf of als hun humanitaire werk wordt bedreigd.” Het doel zou zijn om “corridors langs de zee en over het land te beveiligen”, aldus een woordvoerder van de EU (Guardian, 18 april)
Gezien de grote olie- en gasvoorraden in Libië is het niet verwonderlijk dat er al rivaliteit is tussen de Europese machten om de leiding van een eventuele grondoperatie op te nemen. De Duitse regering onthield zich in maart nog bij de stemming in de VN over een “no fly zone”, maar in april werd wel ingestemd met het sturen van 900 Duitse soldaten als onderdeel van een Europese gevechtseenheid die eventueel kan worden ingezet. Dat werd niet bepaald enthousiast onthaald bij de Britten en de Fransen. In een poging om zelf het initiatief in handen te krijgen, kondigde de Britse regering aan dat ze “bijkomende” militairen zou sturen om de rebellen ter plaatse te “adviseren”.
Een deel van de Libische bevolking verwelkomt iedere steun in de strijd tegen Khadaffi, maar ieder vertrouwen in deze zogenaamde “vrienden” is totaal misplaatst. Als Khadaffi een meer betrouwbare bondgenoot was geweest, dan zou het imperialisme een andere houding hebben ingenomen. Toen de Sri Lankese regering in haar eindoffensief tegen de rebellen van de Tamil Tijgers in 2009 meer dan 50.000 burgerslachtoffers maakte, dan bleven de grootmachten zwijgen. Ze hoopten allen dat ze op goede voet met het regime konden blijven staan. Het is pas nu dat er enige kritiek op de Sri Lankese regering komt, deels omdat deze regering de banden met China nog aan het versterken is.
Geen enkele van de machten die nu de Libische rebellen steunt, heeft een palmares op het vlak van het verdedigen van democratische rechten in Noord-Afrika of het Midden-Oosten. Zo krijgen de rebellen steun en geld van het autocratische feodale regime uit Quatar dat in eigen land nooit nationale parlementsverkiezingen heeft toegelaten.
De Westerse machten hebben steeds steun verleend aan reactionaire regimes in het Midden-Oosten. Ze bleven steeds stil bij de Israëlische aanvallen op Gaza en Libanon. De brutale repressie van het regime in Bahrein kan hoogstens op een milde vorm van kritiek rekenen en dit terwijl er zowat 500 mensen zijn opgepakt en een aantal van die activisten in de cel zijn omgekomen. Het regime in Bahrein wordt volledig gesteund door de militaire krachten van Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Vorige week begon het regime van de Verenigde Arabische Emiraten, eveneens een groep feodale autocraten, om in eigen land oppositieleden op te pakken. In Dubai werd Ahmed Mansour op 8 april opgepakt omdat hij een petitie had ondertekend waarin werd gepleit voor een verkozen parlement.
En toch wordt in het officiële Britse “Rapport over mensenrechten en democratie” uit 2010 geen melding gemaakt van de Verenigde Arabische Emiraten of de interne situatie in Quatar. Het gaat in beide gevallen immers om belangrijke bondgenoten. Het rapport heeft het enkel over Saoedi-Arabië om het te hebben over de “vrouwenrechten, de doodstraf, de rechten van buitenlandse werknemers en de gerechtelijke hervorming.” De kwesties van algemene democratische rechten of nationale verkiezingen blonken uit door hun afwezigheid in het rapport. Dat komt uiteraard omdat het Britse imperialisme hoopt dat de Saoedische Koninklijke familie de touwtjes in dat land stevig in handen zal houden.
Zoals we eerder al stelden, is de enige uitweg uit de patstelling een beweging van de Libische arbeiders en jongeren rond een programma dat de belangen van de meerderheid van de bevolking centraal stelt. Daarbij moet worden opgekomen voor de verdediging van echte democratische rechten, het stoppen van corruptie en privileges, het verdedigen en verder ontwikkelen van de sociale verworvenheden die werden bekomen sinds de ontdekking van de olie, verzet tegen iedere vorm van herkolonisatie en voor een democratisch gecontroleerde economie in openbare handen waarbij de economie wordt gepland zodat de rijkdommen van het land worden ingezet met het oog op de belangen van de meerderheid van de bevolking.
Een dergelijk programma kan iedere vorm van onderscheid op basis van stam of regionale afkomst overstijgen. Bij de bewegingen in Tunesië en Egypte zagen we hoe een offensieve beweging de massa’s kon verenigen. Dat is ook in de strijd tegen de kliek rond Khadaffi en de imperialistische bemoeienissen noodzakelijk.
We mogen geen enkele steun verlenen aan de imperialistische interventie, ook al gebeurt deze onder de vlag van de VN. De Libische arbeiders en jongeren mogen geen vertrouwen stellen in de zogenaamde democratische machten. Ze mogen niet vergeten dat de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk,… enkele weken geleden nog goede vrienden van Khadaffi waren en vandaag nog steeds bevriend zijn met dictatoriale regimes in Quatar, Saoedi-Arabië of de Verenigde Arabische Emiraten.
Het opzetten van een onafhankelijke beweging van Libische arbeiders, armen en jongeren om een revolutionaire verandering te bekomen, is de enige manier om de imperialistische plannen te doorkruisen, de dictatuur te stoppen, het bloedige conflict te beëindigen en om het leven van de massa’s te veranderen.