Interprofessioneel Akkoord (IPA): Weg met de wet van 1996!

Dehaene. Foto: Wikimedia Commons

De bazen en de Vivaldi-regering (Open VLD, PS, MR, Ecolo, CD&V, sp.a, Groen) willen de loonwet van 1996 gebruiken om een interprofessioneel akkoord (IPA) op te leggen dat een maximale loonsverhoging van 0,4% oplegt. Wat is deze wet? Wie heeft het plafond op 0,4% gelegd?

Artikel door Guy Van Sinoy uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

Na de Tweede Wereldoorlog richtte de burgerij een reeks overlegorganen op. Op bedrijfsniveau: de Comités voor Veiligheid en Gezondheid (nu Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk) en de Ondernemingsraden. Op nationaal niveau: de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Het doel van de werkgevers was de eisen van de werkenden te controleren en te kanaliseren. Het is geen toeval dat het statuut van de vakbondsdelegaties, organen die eisen in de bedrijven stellen, pas veel later geregeld is.

Vandaag telt de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) 48 effectieve leden: 24 vertegenwoordigers van de werkgevers en 24 vertegenwoordigers van de werkenden (1). De vakbondsvertegenwoordigers lopen er dus verloren in een erg heterogeen samengesteld orgaan. De CRB heeft geen beslissingsbevoegdheid. Het kan enkel advies uitbrengen, onder meer over de marge voor loonsverhogingen bij een interprofessioneel akkoord.

De wet van 1996 en de interprofessionele akkoorden

In 1996 voerde de regering-Dehaene II (CD&V, PS, SP, PSC) een wet in die het mogelijk maakte de lonen te bevriezen en die de indicatieve adviezen van de CRB over loonsverhogingen omzette in dwingende normen.

Zo werden de loonstijgingen onder de regering-Leterme afgetopt op 0% in 2011 en 0,3% in 2012; 0% in 2013 en 2014 onder de regering-Di Rupo tot 0,3% in 2015 en 0,5% in 2016 onder de regering-Michel. In 2019-2020 werd de loonnorm na strijd opgetrokken tot 1,1%.

De interprofessionele overeenkomsten die het vóór 1996 mogelijk maakten de lonen te verhogen in sectoren met zwakke vakbonden, zijn nu dwangbuizen geworden die de lonen in alle sectoren blokkeren.

0,4%: nog geen kruimels

Vandaag beweert de regering-Vivaldi dat de loonsverhoging niet hoger mag zijn dan 0,4%. Dat is schandalig weinig! Voor de sector van de dienstencheques bijvoorbeeld (met een bruto uurloon van 11,35 euro) zou dit neerkomen op een stijging met 4,5 cent per uur! Om het bedrag van 14 euro per uur (d.w.z. 2.300 euro bruto per maand) te bereiken, zou er in deze sector een loonsverhoging met 2,65 euro per uur of 23,34% nodig zijn.

Ook veel andere beroepen hebben lage lonen: pakjesbezorgers, taxichauffeurs, verhuizers en vrachtwagenchauffeurs … Hun loon ligt tussen 12,50 en 13,00 euro bruto per uur. Tienduizenden werknemers doen zwaar werk in ruil voor een laag loon, terwijl de kosten van levensonderhoud stijgen.

Naar een confrontatie

De drie vakbonden weigeren het schandaal van een loonnorm van 0,4%. Het ABVV en ACV publiceerden op 15 maart een krant op 8 bladzijden (De Loonkrant) en roepen op tot een staking op maandag 29 maart.  Bij de rechterzijde weerklonk protest na de aankondiging van de staking. Zo hoorden we VBO-voorzitter Pieter Timmermans of MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Onnodig te zeggen dat het minimumloon van 14 euro per uur hen niet persoonlijk aangaat.

PS-voorzitter Paul Magnette verklaarde dat hij de staking van 29 maart steunde, niet voor 100%, maar voor… 200%! Dat is straf. Is Magnette vergeten dat de loonstop ook plaatsvond onder de regering-Di Rupo? Of was die uitspraak vooral een reactie op de laatste opiniepeilingen van RTL-Le Soir die een nieuwe electorale vooruitgang voor de PTB voorspellen in Wallonië en Brussel? (2)

Voor vrije onderhandelingen, geen lonen onder de 14 euro per uur

De staking van 29 maart mag geen alleenstaande actie zijn. Zij moet gevolgd worden door een plan van acties die opbouwen naar een algemene staking. De staking zal niet gemakkelijk zijn, onder meer vanwege het wijdverbreide telewerken. Bij stakersposten en straatacties moet rekening gehouden worden met afstandsregels. Maar pandemie of niet, de klassenstrijd stopt niet.

 

Weg met de wet van 1996!

Voor vrije onderhandelingen!

Geen loon onder de 14 euro per uur (2.300 euro per maand)!

 

  1. Voor de bazen: 10 VBO, 4 Kamers van Koophandel, 4 voor zelfstandigen en KMO’s, 1 Boerenbond, 1 Agriculture wallonne, 1 Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij, 1 Unisoc. Voor de werknemers: 8 ABVV, 8 ACV, 2 ACLVB, 3 socialistische coöperatieven, 3 christelijke coöperatieven
  2. In Wallonië: PS 22,8%, MR 20,1%, PTB 19%, Ecolo 16,5%, CdH 8,7%, Défi 3,9%. In Brussel: Ecolo 18,2%, PS 16,8%, MR 16,4%, PTB 16%, Défi 11,4%, CdH 4,5 %.
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop