Your cart is currently empty!
Griekse regering faalt in antwoord op verwoestende branden

Door Eleni Vetsika (Socialist Party – ISA in Ierland)
Op 12 augustus was in Griekenland meer dan 1.160 km² in vlammen opgegaan, en op het moment dat dit artikel werd geschreven, bedreigen actieve bosbranden nog steeds meer bossen en dorpen. De eerste dagen van augustus waren er honderden branden over de hele wereld, in de meeste continenten, maar in Europa in het bijzonder, waar in Turkije, Griekenland, Cyprus en Italië al dagen- of wekenlang bosbranden woeden, waarbij de temperaturen aanzienlijk hoger opliepen dan normaal en dit gedurende een langere periode. Deze hittegolven in vele mediterrane landen maken deel uit van het fenomeen van stijgende temperaturen op wereldschaal als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen en dit betekent nu een snel toenemend risico op branden over de hele wereld.
Te weinig middelen voor brandweer
In Griekenland is de grootste verwoesting tot nu toe aangericht in het noorden van Evia, het op één na grootste eiland van Griekenland, waar de vlammen duizenden vierkante meters bosgebied hebben verzwolgen, maar ook het leven van duizenden mensen hebben verwoest doordat hun huizen, bedrijven, boerderijen en vee, bijen en bijenkorven de branden, die op 3 augustus uitbraken en meer dan een week lang niet onder controle waren, niet overleefden. Hele dorpen werden geëvacueerd en duizenden brandweerlieden, vrijwilligers en plaatselijke bewoners leverden strijd tegen de bosbranden, terwijl drie andere grote branden andere gebieden in het land decimeerden, één in de noordwestelijke buitenwijken van Athene en twee in de Peloponnesos.
Van meet af aan was het duidelijk dat de Griekse brandweer, maar vooral de bosbouwinstanties, ondanks een heldhaftige en indrukwekkende strijd, niet voldoende of niet naar behoren waren uitgerust. Meer concreet heeft Griekenland elke zomer te maken met bosbranden, alleen al in 2018 kwamen honderd mensen om toen een vreselijke brand in Mati hen in hun huizen en auto’s insloot en alles tot aan de kustlijn verbrandde. De Griekse autoriteiten beschikken echter steevast over te weinig middelen en zijn onvoldoende voorbereid om het hoofd te bieden aan de bosbranden, waarvan we weten dat ze door de acute opwarming van de aarde alleen maar erger zullen worden.
Meer concreet hebben de bosbouwautoriteiten de regering om minimaal 17,7 miljoen euro gevraagd om voldoende uitrusting te krijgen, beschadigde blusvliegtuigen en -wagens te repareren, brandgangen en -stroken aan te leggen enzovoort. In plaats daarvan heeft de regering-Mitsotakis slechts een schamele 1,7 miljoen euro aan hen toegewezen, terwijl zij ook niet de 4.000 brandweerlieden in dienst hebben genomen die zij hadden beloofd. Op dit moment zijn er in het land 4.000 niet ingevulde vacatures voor brandbestrijding. Journalisten schatten dat er in de periode 2010-2020 maar liefst 1,1 miljard euro is weggehaald bij brandbeveiliging. Toch probeert de regering zich te verschuilen achter de opwarming van de aarde en te doen alsof ze alles deed wat ze kon. Voor het beschermen van de bevolking tegen voorspelbare branden zijn er geen middelen. Vorig jaar vond de regering wel honderden miljoenen euro’s om de rederijen en projectontwikkelaars te compenseren voor verliezen in verband met de pandemie.
Solidariteit van de gemeenschap overtreft de reactie van de regering
Tijdens de eerste dagen van de bosbranden klaagden de plaatselijke bewoners in vooral Evia dat er geen Sinouks en Canadairs waren (beide types vliegtuigen worden gebruikt om op grote schaal branden te blussen), waarvan Griekenland er naar verluidt verschillende bezit. De autoriteiten waren snel geneigd dergelijke klachten van de hand te wijzen, maar het bleek dat een groot deel van de vloot ofwel te oud was, ofwel schade had opgelopen terwijl de bevoegde autoriteiten geen geld hadden voor herstellingen.
Ooggetuigen stelden vast dat de zelforganisatie van gewone mensen de belangrijkste factor vormde in de strijd tegen de branden. Een gevoel van ontgoocheling en nalatigheid door de overheid overheerst sterk bij de mensen in Griekenland, en voor het eerst heeft een TV-zender live ongemonteerde opnamen en interviews gebracht waarin de woede tegen de autoriteiten niet kon worden gemaskeerd. Zo werd een stem gegeven aan de slachtoffers van de branden.
Al die tijd kloppen de regeringsverantwoordelijken zichzelf op de borst en doen zij beledigende uitspraken, zoals de bewering dat er geen mensenlevens verloren zijn gegaan. Ze negeren de dappere vrijwilliger die op 6 augustus omkwam bij de branden buiten Athene, de talloze dieren die zijn omgekomen en de habitats en biodiversiteit die zijn vernietigd. Ze zijn ook erg trots op de “noodevacuaties” die ze hebben bevolen, wat natuurlijk geen beleid is om de bosbranden aan te pakken, maar een laatste redmiddel wanneer de branden niet onder controle zijn. En ten slotte zijn zij, in een poging om de aandacht af te leiden van hun criminele nalatigheid en het beroven van de brandweer en de bosbouwautoriteiten van middelen, overgegaan tot een herschikking van de regering: ze verkeren in de verkeerde veronderstelling dat de mensen niet zullen inzien dat het hun beleid is dat de kern van het probleem vormt.
De regering-Mitsotakis is er het afgelopen jaar in geslaagd Griekenland tot het eerste NAVO-land te maken wat militaire bewapening betreft, en heeft duizenden nieuwe politievoertuigen gekocht en duizenden nieuwe politieagenten in dienst genomen om de universiteiten te ‘beschermen’. De regering heeft meer dan 35 miljoen euro verspild aan de betaling van particuliere tv-zenders en meer dan 300 miljoen euro aan het bedrijf dat de luchthaven van Athene beheert, om twee voorbeelden te noemen. En toch heeft zij nagelaten elementaire, essentiële brandbestrijdingsapparatuur te repareren en heeft zij zelfs seizoensbrandweerlieden ontslagen (mensen die normaal in dienst zijn voor de maanden van het brandgevaarlijke seizoen) omdat ze deze personeelsleden zogenaamd niet kon veroorloven.
Dit is dezelfde regering die afgelopen najaar ambulancemedewerkers maandenlang onbetaald liet en midden in de Covid-19-pandemie weigerde de contracten van het ziekenhuispersoneel te verlengen. Het is dezelfde regering die het minimumloon met een beledigende 50 cent per dag verhoogt, terwijl zij aan de andere kant werkdagen van tien uur legaliseert. Het is dezelfde regering die heeft beloofd (financiële en andere) hulp te bieden aan de slachtoffers van de branden, maar de solidariteit en hulp van de lokale, naburige en bredere arbeidersgemeenschappen in Griekenland was aanzienlijk sneller en heeft ervoor gezorgd dat mensen onmiddellijk onderdak, voedsel en andere eerste levensbehoeften hebben gekregen. Ondertussen kon de regering er niet eens voor zorgen dat mensen niet gevraagd zou worden bootkaartjes te betalen terwijl ze op de vlucht sloegen als ze hun huizen achterlieten in de brand.
Dringende behoefte aan massale investeringen
De realiteit in Griekenland is dat jaren van besparingen hebben geleid tot gevaarlijke tekorten in essentiële diensten, onderbezette instanties met personeel dat in jaren niet is opgeleid of bijgeschoold – met onvolledige boskaarten en verouderde en beschadigde apparatuur waarvan wordt verwacht dat zij verwoestende bosbranden voorkomen, er bescherming tegen bieden en ze uiteindelijk blussen. Om nog maar te zwijgen van het feit dat de verantwoordelijkheid voor het beheer van bosbranden meer dan 20 jaar geleden is weggehaald bij de bosbouwinstanties en is overgedragen aan de brandweer, terwijl de Griekse brandweer geen opleidingen voorziet in het omgaan met branden en rampen in deze omgeving.
Het wordt nu duidelijk dat bosbranden vaker zullen voorkomen en meer schade zullen aanrichten dan vroeger, aangezien de milieuomstandigheden drastisch en helaas onomkeerbaar zijn veranderd. Er moet een einde komen aan de voortdurende ondermijning van bosgebieden ten gunste van ontwikkeling, bouw en mijnbouw, deze sectoren moeten worden genationaliseerd onder toezicht van de werknemers, en er moet prioriteit worden gegeven aan de aanpak van de klimaatverandering in het algemeen. Als onmiddellijke maatregel moet er dringend worden geïnvesteerd in volledig opgeleid personeel en werkuitrusting – door de eerder genoemde 4.000 vacatures te vervullen, maar ook door lokale gemeenschappen die het meeste risico lopen, op te leiden en bij te staan (met alle financiële middelen die nodig zijn). En van cruciaal belang is ervoor te zorgen dat geen verbrande bosgrond in gebruik wordt genomen door projectontwikkelaars en speculanten die er ongetwijfeld op uit zijn van deze crisis te profiteren.