Gevestigde politiek verliest alle geloofwaardigheid

Onderzoeksbureau Ipsos deed recent een onderzoek naar de politieke voorkeur van jongeren (18-34 jaar) in ons land. In het noorden scoort het Vlaams Belang met 20%, in het zuiden Ecolo en PTB met elk 24%. De steun voor de traditionele partijen kalft verder af.

Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Terugvechten tegen de crisis

De traditionele politieke families verloren al veel terrein. Hun geloofwaardigheid kreeg een verdere deuk door de economische en de gezondheidscrisis. De onzekerheid neemt toe door massale tijdelijke werkloosheid en ontoereikende uitkeringen. Delen van de werkende klasse en de jongeren gaan al maandenlang gebukt onder inkomensverlies door de sluiting van de horeca, de evenementensector en de cultuur. Mensen-zonder-papieren zijn kwetsbaarder dan ooit.

Zoals de Brusselse afdeling van ACOD LRB (Lokale en Regionale Besturen) benadrukt in haar “Oproep voor een strijdbare 1 mei”: “Terwijl de ene economische sector onderuit gaat, stellen andere het beter dan ooit. Zo bijvoorbeeld de farmaceutische en de logistieke sector en de grootwarenhuizen. En toch probeert het patronaat de loonsverhogingen bovenop de index tot 0,4% te beperken voor 2021-2022. Ze verwijzen naar de crisis, maar geld is er genoeg: 17 van de 20 grootste bedrijven die op de Brusselse Beurs genoteerd zijn hebben in 2020 dividenden uitgedeeld ten bedrage van 5 miljard euro! Het jaarsalaris van de patroons van de BEL20 nam tussen 2014 en 2019 toe met 50%! Rekening houdend met de prijsstijgingen daalde het reëel minimumloon voor de werkende klasse sinds 1996!”

Het oude argument van de sociaaldemocratie en de groenen dat het ‘zonder ons nog erger zou zijn’, heeft na de brutale besparingen onder de regering-Michel zeker aan kracht gewonnen. De omvang van de crisis maakt echter dat cosmetische aankondigingen niet volstaan om de groeiende woede in de samenleving te sussen.

Voor een offensieve en consequente linkerzijde

De vraag werpt zich op hoe we de steun voor extreemrechts in Vlaanderen kunnen beantwoorden. Conner Rousseau, de voorzitter van Vooruit, zei vorig jaar: “We moeten onze geloofwaardigheid herwinnen. In Vlaanderen zijn we te defensief geweest. We moeten het begrip solidariteit in eer herstellen.” (Le Soir, 20 januari 2020) Bij de officiële aankondiging van de naamsverandering van SP.a naar Vooruit op 21 maart bleef Rousseau zoals steeds erg vaag over wat hij met solidariteit bedoelt.

Misschien weet hij zelf dat het beter is om te zwijgen… Toen hij pogingen deed om inhoudelijke voorstellen te doen, kwam hij niet verder dan het idee om de kinderbijslag af te schaffen en deze middelen te investeren in onderwijs en kinderopvang. Een vreemde invulling van ‘solidariteit’! “Alles moet bespreekbaar zijn”, merkte hij op. Eerder wilde hij de discussie openen over het “recht op kinderen” bij zwangere vrouwen met een alcohol- of drugsverslaving. De Franstalige Gezinsbond reageerde: “Ja, deze ouders en hun kinderen kampen met grote moeilijkheden. Ze hebben adequate steun nodig. Conner Rousseau verwart de strijd tegen bestaansonzekerheid en verslavingen met de strijd tegen bestaansonzekere gezinnen.”

Als dat links is, hoeft het niet te verwonderen dat extreemrechts kan scoren. Het achterliggende probleem voor Vooruit is dat de sociaaldemocratie sinds de jaren 1980 de neoliberale dogma’s heeft aanvaard en deelnam aan regeringen die de werkende klasse een dalende koopkracht, armoede en privatiseringen oplegden. Het crisisbeheer en afwijzen van gezamenlijke strijd van alle werkenden voor degelijke jobs en diensten (de enige manier om racistische vooroordelen af te blokken) versterkten de neergang. Het maakte de groei van extreemrechts gemakkelijker. Gelukkig is er nu ook meer steun voor de PVDA. Onder jongeren loopt dit volgens de hoger genoemde peiling op tot 10%.

Is de PS anders? Er is een grotere druk van de arbeidersbeweging en van een sterkere PVDA. Dit dwingt PS-voorzitter Magnette om minstens in woorden de eisen van de arbeidersbeweging op te nemen. Hij spreekt over gratis gezondheidszorg en meer sociale woningen, ook al nam de PS deel aan regeringen die bespaarden op zorg en weigerden te investeren in sociale huisvesting. Magnette zegt graag dat de PS resultaten kan voorleggen, terwijl de PVDA niets bereikt. Afgaande op alle indicatoren van sociale problemen schort er wat aan de resultaten na al die jaren regeringsdeelname.

In interviews met De Standaard en Le Soir stelde Magnette: “In de Bel20 hebben zeventien bedrijven dividenden uitgekeerd in volle crisis. De aandeelhouders gaan daar vooruit en de arbeiders krijgen niks. Die strijd, dat is de kern van het socialisme en daarin zal ik altijd aan de kant van de arbeiders staan.” Om de loonnorm van 0,4% echt te breken, moet de loonwet veranderen. Een wetsvoorstel van de PVDA en PS-parlementslid Marc Goblet daartoe deed Magnette echter af als “zuivere communicatie” waarvoor er toch “geen meerderheid is.” Het loskoppelen van de welvaartsenveloppe voor de laagste uitkeringen van de loonnorm, is een stap vooruit. Maar eigenlijk doet de PS hetzelfde als de bazen: de laagste pensioenen uitspelen om een blokkering van de lonen op te leggen. PS-minister Dermagne kondigde aan dat de loonnorm van 0,4% er komt indien de sociale partners geen akkoord vinden voor 1 mei. Wat is de stelling van Magnette over zijn 200% steun aan de staking anders dan “zuivere communicatie”?

Het komt erop aan om het ongenoegen te mobiliseren in collectieve actie. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat de woede niet leidt tot cynisme. Extreemrechts en rechtse populisten zijn meesters in het instrumentaliseren van cynisme. De PVDA heeft een belangrijke rol te spelen in de uitbouw en versterking van collectieve actie. Zoals we in onze vorige krant over het wetsvoorstel Goblet-Hedebouw opmerkten: “Om een overwinning te boeken, mag het wetsvoorstel niet beperkt blijven tot een parlementair initiatief. Het is door massastrijd dat verandering mogelijk is en dat in het verleden sociale verworvenheden werden afgedwongen.”

Actie moet niet vertrekken van wat de andere partijen of de media ‘aanvaardbaar’ vinden, maar van wat de werkende klasse nodig heeft. Uiteraard kunnen wetsvoorstellen helpen om duidelijk te maken waar de PS of Ecolo staan, maar het ordewoord ‘Stem op ons bij de volgende verkiezingen’ is totaal onvoldoende. Actie heeft bovendien een programma en een alternatief nodig om enthousiasme op te wekken en duidelijk te maken voor welke veranderingen we vechten. Een consequente linkerzijde moet strijdbewegingen versterken, het populariseren van socialistische maatschappijverandering is daar een essentieel onderdeel van.

De arbeidersklasse moet haar stem laten horen

Een socialistisch programma vertrekt niet van wat dure marketeers voorstellen, maar van wat de arbeidersklasse nodig heeft: een degelijke job voor iedereen met verlaging van de werkdruk door arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen; meer middelen voor zorg zodat een pandemie ons leven niet maandenlang kan domineren; betaalbare huisvesting door een massaal programma van sociale huisvesting; voldoende openbare diensten zoals onderwijs, kinderopvang maar ook cultuur; menswaardige pensioenen en uitkeringen zodat niemand in armoede hoeft te leven; regularisatie van mensen-zonder-papieren; een duurzame en leefbare planeet …

Dit botst op de winsthonger van de grote aandeelhouders en kapitalisten, daarom is strijd nodig en moet de brug gemaakt worden naar maatschappijverandering. Enkel een verenigde arbeidersklasse is in staat om die verandering af te dwingen en te organiseren. Daartoe moeten we de hefbomen van de economie zelf in handen nemen, door de nationalisatie van de sleutelsectoren onder democratische controle van de gemeenschap. Enkel zo kunnen we planmatig beslissen hoe de beschikbare rijkdommen en technologie ingezet worden in het belang van de meerderheid van de bevolking en de planeet. We willen het kapitalisme niet hervormen of moderniseren, maar vervangen door socialisme.

 

 

Sociaal verzet in Covid-19-tijden

Hoewel de omstandigheden voor het organiseren van sociale strijd en acties zeer gecompliceerd werden door de sanitaire beperkingen (om nog maar te zwijgen van de gevolgen van de pandemie in termen van sterfgevallen, depressies …), is er sinds het begin van de pandemie geen gebrek geweest aan sociale mobilisaties.

Op 29 maart was er de eerste nationale staking tijdens de pandemie. De eisen van hogere lonen en minstens 14 euro per uur zijn niet louter economisch: het gaat ook om respect voor wie alles doet draaien in coronatijden. Eerder speelde sociale strijd een grote rol in het afdwingen van gezondheidsmaatregelen en toegang tot beschermingsmateriaal op de werkvloer. Zorgpersoneel zette het gebrek aan middelen in het voetlicht door toenmalig premier Wilmès de rug toe te keren en in september met de grote zorgbetoging waaraan 7000 mensen deelnamen.

De eerste lockdown begon kort na de internationale vrouwendag op 8 maart 2020 en de betoging met 10.000 aanwezigen in Brussel. Sindsdien waren er geslaagde actiedagen tegen geweld op vrouwen (25 november) en op de internationale vrouwendag dit jaar, naast acties voor het recht op abortus. Campagne ROSA speelde hier een belangrijke rol in.

Tegen het einde van de eerste golf van de pandemie waren er acties van de mensen-zonder-papieren, wat aanleiding gaf tot het oprichten van de Union des Sans-Papiers pour la Régularisation (USPR). De Black Lives Matter-protesten in de VS kregen navolging in ons land met acties tegen racisme en politiegeweld. De afgelopen weken waren er ook nog verschillende acties van studenten. Kunst- en cultuurwerkers begonnen bezettingen van het Théâtre Nationale Bruxelles-Wallonie en de Munt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop