Your cart is currently empty!
Overleg over loonnorm van 0,4% terecht gestopt. Strijd organiseren om loonwet te breken!

De vakbondsleiders hebben beslist om niet over een schandalige loonmarge van 0,4% te onderhandelen. Normaal waren er deze week twee onderhandelingsmomenten tussen bazen en vakbonden gepland. Na de bijeenkomst maandag werd de afspraak op woensdag afgeblazen. Dat is een terechte stap van de vakbondsleiders. Als het overleg onmogelijk is, blijft er maar één optie over: de strijd organiseren.
De bazen, die uiteraard blij waren met het voorstel van een verdere stagnatie van de lonen, vonden de beslissing van de vakbondsleiders “onbegrijpelijk en onaanvaardbaar.” Ze laten uitschijnen dat de werkenden tevreden mogen zijn met 0,4%. Of hun aandeelhouders zich met dergelijke rendementscijfers tevreden zouden stellen, is uiteraard een andere kwestie. Tegelijk stellen ze meteen dat als de vakbondsleiders de loonnorm niet slikken er ook niet kan gesproken worden over sociale maatregelen zoals de welvaartsenveloppe voor de uitkeringstrekkers en gepensioneerden. Die chantage op de kap van de zwaksten in de samenleving gebruikt het patronaat al jaren.
De twee argumenten van de bazen blijven dezelfde: het is crisis en die 0,4% is wat de wet voorschrijft. Rond het argument van de crisis wordt vooral gekeken naar de sectoren die het moeilijk hebben, in het bijzonder zelfstandigen in de horeca. Daarvoor zouden de werkenden in alle sectoren, inclusief diegenen die meer winst maakten in de pandemie, moeten opdraaien. Hetzelfde vragen de bazen uiteraard niet van hun collega’s die het beter deden in de pandemie. Belfius-topman Marc Rasière verklaarde doodleuk dat er “te veel cafés en restaurants” zijn en dat enkele faillissementen geen probleem vormen.
In de aanloop naar het advies van de CRB schreeuwden de woordvoerders van de bazen het in alle media uit: in tijden van crisis zijn loonsverhogingen uit den boze. Pierre Wunsch van de Nationale Bank waarschuwt voor jaren van besparingsbeleid. De patronale provocateur Wouter De Geest van VOKA riep al op tot een nieuwe aanval op de pensioenen. Terwijl steeds meer economen en instanties tot de conclusie komen dat het jarenlange besparingsbeleid heeft gefaald, houden de bazen er krampachtig aan vast. Steeds hetzelfde doen, maar een ander resultaat verwachten, was volgens Einstein de definitie van waanzin.
VBO-topman Timmermans stelde dat als de vakbonden het niet eens zijn, ze de regering moeten polsen om de loonwet te wijzigen. Het gebeurt niet vaak, maar Timmermans heeft in deze gelijk. We moeten ons met de arbeidersbeweging organiseren om de loonnorm én de loonkostenwet van 1996 te breken. Het vriendelijk vragen aan de regering zal ons niet ver brengen, we zullen het door strijd moeten afdwingen.
De loonkostenwet legt een dwingende loonnorm op en bepaalt de wijze waarop de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven het advies inzake loonnorm moet berekenen. Er scheelt vanalles aan die berekening en aan het dwingend karakter van de loonnorm. De wet werd nog verstrengd onder de regering-Michel. Het is een wet die geschreven is op maat van de bazen. Voor hen is het gemakkelijk: ze bepalen de regels, inclusief de mogelijkheden om vals te spelen, en doen elke kritiek daarop af als ‘onwettelijk’. Als de wet een obstakel is om de werkenden een degelijk inkomen toe te kennen, dan moet die wet weg.
De vakbonden stelden dat een marge van 0,4% onaanvaardbaar is en dat hierover geen onderhandelingen mogelijk zijn. “Het sociaal pact is dood. De sociale vrede die ermee gepaard ging ook,” stelde Françoise Bernard van het ABVV Luik-Hoei-Waremme in een opiniestuk in Le Soir op 19 januari. Het opzeggen van de sociale vrede is gebeurd door de opeenvolgende regeringen en de bazen. Niets wijst erop dat de nieuwe regering zich minder patroonvriendelijk zal opstellen. Dat zagen we tijdens de gezondheidscrisis waarbij ons sociaal leven aan strikte beperkingen werd onderworpen, maar veel bedrijven zo goed als ongemoeid werden gelaten. We mochten meer mensen zien op het werk dan tijdens het kerstfeest. Laten we evenmin vergeten dat de loonwet in 1996 de vrucht was van een regering van socialisten en christendemocraten.
De arbeidersbeweging moet de strijd organiseren. De solidariteit van de afgelopen maanden met het personeel van de essentiële sectoren, waar de lonen vaak laag liggen, toont de mogelijkheden. Er is nood aan een campagne met zo breed mogelijke betrokkenheid richting een algemene staking. Om onze gerechtvaardigde eisen rond koopkracht en minimumlonen te bekomen, volstaat het niet om gewoon de onderhandelingspositie van de vakbondstop te versterken. We moeten tonen dat het ons menens is. Het zijn de werkenden die voor welvaart zorgen: zonder onze arbeid zijn de kapitalisten en hun politici niets. Als wij het werk neerleggen, valt alles stil.
Binnen het kapitalisme botsen onze belangen steeds op die van de superrijken. We moeten voor elke vooruitgang vechten en zodra de krachtsverhoudingen het de bazen toelaten, staat elke verworvenheid terug onder druk. LSP meent dat we de strijd niet kunnen beperken tot koopkracht of het behoud van verworvenheden, maar dat we moeten opkomen voor een ander systeem waarin de behoeften en noden van de meerderheid van de bevolking centraal staan in plaats van die van een handvol kapitalisten. Kortom, we gaan voor een democratisch socialistische samenleving.