Nieuwe PVDA-voorzitter, zelfde vraag: hoe socialisme realiseren?

Peter Mertens en Raoul Hedebouw op een vakbondsbetoging eerder dit jaar. (foto door Liesbeth)

Artikel door Bart Vandersteene uit maandblad De Linkse Socialist

Begin december wordt Raoul Hedebouw de nieuwe PVDA-voorzitter. Hij volgt Peter Mertens op, die in 2008 de fakkel overnam van Ludo Martens. Als nieuwe voorzitter was Mertens de verpersoonlijking van de breuk met de ‘oude’ PVDA, een breuk die nodig was om te overleven. De hervorming kende succes: de partij groeide van 2300 leden toen naar 24.000 vandaag. De electorale successen waarop de partijvernieuwing focuste, volgden ook: in 2018 haalde de PVDA 169 lokale verkozenen, een jaar later 43 parlementsleden. Hiermee geeft de PVDA uitdrukking aan de groeiende zoektocht naar een linkse kritiek op het beleid en aan de zoektocht naar een alternatief op deze kapitalistische samenleving die in permanente crisis is beland.

De aanwezigheid van de PVDA in de parlementen zorgt ervoor dat de bekommernissen van de werkende klasse daar een sterker platform krijgen. Wij zijn daar enthousiast over, terwijl we tegelijk het debat blijven voeren over welke tactieken en strategie nodig zijn om effectief tot een breuk met het kapitalisme te komen. Op dat vlak zijn we bezorgd dat het electorale bij de PVDA primeert boven de uitbouw van sociale strijd. De interne herpositionering binnen de PVDA-leiding kondigt op dat vlak geen nieuwe koers aan.

Zelfs minimale eisen botsen met heel het systeem

De grote campagnes van de PVDA zijn al langer beperkt tot enkele minimale voorstellen: verlaging van de BTW op energie naar 6%, een miljonairstaks, een publieke bank, pensioen op 65 jaar … Deze eisen klinken voor velen als muziek in de oren en zouden een stap vooruit zijn. Na 40 jaar rechtse tegenhervormingen lijken ze vaak radicaal.

Zelfs deze eisen botsen evenwel meteen op de winstmaximalisatie die eigen is aan het kapitalisme. Sociale vooruitgang realiseren, vergt harde sociale strijd van onderuit waarmee een krachtsverhouding wordt uitgebouwd waar de kapitalisten niet om heen kunnen.

Sociale strijd is de motor voor sociale verandering. Parlementaire posities moeten in de eerste plaats dienen voor de uitbouw van deze sociale strijd. Elke overwinning onder het kapitalisme is immers slechts tijdelijk. De logica van brutale concurrentie tussen privé-ondernemingen en hun nood om winsten te maximaliseren zet een permanente neerwaartse druk op lonen, arbeidsomstandigheden, sociale uitgaven …  Anders gezegd: de klassenstrijd is permanent en allesbepalend zolang de twee fundamenteel tegenover elkaar staande sociale klassen bestaan. De kapitalistische klasse die de fabrieken, de banken, de technologie, gronden en gebouwen in eigendom heeft, vormt de sociale klasse die baat heeft bij de huidige organisatie van de samenleving.

Daartegenover staat de grote meerderheid van de bevolking, de werkende klasse, iedereen die afhankelijk is van de verkoop van arbeidskracht om in z’n levensonderhoud te voorzien. Deze meerderheid heeft er belang bij om de samenleving zo te organiseren dat er samenwerking en solidariteit is, in plaats van concurrentie en competitie. Deze meerderheid heeft er belang bij dat problemen als klimaat, voedselveiligheid, armoede en gezondheid, globaal en in solidariteit worden aangepakt, dat er overal in de wereld sociale zekerheid is, kwaliteitsvol onderwijs en goed werkende openbare diensten zijn, dat er geen discriminatie of uitbuiting is. Maar zo’n solidaire samenleving valt niet te rijmen met het private bezit van de productie. Het is het één of het ander.

Het inzicht overbrengen, dat kapitalisme niet te rijmen valt met een sociale politiek, aan een zo breed mogelijk publiek, via agitatie en doorheen sociale strijd, is de fundamentele taak van al wie opkomt voor een socialistische samenleving. Daar komt de PVDA niet aan tegemoet. De minimale eisen worden niet gekoppeld aan het in vraag stellen van de private eigendom van de productiemiddelen als hoeksteen van de kapitalistische samenleving.

Daarmee sluit de PVDA zich aan bij de dominante trend binnen links vandaag: het zich aanpassen aan het systeem. De val van de stalinistische dictaturen in het Oostblok 30 jaar geleden weegt nog altijd zwaar door. Het idee dat er een alternatief mogelijk is op het kapitalisme, leek voor verschillende generaties een naïeve illusie. De ideologische wervelwind van neoliberalisme en individualisme zette een enorme druk op linkse organisaties en hun programma. Veel partijen in Europa die door de PVDA als referentiepunt worden genomen, ruilden het streven naar socialisme in voor sociale correcties op het systeem. De PVDA evolueert ook in die richting.

Hoe ontstond de ‘nieuwe’ PVDA?

Peter Mertens wierp zich begin deze eeuw op als de leider van de jonge garde die een interne omwenteling doorvoerde. Daarmee werd komaf gemaakt met de erg openlijk stalinistische koers van de partij. Raoul Hedebouw werd de joviale, vlotte woordvoerder die de bocht nam van het oubollige stalinistische discours naar een vlot, soms simplistisch maar electoraal lonend, discours. Mertens en Hedebouw waren in de jaren 1990 voortrekkers van de jongerenbeweging van de PVDA, de MLB (Marxistisch-Leninistische Beweging). Heel wat centrale kaders van de huidige partijleiding kregen in die periode hun ‘old school’ stalinistische politieke vorming.

Het stalinistische model was rond de eeuwwisseling helemaal achterhaald. Dit stortte de PVDA in een existentiële crisis. Tegelijkertijd groeide de ruimte voor een politiek alternatief op de naar het centrum opgeschoven sociaaldemocraten en groenen, die het neoliberalisme steeds meer omarmden. De PVDA slaagde er niet in om deze ruimte in te nemen. Wij namen in die periode de naam LSP aan en verdedigden de noodzaak van een nieuwe partij van de werkende klasse, een brede strijdpartij waar al wie zich verzet tegen het neoliberale beleid deel van kon uitmaken. We stelden dat LSP er alles aan zou doen om zo’n partij te steunen en tegelijk verder zou bouwen aan een eigen marxistische organisatie.

Er waren verschillende pogingen om de leemte op links in te vullen. In 2006 werd het Comité voor een Andere Politiek opgericht, met onder meer voormalig SP-parlementair Jef Sleeckx. Er was Une Autre Gauche in Brussel en Wallonië. In 2011 stapte SP.a Rood uit de SP.a en vormde het de beweging Rood! We werkten mee aan samenwerkingsverbanden als Front des Gauches en Gauches Communes. Geen enkele van deze initiatieven had de juiste benadering en samenstelling om tot een succesvolle nieuwe partij te leiden. Toch deed LSP er alles aan om deze initiatieven te versterken. Uiteindelijk slaagde de PVDA er stap voor stap in om de linkse ruimte te vullen. Helaas blijft de PVDA een resoluut afwijzende houding innemen tegenover LSP-steun aan dit proces. 

Dat neemt niet weg dat we ook bij de volgende verkiezingen actief zullen oproepen om PVDA te stemmen als beste optie vandaag om de stem van de werkende klasse in het politiek debat te versterken en daarmee de sociale strijd te ondersteunen. We zullen de conclusies van het partijcongres van 5 december aandachtig en kritisch onder de loep nemen. Niet omdat we nu eenmaal kritiek willen leveren, maar omdat het debat over hoe tot een maatschappijverandering te komen essentieel is voor activisten en strijdbare syndicalisten. We doen dit vanuit onze benadering die strijd voor elke vooruitgang van de werkende klasse onlosmakelijk verbindt met de noodzaak van vastberaden en internationale strijd en organisatie voor socialistische maatschappijverandering.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop