[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
CULTUUR op SOCIALISME.be
- “Uw sociale zekerheid in gevaar”
- "Made in Dagenham." Vrolijke film over historische staking voor gelijke rechten
- “It doesn’t have to be like this – women and the struggle for socialism” door Christine Thomas
- David Rovics in concert in Hong Kong
- 61ste Berlinale: hoe actueel is Bergman?
- "Als een miljard Chinezen springen". Nieuw boek over ecologische ramp in China
- “De eeuwige terugkeer van het fascisme”. Rob Riemen brengt enkel vaak weerkerende clichés
- “Het grote ontwerp”. Stephen Hawking en Leonard Mlodinow over het universum
- “De opstandige en revolutionaire algemene staking van de winter van ‘60-‘61” door Gustave Dache
- Film: "Illégal". Een harde aanklacht, maar wat daarna?
- Het verhaal van Max De Vries, partizaan voor het leven
- “Privacy”, boek van Rudie Kagie over de opmars van Big Brother
- Militante hiphop uit de VS. Interview met Boots Riley van “The Coup”
- Franse topgroep Sexion D’Assaut wil homofobe boodschap ook bij ons verspreiden
- U2 in België: wat blijft er nog over van de muziek?
[/box]
Journalist Rudi Rotthier trok vorig jaar voor het eerst in 20 jaar terug naar Pakistan. Hij brengt het verhaal van zijn reis in een interessant en vlot leesbaar boek. Pakistan wordt algemeen voorgesteld als een van de gevaarlijkste landen ter wereld. Een land van fundamentalisten, aanslagen, corruptie, atoomwapens, geweld,… Hoe gaat de Pakistaanse bevolking om met die achtergrond?
Rotthier bezocht 20 jaar geleden al het land en verbleef ook nu enkele weken in Pakistan. De verschillen vallen hem op, maar ook de gelijkenissen. Hij wordt aan de luchthaven niet opgewacht door gewapende Taliban-strijders en kan relatief vrij door het land reizen waarbij hij er steeds in slaagt om ontmoetingen te hebben met mensen die willen discussiëren over de situatie in hun land. Dit boek is een mengeling tussen een reisverhaal en een documentaire over de politieke situatie.
De auteur bezocht het land tijdens de overstromingsramp. Hij sprak met diverse figuren, hoofdzakelijk uit betere kringen (intellectuelen, politieke leiders, leraars,…) maar steeds neemt hij een kritische positie in met veel aandacht voor het dagelijkse leven van de gewone bevolking. Er wordt ingegaan op dagelijkse problemen zoals geweld, corruptie,… waarbij Rotthier probeert om verschillende visies te confronteren.
In Peshawar, de hoofdstad van de Noordwestelijke Grensprovincie, bevindt Rotthier zich op een boogscheut van Afghanistan en gebieden die door de Taliban worden gedomineerd. Hij discussieert in Peshawar met een vertegenwoordiger van een islamistische partij alsook met een kopstuk van de seculiere Awami National Party. Doorheen de discussies wordt nogmaals duidelijk hoe groot de afkeer is tegenover het Amerikaanse imperialisme en de oorlog. De bevolking heeft het gevoel de speelbal te zijn van het bloedige spel dat de grote imperialistische machten over hun hoofd heen spelen. Eerst werd steun verleend aan de islamitische strijders in Afghanistan en plots werden de hoofdvijand. Dat wordt niet begrepen.
De aanslagen in Pakistan zijn geen uitdrukking van een brede steun onder de bevolking voor fundamentalistische krachten. Er is een roep naar verandering met een grote afkeer tegenover het establishment, maar het is moeilijk om dat te kanaliseren. Sommigen grijpen terug naar de beweging van de jaren 1970 toen Zulfikar Ali Bhutto aan de macht was en onder druk van onderuit een reeks hervormingen moest doorvoeren, zonder evenwel te breken met het kapitalisme en de macht van het leger dat zodra de mogelijkheid zich daartoe voordeed een einde maakte aan het links-populistische regime van Bhutto. Het ontbreken van een goed georganiseerde arbeidersbeweging laat zich voelen in Pakistan. Rotthier trok niet naar vakbondsmilitanten en brengt geen beeld van de arbeidersbeweging, maar dit vormt wel een belangrijk element in de politieke situatie van het land.
Uit het boek blijkt een groot onbegrip voor de veranderingen van de afgelopen jaren. Beter begoede burgers begrijpen niet hoe het in Afghanistan zo ver is kunnen komen, vroeger was Kaboel voor hen een oord van plezier en vertier. Het was het Parijs van het oosten. Vandaag ligt de stad in puin. De Swatvallei werd het Zwitserland van Pakistan genoemd en leefde van het toerisme. Vandaag zijn er lege musea omdat alle stukken uit de tentoonstelling in veiligheid zijn gebracht. Onder de bevolking is er een afkeer voor het VS-imperialisme en een instinctief aanvoelen dat kapitalisme en imperialisme aan de basis van veel problemen liggen. De politieke leiders, met inbegrip van de fundamentalisten, blijven echter illusies hebben in de VS. Een vertegenwoordiger van de ANP stelt dat links zijn en pro-Amerikaans synoniemen zijn in Pakistan. Ook de fundamentalist met wie Rotthier praat, staat positief tegenover de VS. “Al was het maar omdat we de as tussen India en Amerika niet sterker mogen laten worden – een hechte coalitie van die twee zou helemaal schadelijk zijn voor onze belangen”, stelt de voorman van de Jamiat Ulema e Islam (JUI). De fundamentalisten haalden overigens ook de noordwestelijke grensprovincie (thans “Khyber Pakhoonkwa” genoemd) niet meer dan 10% bij de verkiezingen van 2008.
Bij de hulpverlening na de overstromingsramp is er heel wat corruptie waardoor hulp niet ter plaatse geraakt. Intussen is er een rijke toplaag die de afgelopen jaren nog veel rijker is geworden. Dat speelt ook een rol in het bewustzijn. Rotthier wijst op het bestaan van spookleraars, spookchauffeurs,… waarbij politici mensen officieel tewerk stellen in een niet bestaande school maar ze daar wel een loon voor uitbetalen. Rothhier rijdt mee met een spookchauffeur die officieel voor het ministerie werkt maar eigenlijk zelf een vervoersbedrijfje heeft. De chauffeur stelt dat hij daar geen probleem mee heeft: hij betaalt immers wel belastingen terwijl de rijkste mensen in het land dat niet doen.
“Een reis door Pakistan. De lont aan de wereld”, is een vlot geschreven boek. Veel elementen van het dagelijkse leven zijn erg herkenbaar voor wie deze regio van de wereld (Pakistan, India,…) ooit bezocht. Het is op zich geen politiek geïnspireerd boek, maar door het dagelijkse leven van de gewone bevolking te beschrijven maakt Rudi Rotthier duidelijk hoe groot de kloof is tussen de toplaag die in samenwerking met het imperialisme al decennialang allerhande spelletjes speelt en daarbij niet aarzelt om oude geesten (zoals deze van het fundamentalisme) uit de fles te halen en aan de andere kant de gewone bevolking die wordt geconfronteerd met onzekerheid, werkloosheid, armoede en miserie. Soms volstaat een beschrijving van de feiten als oproep tot rebellie en verzet.