Your cart is currently empty!
20 jaar geleden: de antiglobaliseringsbeweging
“Internationaal verzet tegen het Europa van het kapitaal”

Twintig jaar geleden bereidde België zich voor op het roulerend voorzitterschap van de Europese Unie in een heel bijzondere context, die van een groeiende internationale mobilisatie van jongeren tegen de internationale instellingen van het kapitaal (G8, WTO, EU …). LSP en haar internationale organisatie waren volop betrokken bij deze acties, in het bijzonder via de campagne Internationaal Verzet en International Socialist Resistance. We spraken over de antiglobaliseringsbeweging met Bart Vandersteene, woordvoerder van LSP.
Interview door Nicolas Croes
Wie stilstaat bij deze beweging, denkt onvermijdelijk aan de “Slag om Seattle” in 1999, toen een top van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voortijdig moest worden beëindigd vanwege 40.000 betogers. De beelden spraken tot de verbeelding…
“Ik zei altijd dat Seattle me drie keer persoonlijk had geraakt. De eerste keer met Nirvana, de laatste keer met het buitengewone werk van onze kameraden bij Socialist Alternative en Kshama Sawant, en daartussen met deze manifestatie. Deze drie dingen zijn eigenlijk heel verwant.”
“Een hele laag van de bevolking, zeker in de VS, was zich destijds terdege bewust van de Amerikaanse invloed op de wereldhandel, de gevolgen hiervan voor de plundering van de neokoloniale wereld en de vernietiging van het milieu. De spectaculaire mobilisatie tegen de WTO-top gaf concreet uiting aan het gevoel dat er iets moest worden gedaan tegen de heerschappij van deze instellingen. Het was zeer belangrijk te begrijpen dat het probleem veel globaler was. De kapitalistische globalisering was overal ter wereld een probleem als je niet tot de ultrarijke elite behoorde. Dit werd een paar jaar voordien geïllustreerd door Michael Moore’s documentaire ‘Roger and Me’ over het schrappen van 30.000 jobs in de General Motors fabrieken in Flint, Michigan.”

We zijn nu op een keerpunt in de geschiedenis beland, waar het neoliberalisme snel krediet aan het verliezen is. Ergens in die tijd verschenen de eerste elementen van deze situatie.
“Je moet je voorstellen dat in die tijd het neoliberalisme onomstreden was. Iedereen aanvaardde ideeën als ‘globalisering is vooruitgang’, ‘de trickle-down-theorie werkt’, ‘de private sector werkt beter dan de openbare sector, we moeten privatiseren’ … Zelfs de groenen en sociaaldemocraten volgden, met nuances natuurlijk. Het was de heerschappij van de neoliberale eenheidsgedachte.”
“En toen kwam de beweging tegen de kapitalistische globalisering, die met haar vuist op tafel sloeg en zei: ‘Nee, wij zijn het er niet mee eens!’ Voor het eerst sinds lang was er een structurele kritiek rond een centraal idee: wat er gebeurt is niet hervormbaar, het is de volledige kapitalistische globalisering die overboord gegooid moet worden. Instellingen als de WTO waren de illustraties bij uitstek van dit systeem van gigantische uitbuiting van natuur en arbeiders door multinationals. Daarom waren zij een bijzonder doelwit.”
“Het neoliberale bewind begon barsten te vertonen. Het was het begin van een zoektocht naar een alternatief, met acties, betogingen, maar ook pogingen tot een politieke uitbreiding van de strijd in Latijns-Amerika en Europa. Het was een kwestie van strijdbare acties, met de ambitie om massaal de straat op te gaan tegen een duidelijke vijand: de instellingen van het kapitaal. Een hele nieuwe generatie jongeren raakte betrokken in de mobilisaties en de debatten die daardoor op gang kwamen.”
De debatten waren zelfs aanwezig in de muziek. Ik herinner me dat er onder de activisten op het protest tegen de G8-top in Evian in 2003 spanningen waren tussen de fans van Manu Chao en die van Ska-P…
“De beweging is oorspronkelijk ontstaan als reactie op de individuele benadering van verandering. Toen de massabeweging aan kracht verloor, doken die individuele elementen terug op. We zagen hetzelfde proces met de klimaatbeweging in 2019. Na een aanvankelijke explosieve fase die vertrouwen gaf in het idee van een transformatie van de samenleving, waren veel mensen van mening dat zij niets konden veranderen buiten de keuze van wat ze in hun winkelwagentje legden. De problemen zijn zo groot, zo structureel, dat het bijna onmogelijk is om iets te bereiken zonder een globale oplossing. Dat vereist een strategie op langere termijn, ook op de moeilijke momenten.”
“Er waren heel wat discussies in die beweging. Moeten we bij de radicalen blijven of moeten we een bredere laag bereiken? Was het aanvaardbaar om deel te nemen aan verkiezingen en politiek? Wij hebben er toen op gewezen dat aansluiting moest worden gezocht bij de bekommernissen van de werkenden en de jongeren om meer weerklank te geven aan de mobilisaties en meer mensen erbij te betrekken. Dit betekende dat men moest afstappen van abstracte slogans, ook al klonken die goed en radicaal, om concrete eisen naar voren te schuiven. Het was ook van cruciaal belang om verder te gaan dan de betogingen en erop te wijzen dat de winstmachine enkel kon gestopt worden door stakingen van werknemers.”
“Er werd veel aandacht besteed aan het blokkeren van de toppen van de instellingen waar zij bijeenkwamen, zoals in Seattle was gebeurd. Het debat ging over welke strategie te volgen: geweld of zo talrijk zijn dat er in de stad niets te organiseren viel. In de eerste plaats deden de grote steden er alles aan om te profiteren van het prestige dat het organiseren van een dergelijke top met zich meebracht. Het was city marketing. Maar toen werden de topontmoetingen op ontoegankelijke locaties gehouden. Het EU-voorzitterschap routeerde niet langer om de zes maanden, maar het hele circus bleef gewoon in Brussel.”
“Hoe dan ook, het blokkeren van een top betekent op zichzelf niet dat het beleid dat er wordt besproken, ook geblokkeerd is. Daartoe is het noodzakelijk een duurzame krachtsverhouding op te bouwen, gebaseerd op de betrokkenheid van de massa’s. Radicalen kunnen in hun eentje geen overwinning behalen die verder gaat dan het symbolische. Dit is de invalshoek van waaruit geweld moet worden besproken: op welke manier kunnen confrontaties met de politie of gebroken ramen helpen om dit perspectief op langere termijn op te bouwen? Het was deze discussie over perspectief die uiteindelijk het belangrijkst was.”
“Voor ons is het alternatief op de kapitalistische globalisering het democratisch socialisme. Maar in die tijd drukte de nederlaag van de bloedige karikatuur van het socialisme die het stalinisme was, nog zwaar op het bewustzijn van de mensen, ook bij de jongeren.”
Veel jongeren dachten destijds dat de beweging jarenlang zou duren en op alle continenten uitbreiding zou kennen, wat tot een blijvende groei zou leiden. Het was echter een beweging van korte duur…
“Vandaar het belang van een organisatie om de beweging in elk stadium van haar ontwikkeling te evalueren en niet achteraf. Een cruciaal keerpunt was 11 september 2001. Plots domineerde deze terroristische aanslag die duizenden doden had veroorzaakt alles. Iedereen was daarover bezig. De beweging moest zich aanpassen aan een totaal andere context. Bestond ook hier het gevaar van terrorisme? Zouden de toppen van de westerse kapitalistische instellingen een doelwit worden van terroristen? Hoe reageren op de instrumentalisering van de veiligheid om onze rechten in te perken? Hoe omgaan met de opkomst van islamofobie en de komst van nieuwe oorlogen, eerst in Afghanistan (2001) en dan in Irak (2003)?”
“Zonder de antiglobaliseringsbeweging zou de internationale anti-oorlogsbeweging in 2002-2003 niet zo sterk gestaan hebben. De tientallen actiecomités van Internationaal Verzet die in 2001 ontstonden om het protest tegen de EU-toppen in ons land voor te bereiden en om te mobiliseren naar onder meer Göteborg (EU-top in juni 2001) of Genua (G8-top in juli 2001), richtten zich al gauw op de anti-oorlogsprotesten. Zo namen we het initiatief voor scholieren- en studentenstakingen op Dag X, de dag dat de oorlog in Irak zou beginnen. Op 15 februari 2003 waren er wereldwijd miljoenen mensen die gelijktijdig betoogden tegen de dreigende oorlog in Irak. Er was een sterke internationalistische stemming in de beweging. We ontvingen activisten uit andere landen in onze huizen. We hadden een andere wereld nodig en wilden daar samen voor opkomen. Deze stemming is sindsdien gebleven en komt vandaag onder meer tot uiting in de feministische beweging, klimaatacties of de Black Lives Matter-protesten.”
“In 2000 hadden de 225 rijkste mensen op aarde hetzelfde vermogen als de armste 50% van de wereldbevolking. Vandaag zijn het er 26, bijna tien keer minder. De beweging tegen de kapitalistische globalisering was de voorloper van een bredere radicalisering in de samenleving, een radicalisering die vandaag nog meer uitgesproken is door de economische en gezondheidscrisis. Deze strijd van 20 jaar geleden is een belangrijke ervaring waar we lessen uit kunnen trekken om in de toekomst sterker te staan in onze strijd tegen onderdrukking, ongelijkheid en uitbuiting. Centraal staan de kracht van massamobilisaties, de absolute noodzaak van organisatie en de kwestie van een socialistisch alternatief voor het kapitalisme.”






