Your cart is currently empty!
Geen harde of zachte aanvallen op onze pensioenen, maar strijden voor een goed pensioen voor iedereen!

Een paar dingen over de huidige pensioendiscussie… Laten we niet vergeten dat zelfs de voorstellen van Lalieux voor velen een achteruitgang betekent tegenover de situatie vandaag. Er wordt een minimum loopbaan van 42 jaar ingevoerd om met vervroegd pensioen te kunnen gaan: heel veel mensen, vooral vrouwen, zullen daar in de praktijk nooit aan geraken. Tegelijk zal bij velen een gevoel van opluchting heersen dat de voorstellen ‘niet zo erg’ zijn als men gevreesd had.
Door Tim (Gent)
Er kwam onmiddellijk een rechtse stortvloed aan kritiek op de pensioenplannen. Daarbij worden rechtse mythes over de pensioenen zonder enige kritiek als waarheid bestempeld. De belangrijkste is het dogma over de “betaalbaarheid” van de pensioenen: het axioma lijkt te zijn dat we “langer moeten werken”, want “we leven langer”. Het probleem is dat dit dogma geen enkele rekening houdt met de stijgende productiviteit: ja, de levensverwachting steeg de voorbije 50 jaar (zelfs indien corona zorgde voor een lichte daling en er voor gewone werkenden in onder meer de VS voordien al een dalende tendens was), maar de productiviteit nam nog veel sterker toe. Met andere woorden: binnen dezelfde loopbaan produceren we vandaag veel meer rijkdom dan enkele jaren geleden. Waarom niet een deel van die rijkdom gebruiken voor betere pensioenen, eerder dan ze als winsten aan aandeelhouders uit te keren? Langer werken is dus geen wetmatigheid, het is het gevolg van een politieke keuze om de winsten te blijven maximaliseren. Het deel van die nieuwe rijkdom dat naar de rijksten gaat wordt steeds groter. Willen we dus echte solidariteit met de toekomstige generaties moeten we vooral de grote winsten collectiviseren, en gebruiken voor het algemeen goed.
In het hele debat rond “langer werken” vergeet men vaak dat dit voor heel wat mensen gewoon onmogelijk is. Veel mensen die vroeg begonnen te werken, hebben een fysiek uitdagende job. Die mensen zijn na 30-40 jaar werken ‘op’. Ze krijgen steeds meer fysieke klachten, hun gezondheid gaat sterk achteruit. Het is dan ook geen toeval dat deze mensen een pak minder lang leven dan gemiddeld: in België loopt dat verschil op tot 5 jaar. Als je ook nog eens rekening houdt met “in goede gezondheid leven”, is het verschil nog groter: daar waar mensen die boven het mediaan inkomen leven in 90% van de gevallen geen fysieke klachten hebben, blijkt dit voor mensen in het laagste inkomensdeciel slechts 60% te zijn. “Langer werken” betekent voor vele mensen in laagbetaalde jobs letterlijk “werken tot je erbij neervalt.” Het gevolg is dat velen van hen tóch vroeger zullen stoppen, en daardoor nog minder pensioen zullen hebben.
De hardheid en de onverzettelijkheid waarmee journalisten, politici, bedrijfsleiders en pseudo-academici ons proberen wijs te maken dat eerlijkere en betere pensioenen “onbetaalbaar” zijn, toont wel één ding aan: dit kapitalisme heeft niets meer te bieden aan de meerderheid van de bevolking. Er is steeds meer rijkdom, maar steeds minder van die rijkdom gaat naar de meerderheid van de bevolking. Er is geen geld voor een echt preventief gezondheidsbeleid dat zaken zoals de coronacrisis kan tegengaan.
Er is geen geld voor een klimaatbeleid dat overstromingsrampen kan verhinderen. Er is geen geld voor noodzakelijke investeringen in onderwijs, gezondheidszorg of infrastructuur. Er is geen geld voor degelijke lonen en goede arbeidsvoorwaarden. En nu is er ook geen geld voor degelijke pensioenen. De boodschap is duidelijk: dit systeem werkt niet voor de 99%, en er is geen enkel perspectief dat het ooit beter zal worden. Wat een verschil met vorige generaties, waar – weliswaar onder niet-afhoudende druk van de arbeidersbeweging – de elite verplicht was om elke nieuwe generatie betere leefomstandigheden te bieden dan de vorige. Er was decennialang collectieve vooruitgang, er was de illusie dat dit systeem ook perspectief kon bieden aan diegenen die het moeilijker hadden. Het zou beter worden, en was het niet meer voor jou, dan toch voor je kinderen.
Dat perspectief is er niet meer. En de reden is duidelijk: de elite vreest de arbeidersklasse niet meer. Ze is niet langer bang voor de macht van de arbeidersbeweging en haar vakbonden. Ze beeft niet meer van angst bij het idee dat de vakbond het land kan platleggen en de winsten aan banden kan leggen indien er geen sociale vooruitgang is. Die elite is daarom gaan geloven dat het niet meer hoeft, er moet geen positieve toekomst meer voorgehouden worden.
Vandaag is een groot deel van de bevolking bang, ze vrezen de toekomst. Ze weten niet hoe hun pensioen er zal uitzien. Laten we die angst van kamp doen veranderen: laat de 1% het gevoel krijgen dat ze niet anders kunnen dan terug met een progressief pensioenverhaal te komen. Dat ze geen andere keuze hebben dan hun winsten beschikbaar te stellen voor de welvaart van de meerderheid.
Laten we ons dus sterker beginnen organiseren. Laten we ‘neen’ zeggen tegen diegenen die ons slechtere pensioenen willen voorstellen. Wij willen een pensioenplan waarin vooruitgang voor de meerderheid van de bevolking zit. Waarin de groeiende productiviteit vertaald wordt in kortere werktijden, gezonder en minder zwaar werk. Vroegere en betere pensioenen, zeker voor diegenen die zo vroeg al begonnen werken. Laat het geld eens niet naar de winsten van de 1% gaan, maar naar de 99%.