De machtige Tunesische revolte maakte een einde aan de dictatuur van Zine al-Abidine Ben Ali die decennialang de scepter zwaaide in het land. Het protest was ook gericht tegen de toenemende werkloosheid en de hoge voedselprijzen. Met steun vanuit het westen werd een nieuwe regering van “nationale eenheid” opgezet, met daarin ook voormalige aanhangers van Ben Ali. Dit leidde tot aanhoudend protest. We spraken over de situatie in Tunesië met een correspondent in Tunis.
Premier Mohammed Ghannouchi, interim-president Fouad Mebazaa en verschillende ministers hebben de RCD-partij (Rassemblement Constitutionel Démocratique) van Ben Ali verlaten in een poging om afstand te nemen van het vorige regime.
Het regime heeft drie dagen van rouw afgekondigd om de doden te herdenken die vielen tijdens het protest. Ongetwijfeld wordt gehoopt dat dit de straatacties wat zal kalmeren en de oppositie tegen het nieuwe regime zal beperken. Toch zijn er opnieuw grote betogingen en het ziet ernaar uit dat een nieuwe opgaande fase van de strijd aan het ontwikkelen is. We komen daarmee in een beslissende fase. De actievoerders eisen het ontslag van het voorlopige regime omdat deze geen enkele legitimiteit of autoriteit heeft.
Politie-agenten die vaak symbool stonden voor het regime van Ben Ali zijn openlijk aan het verbroederen met de actievoerders. De betogers verwelkomen de steun van de agenten en ze worden opgenomen als “zoons en dochters van de revolutie.” De vakbondsfederatie UGTT had een bijeenkomst waarbij de actievoerders er bij de vakbondsleiding op aandrongen om een algemene staking uit te roepen. Afgelopen donderdag sprak Elisabeth Clarke van het CWI met een correspondent in Tunis.
“Ik hoorde heel wat geweerschoten en er waren legerhelicopters actief. Er wordt verder geplunderd en auto’s worden in brand gestoken. Er zijn milities die verbonden zijn met de vroegere presidentiële garde die nog steeds actief zijn. Daarom worden her en der verdedigingscomités opgezet.
“Er wordt bericht dat 30 leden van de familie van de vroegere president zijn opgepakt.
“De nieuwe regering van ‘nationale eenheid’ onder leiding van premier Ghannouchi zit al in de problemen en zal mogelijk moeite hebben om stand te houden. Door de enorme druk van onderuit moet de regering de ene toegeving na de andere doen.
“Alle ministers die verbonden zijn met de vakbond UGTT hebben de regering verlaten omdat hun deelname aan de regering binnen de vakbond werd betwist. Er was een spoedvergadering van de UGTT waarna de mininisters uit de regering stapten.
“Premier Gannouchi is uit de RCD gestapt, de partij van de vroegere dictator Ben Ali. Het Centraal Comité van de RCD is ontbonden en alle ministers moesten de partij van het vroegere regime verlaten.
“Er waren de afgelopen dagen overal in het land betogingen. De betogers roepen: “We willen deze regering niet”, “De regering is niet legitiem”, “RCD moet weg”,…
“Er worden sociale eisen naar voor gebracht, naast de politieke eisen. In Sidi Ouzid, waar de beweging voor kerstmis begon, eisen de actievoerders: ‘We willen werk en een verbetering van onze sociale voorwaarden’. Of nog: ‘Verdeel de rijkdom van Ben Ali’.
“Er zijn eisen voor de nationalisatie van de bank die eigendom was van de schoonzoon van Ben Ali. Mogelijk zal de regering verplicht zijn om alle eigendommen van de familie van Ben Ali te nationaliseren, wellicht om dit later opnieuw te privatiseren.
“In de overheidsbedrijven zeggen de arbeiders dat ze van het management af willen. In de departementen van de verzekeringen, de veiligheid, landbouw en de banksector zijn er al heel wat managers aan de kant geschoven.
“Arbeiderscontrole is een cruciaal gegeven. Indien dit in de genationaliseerde industrie en diensten een brede verspreiding kent en wordt gecombineerd met arbeidersbeheer, dan kan dit de basis leggen voor een socialistische heropbouw van de samenleving op basis van een democratische planning van de economie in het belang van de meerderheid van de bevolking.
“Enkele dagen geleden was de staatstelevisie nog in handen van de kliek rond Ben Ali, maar nu staat de zender onder de controle van de journalisten. Hierdoor is er een constante berichtgeving over de betogingen en wordt gesproken over de revolutie en de wil van de bevolking.
“Er worden heel wat standpunten gepubliceerd door journalisten en door bloggers. Het regime is niet in staat om het internet lam te leggen. Het internet wordt veel meer gebruikt dan tijdens de massale beweging in Iran in 2009. Er worden betogingen opgezet via het internet zonder dat er een organisatie achter zit. Er wordt enkel een plaats en uur naar voor gebracht en er dagen vervolgens honderden betogers op.
“Een islamistische partij, Ennahda, stelde dat het bereid is om te onderhandelen indien de nieuwe regering bereid is om hen erbij te nemen. Deze benadering kan de partij discrediteren bij bredere lagen. Veel betogers zeggen: ‘We willen geen politieke islam. Zij proberen de beweging te misbruiken.’
“De betogers zeggen: ‘We willen brood en water, niet Ben Ali’. Nu wordt dat door sommigen aangepast tot: ‘We willen brood en water, niet Ettajdid’. Dat is een verwijzing naar de voormalige communistische partij Ettajdid die al is toegetreden tot de regering en daar de post van minister van hoger onderwijs heeft.”
Dagelijks protest
“Er zijn iedere dag duizenden betogers. Vandaag waren er minstens 2.000 betogers in Tunis, maar in steden als Gafsa zijn er meer betogers. Daar heeft de beweging een radicale inslag en wordt ze gedomineerd door de arbeiders. De UGTT is prominent aanwezig op de acties en vormt er de belangrijkste georganiseerde kracht.
“De UGTT moet worden gedemocratiseerd en die leiders die met het regime van Ben Ali hebben meegewerkt, moeten onmiddellijk aan de kant worden geschoven.
“De massabeweging kent uitbreiding, er worden overal comités opgezet. Er zijn ook “comités voor de ontbinding van de RCD’ en ‘comités voor de verdediging van de wijken’. Gebouwen die in handen van de clan van Ben Ali zijn, worden overgenomen en sommige worden plat gebrand. Er is een woede en een groot zelfvertrouwen onder de massa’s.
“Velen hebben vertrouwen in het leger dat niet wordt gezien als een onderdeel van het regime van Ben Ali. Betogers omhelzen soldaten. Maar het leger heeft wel een reactionaire rol gespeeld toen het Ben Ali hielp om te ontsnappen.
“De betoging van afgelopen dinsdag in Tunis werd door de politie aangevallen met traangas. Hierna stonden de soldaten vooraan en hield de politie zich wat op de achtergrond omdat hun aanwezigheid de betogers zou provoceren.
“Het regime probeert gewelddadige confrontaties te vermijden en bredere steun te vinden voor haar maskerade van ‘democratie’. De universiteiten en scholen zijn nog steeds gesloten waardoor de jongeren minder aanwezig zijn in het protest. Maar volgende week [deze week] heropenen de scholen. Ook de economische activiteit wordt opnieuw opgestart.
“Het aantal gevallen van plunderingen van supermarkten is afgenomen. Maar er is nog steeds paniek en de onzekerheid voor de toekomst blijft groot. Er is een zwarte markt en heel wat speculatie. Er zijn pogingen tot zelforganisatie met een distributie van voedsel. Er zullen democratisch verkozen comités nodig zijn om dit verder te laten ontwikkelen.
“De betogers weten heel goed wat ze niet willen: de dictatuur van Ben Ali of de overblijfselen van die dictatuur. Ze eisen reële democratische rechten en een regering die hen echt vertegenwoordigt.
“Onze socialistische eisen voor een regering die een uitdrukking vormt van de revolutionaire doelstellingen van de arbeiders en armen krijgen een goede respons. In de plaats van pogingen om tot een akkoord te komen tussen elementen van het oude regime en pro-kapitalistische oppositieleiders, hebben wij het over de noodzaak van vrije en volledig democratische verkiezingen om een revolutionaire grondwetgevende raad op te zetten waarin de arbeiders en armen zijn vertegenwoordigd om over de toekomst van het land te beslissen.
“We verdedigen de eisen voor volledige democratische rechten, waaronder vrije meningsuiting, vrijheid om te vergaderen, vrije media en de onmiddellijke stopzetting van de noodtoestand. We eisen de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen in Tunesië. Er moeten arbeidersrechtbanken worden opgezet om een oordeel te vellen over de criminelen, moordenaars en folteraars die nog steeds vrij zijn of zelfs leidinggevende posities innemen in het staatsapparaat.
“Deze revolutie is nog steeds erg levendig.” Wordt vervolgd.