Bewust van het gevaar, concentreert de regering op 1 januari troepen en machinegeweren op de weg van Bergen naar Brussel. Ze weet dat de leiders van de arbeidersbeweging niet van plan zijn de mars op Brussel te organiseren, maar ze wil toch geen risico’s nemen. Onder de grote druk van de algemene staking radicaliseren bepaalde fracties van het ABVV-apparaat hun discours. Zo decreteert de Metaalcentrale, een centrale met een “linkse” reputatie, na 14 dagen algemene staking een “nationale algemene staking” op 3 januari 1961 en dat na een "inventaris van de bestaande situatie in de metaalnijverheid”.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Dag aan dag verslag:
- 19 december
- 20 december
- 21 december
- 22 december
- 23 december
- 24 december
- 25 december
- 26 december
- 27 december
- 28 december
- 29 december
- 30 december
- 31 december
[/box]
Andere leiders van de BSP gooien al hun gewicht in de strijd om de algemene staking binnen de beperkingen van de kapitalistische orde te houden. Le Peuple van 2 januari laat geen enkele twijfel bestaan, ze herinnert de burgerij dat in Wallonië “de immense oppositiebeweging, die in oorsprong enkel eisen stelde op het economische en sociale plan, zich onder druk van de omstandigheden in een politieke en tegelijk ook passionele richting oriënteert.” Dezelfde krant signaleert ook dat de repressiekrachten bewijs leveren van steeds meer brutaliteit tegenover de arbeiders en ze weten de stakers geen andere raad te geven dan “ten allen koste hun kalmte en koelbloedigheid te bewaren, want de stakers zijn op de goede weg. Het zijn enkel de reactionaire die baat hebben bij ondoordachte handelen die hen in de gelegenheid stellen om de beweging met geweld te bedwingen. De stakers moeten provocateurs wantrouwen.”
Op zaterdag 31 december geeft J. Bracops, socialistisch afgevaardigde in Brussel, een interview aan het liberale dagblad La Dernière Heure. Hij schrikt er niet voor terug aan de reactionaire pers te verklaren dat “deze staking alles voorbijsteekt dat voorzien was. Dag na dag wordt de situatie meer kritiek. Ik heb angst voor de toekomst. De regering heeft misschien gehoopt op vermoeidheid bij de betogers na twee feestdagen in staking, maar het ongenoegen is zo dat ik niet in die vermoeidheid geloof. Ik plaats mijn laatste hoop op een oplossing die dinsdag bij de hervatting van de Kamer zou kunnen komen.”
Het weekend van oudejaarsavond heeft op geen enkele manier de strijdwil van de stakers afgestompt. De algemene staking breidt zich nog steeds uit. Enkele burgerlijke leiders zijn zich perfect bewust van het gevaar dat in de situatie besloten ligt. Hoewel de regering beslist is om zich koste wat het kost te verzetten tegen de staking en ze te onderdrukken, of misschien wel juist daarom, vreest ze de revolutionaire explosie en de rechtstreekse confrontatie tussen haar krachten en die van het proletariaat. In deze fase van de strijd tonen de compromissen die geschetst worden door de vertegenwoordigers van meer verlichte fracties van de burgerij de ernst van de dreiging die van de arbeidersklasse uitgaat tegenover het burgerlijke staatsapparaat. De burgerij geeft meer krediet aan de wil van de stakers dan aan de wil van hun eigen leiders. Ze weten dat de mars op Brussel hen zal dwingen toe te geven. Het is in dit kader dat het dagblad La Libre Belgique, die nochtans steeds de regering heeft aangespoord stand te houden, het volgende schrijft: “Binnen bepaalde kringen is het idee gelanceerd om snel een einde aan deze verwarde situatie te maken door de ontbinding van het parlement en binnen de veertig dagen beroep te doen op het kiezerskorps. Gezien de Eenheidswet de enige aanleiding van de staker is, kunnen die op die manier niets anders dan ontwapenen.”
De burgerij in het bijzonder, maar ook de reformistische en stalinistische leiders, zijn er zich van bewust dat met de eis voor een mars op Brussel een gevaarlijk klimaat kan ontstaan dat leidt tot een strijd op leven en dood tussen de verschillende klassen eens de arbeiders effectief de mars aanvatten.