100% kwaliteit betekent… 100% personeelsbezetting!

Polsslag van 26 febuari. PDF van dit pamflet

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

Actie vorige week

Vlaamse gehandicaptensector: met 8 het werk van 10 doen!

Het personeel van de instellingen van Broeders van Liefde (BvL) is tevreden over de staking van afgelopen dinsdag. Een ruim personeelstekort, ziekteverzuim, veel te lange shifts en een toenemende agressie zorgt al jaren voor een onhoudbare werksituatie. De staking liet zien dat het hen menens is. Meer dan 90% van het personeel staakte. In sommige regio’s moest de provinciegouverneur personeel opvorderen om aan de minimumbezetting te komen. Directe aanleiding voor de staking is het aanslepende personeelstekort in de sector. De Vlaamse gehandicaptensector moet het immers doen met een personeelsnorm van 80% om het werk op te vangen van een personeelsomkadering van 100%.

Al meer dan 25 jaar slepen de problemen van onderbezetting in de gehandicaptensector aan. In 1983 werd de wettelijk voorziene personeelsomkadering bevroren. Sindsdien raakten de instellingen helemaal vol en werd de problematiek van de doelgroepen een stuk complexer, maar extra personeel hiervoor kwam er nooit. De toen ingevoerde personeelsstop is tot op heden gehandhaafd, waardoor er gemiddeld een vijfde personeel te kort is. Concreet komt dit neer op een tekort van 2200 voltijdse personeelsleden. In 2009 beloofde de toenmalige Vlaamse minister van Welzijn Vanackere (CD&V) 500 extra banen. Zo zouden de instellingen aan een gemiddelde bezetting komen van 87%. Van deze belofte kwam echter zo goed als niks in huis. Zijn opvolger, Vandeurzen (CD&V), maakte recent bekend dat hij voor 84 extra jobs zal zorgen dit jaar. Deze jobs moeten worden verdeeld over volwassen- en jongerenwerking, wat neerkomt op één halftime werknemer per instelling. Voor de vakbonden is dit een regelrechte belediging.

Beloften zijn er om gebroken te worden. Een actieplan is nodig.

Vandeurzen voegde nog toe dat hij binnen deze legislatuur werk zal maken van in het totaal 260 banen en dat hij zal nagaan hoe het engagement van de beloofde vijfhonderd extra banen waargemaakt kan worden. Hij wil "een transparante methode afspreken voor de inschaling van zorgzwaarte (de hoeveelheid hulp die iemand nodig heeft) en voor de omzetting van het aantal plaatsen voor personen met een handicap in aantal personeelsleden”. Voorgaande is enkel een moeilijke zin om te zeggen dat de nodige 2200 voltijdse jobs er niet gaan komen. Het is nog maar de vraag hoeveel er van de beloofde 84 jobs in huis zal komen. In de herfst van vorig jaar verklaarde minister Muyters (N-VA) dat hij de beloofde 30 miljoen voor het wegwerken van de wachtlijsten wil schrappen uit de begroting van 2011. Zonder actieplan van de vakbonden zullen ook de budgetten voor personeelsuitbreiding op de helling komen te staan.

Het personeel van de instellingen van de BvL toont de weg: zij zullen elke maand één dag staken, aangevuld door verrassingsacties. Ook in andere instellingen van de Vlaamse gehandicaptensector staan er stakingen op til. Daarnaast is er de steun van ouders van jongeren met een handicap. Er is een petitie gestart die bij de minister zal afgegeven worden. Daarnaast plaatsen gebruikers- en werkgeversverenigingen zich achter de eisen van de vakbonden voor wat betreft de personeelsnormen. De Social Profit bewijst het nog maar eens: solidariteit maakt sterk!
[/box]

Negen maanden na het startschot door de vakbonden, is de Vlaamse regering eindelijk in gang gesukkeld. De Social Profit moest wel eerst nog eens haar tanden laten zien.

De betoging van 19 november was een duidelijk signaal naar de bevoegde ministers. Kris Peeters (CD&V, minister-president) verklaarde zich bereid om onderhandelingen op te starten en had zelfs een voorstel mee voor de werknemers van de Social Profit. Het voorstel is echter makkelijk samen te vatten in twee zegswijzen: “verdeel-en-heers” en “op-de-lange-baan-schuiven”. Verdelen in deelsectoren en bevoegdheden, maar tegelijk ook in de tijd. Onderhandelingen over budgetten willen ze uitstellen tot ergens in 2013. Op die manier kunnen ze de beslissingen doorschuiven naar de volgende legislatuur.

De onderhandelingen als gevolg van de betoging van midden november, hebben weinig verandering gebracht in het oorspronkelijke voorstel van de Vlaamse regering. Het is dan ook niet verwonderlijk dat verschillende stemmen binnen de vakbonden spreken van een ‘vals’ akkoord. Nog voor de achterban geraadpleegd is, willen dergelijke uitspraken al iets zeggen. LBC deed dit op een staten-generaal op maandag 17 januari. Het ABVV informeert en bevraagt zijn leden vandaag. Het oorspronkelijke voorstel van Peeters was een vijfjarenplan dat opgedeeld is in twee fasen. In een eerste fase van twee jaar wil hij de “kwalitatieve aspecten” bespreken en dit per sector en per bevoegde minister. Hij voegde er aan toe dat het wel binnen de bestaande budgetten moest blijven. In een tweede fase, van 2013 tot 2015, kunnen er andere elementen aan bod komen. De start voor deze tweede fase is niet zomaar gekozen, het is net voor de verkiezingen van 2014. Hierdoor kunnen alle hete aardappels doorgeschoven worden naar de volgende legislatuur. Met een voorspelbaar resultaat: de Social Profit kan extra middelen op zijn buik schrijven.

Zelfs slechte lezers zullen nu de wenkbrauwen al gefronst hebben. Kwaliteit verhogen zonder geld vrij te maken? Enkel vertegenwoordigers van de vrije markt kunnen met dergelijke logica naar buiten komen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de voornaamste bevoegdheden binnen de Vlaamse regering bij Kris Peeters (CD&V en ex-Unizo) en Philippe Muyters (NVA en ex-Voka) liggen. De vakbonden hebben een heel andere visie over het verhogen van de zorgkwaliteit. De gemeenschappelijke eisenbundel is er op gericht om betere arbeids- en loonvoorwaarden te creëren. Centrale punten zijn de verhoging van de koopkracht, de uitbreiding van de effectieve personeelsbezetting, “werkbaar werk” en een “leefbaar leven”.

De vijfjaarlijkse onderhandelingen binnen de Social Profit tussen vakbonden en de verschillende regeringen van dit land lopen dit jaar samen met de tweejaarlijkse onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord (IPA) van de privésector. Gelijktijdig doch parallel naast elkaar. De sector kan immers niet genieten van de voordelen van het IPA, maar moet wel de nadelen ervan dragen. Zoals de slechtere voorwaarden voor tijdskrediet als gevolg van het Generatiepact. Het ontwerp-akkoord van IPA zal sowieso negatieve gevolgen hebben voor de Social Profit. Er wordt immers gesproken van een effectieve loonmarge van 0,3 % (buiten de verwachte indexaanpassingen). Daarnaast is er ook het hete hangijzer van het harmoniseren van het bediende- en arbeidersstatuut. De strijd die de werknemers van Brinks gestart zijn, zal uitgebreid en ondersteund moeten worden door zowel privé als social-profitsectoren. De logica van het ontwerpakkoord van IPA in dit dossier is op zijn minst hoogst eigenaardig te noemen. Men wil beide statuten zeer langzaam naar elkaar toe laten groeien, wat er eigenlijk op neer komt dat het sterkere bediendenstatuut afgebroken wordt. Dit zou hetzelfde zijn als racisme oplossen door iedereen te gaan discrimineren.

De ‘logica’ van het eerder aangehaalde Generatiepact hebben de vakbonden van de Social Profit wel kunnen terugdringen in het PC 330 (federale sectoren). Op 13 december is de verlenging van de CAO brugpensioen vanaf 58 jaar en de CAO halftijds brugpensioen vanaf 56 voor de komende drie jaar ondertekend voor de hele sector. In schril contrast hiermee staat het blokkeren van het ‘mini’-akkoord voor de federale sectoren. Om de lopende projecten in de gezondheidszorg niet in het gedrang te brengen, werd er voor 2011 een overbruggingsakkoord afgesloten tussen minister Onkelinckx, de vakbonden en de werkgevers. De 2 eerste partijen benadrukten in oktober dat dit slechts een eerste stap is naar onderhandelingen voor een meerjarenakkoord. Kort samengevat ging het over de creatie van 550 voltijdse personeelsleden en extra geld voor een tweede pensioenpijler (het vrijgemaakte bedrag voor deze laatste is echter net voldoende om voor iedere werknemer één paar schoenen te kopen). Ten laatste was er nog een maatregel die als uitloper van het plan Onkelinckx voor de verpleegkunde kan bestempeld worden: een uitbreiding van de extra-prestatie van 20% tussen 19 en 20 uur tot het volledige personeel van de privésector van de gezondheidsdiensten. Ondanks de minieme inhoud van het mini-akkoord, hebben de werkgevers tot nu toe alles geblokkeerd. Plots hebben de werkgevers een probleem met de verdeling van de budgetten en de avondpremies. ‘Out of the blue’ leggen de werkgevers nu ook de financiering van de anciënniteit op tafel. Het ziet er dus allesbehalve goed uit voor het ‘mini-akkoord’ dat in de praktijk geen akkoord meer is.


Zorg en welzijn zijn niet enkel een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook een politieke. Op dit moment is er echter geen enkele traditionele partij die deze verantwoordelijkheid opneemt. Er is nood aan een nieuwe linkse partij, een partij die zal opkomen voor de noden en behoeften van de werknemers, de gebruikers en alle andere belangengroepen binnen de Social Profit. Zo’n partij zal groeien uit de basis van de vakbonden en zich niet beperken tot het sociaal begeleiden van herstructureringen en besparingen, maar vechten tegen de sociale afbraak en zich verzetten tegen iedere vorm van verdeling onder de werknemers. In afwachting van een dergelijke nieuwe arbeiderspartij, hebben strijdsyndicalisten en militanten uit de sector over de vakbondsgrenzen heen zich verzameld rond Polsslag, het actieblad en -blog van en voor de Non/Social Profit.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop