Europese Unie: van euforie tot recessie

Artikel uit het februarinummer van De Linkse Socialist

Het begin van het eerste decennium van de 21ste eeuw werd gekenmerkt door een nooit geziene euforie in het Europese project. Met enige vertraging werd op 1 januari 2002 de euro als fysieke munt ingevoerd. Nog geen tien jaar later worden steeds meer vragen gesteld bij het overleven van de eurozone. Na de euforie volgde de recessie.

Niet langer model

De ontwikkeling van de eurozone heeft geen einde gemaakt aan de onderlinge tegenstellingen tussen de verschillende economieën die er deel van uitmaakten. Vandaag komen deze allemaal terug aan de oppervlakte en wordt openlijk gespeculeerd over het mogelijke einde van de Eurozone.

Het Britse Center for Economics and Business Research stelt dat de euro 20% kans heeft om het nieuwe decennium te overleven omdat de economische verschillen tussen de eurolanden nu eenmaal te groot zijn. De Amerikaanse econoom Krugman bevestigt: “Indien de eurozone wil overleven, zal dat moeten veranderen. De kans dat de huidige strategie – de crisis gewoon uitzwetenwerkt, is klein… Europa’s sterkste landen zullen een keuze moeten maken.”

De Europese Unie is niet langer het model voor een stabiel en welvarend kapitalisme. Integendeel, er komen elementen van Afrika en Latijns-Amerika naar Europa. De centrale elementen daarbij zijn een beperkte groei, besparingen en crisissen op politiek en sociaal vlak. Een belangrijk gegeven is het feit dat de arbeiders in verschillende landen hun eerste stappen van verzet zetten.

Overheidsschulden

In landen als Portugal, Spanje en misschien zelfs België is er de dreiging van crisissen als gevolg van de overheidsschulden. In Griekenland en Ierland zijn het IMF en de EU tussengekomen om de financiële crisis aan te pakken, maar dat leidt enkel tot het gevaar van een faillissement.

Een onderzoek van Credit Market Analysis schat de kans op wanbetaling binnen de komende vijf jaar in Griekenland op 58,8%. In Ierland gaat het om 41,2% en in Portugal om 35,9%. Een dergelijk failliet zou ook verregaande gevolgen hebben voor de andere landen. De Duitse banken hebben voor 28 miljard euro aan Griekse staatspapieren in hun portefeuille naast 29 miljard Portugese, 114 miljard Ierse en 147 miljard Spaanse waardepapieren.

Hun antwoord: doe de armen de crisis betalen!

Het antwoord van de verschillende regeringen en de internationale instellingen is duidelijk: een hard besparingsbeleid waarmee de werkenden en hun gezinnen de rekening voor de gokzucht van de speculanten en het falen van het marktsysteem gepresenteerd krijgen. Daarmee worden de ‘markten’ tevreden gesteld, maar de financiële aasgieren willen uiteraard steeds meer.

De besparingen gaan erg ver en leiden tot verzet. Er waren al verschillende algemene stakingen in onder meer Griekenland, Spanje en Portugal alsook grote actiedagen in Frankrijk, Ierland, Groot-Brittannië. Geen enkele traditionele partij is bereid om tegen de dictaten van de financiële markten in te gaan. Ook op syndicaal vlak ontbreekt het vaak aan een leiding die in staat is om ernstige antwoorden te bieden. Het was de druk van onderuit die aan de basis van het Europese verzet lag.

Verzet opbouwen

De strijdbewegingen zijn niet voorbij, ook niet daar waar er een tijdelijke pauze wordt genomen. De algemene staking in Griekenland op 15 december, de eerste sinds het voorjaar, toonde dat op krachtige wijze aan.

Het is belangrijk om de acties op te bouwen en concrete ideeën daaromtrent naar voor te brengen. Dat kan de vorm van een algemene 24-urenstaking aannemen, waar er nog geen acties zijn kan een nationale betoging of een staking van de openbare sector een opstap zijn naar een algemene staking. Het verzet moet op Europees vlak gecoördineerd worden. De actiedag van 29 september was een goede aanzet, maar kreeg geen verlengstuk. Er werd niet gegaan voor een Europese algemene staking, in de plaats daarvan kregen we een symbolische actie op 15 december waarvoor niet werd gemobiliseerd.

Dit is geen korte periode van crisis. Naarmate het besef daarover groeit, kan het protest tegen symptomen van de crisis snel ontwikkelen tot bewegingen met een breder anti-kapitalistische bewustzijn waarin veel openheid is voor socialistische standpunten.

Doorheen eisen als de niet-betaling van de schulden en de nationalisatie van de banken onder arbeiderscontrole en –beheer kan de weg naar een andere samenleving worden aangegeven.

Waar is links?

De bestaande linkse partijen worden veelal gekenmerkt door verwarring en een gebrek aan concrete antwoorden op de crisis van het kapitalisme. Waar links afwezig blijft, is er ruimte voor diverse extreem-rechtse krachten van verschillend pluimage alsook voor een grotere rol voor discussies rond de nationale kwestie.

Linkse formaties die duidelijk ingaan tegen de dictatuur van de markten en die mee bouwen aan het verzet tegen die dictatuur kunnen nochtans scoren. De succesvolle United Left Alliance in Ierland is een belangrijk voorbeeld. De arbeidersklasse kan tijdelijk tot passiviteit worden gedreven of zelfs een aantal nederlagen lijden, zeker als er geen sterke arbeiderspartijen zijn en als de numerieke krachten van de marxisten nog bescheiden zijn. Maar er is tegelijk ook een sterke internationale dimensie in de strijdbewegingen die ontwikkelen. Griekse studenten worden geïnspireerd door de Britse studentenacties, waar dan weer werd uitgekeken naar de Franse acties.

Europa gaat naar een langgerekte periode van onstabiliteit op financieel, economisch, politiek en sociaal vlak. De arbeiders en hun gezinnen moeten de krachten bundelen in verzet en de discussie over een alternatief op de kapitalistische chaos aangaan, wij zullen daarbij opkomen voor een socialistisch antwoord.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop