Het is zacht uitgedrukt om te stellen dat de politieke crisis in eigen land overheersend was. Deze politieke crisis was niet nieuw, er is al jarenlang een crisis die op verschillende manieren tot uiting komt. De afgelopen maanden werd vooral nadruk gelegd op het communautaire maar er is op tal van vlakken onstabiliteit.
Van rustige vastheid en samenwerkingsfederalisme…
2010 was een goed jaar voor Leterme. Op het eerste gezicht was er ook enige stabiliteit: dit was het eerste jaar sinds enige tijd dat we op 1 januari en 31 december dezelfde premier hadden. Gedurende de helft van het jaar was Leterme dan wel premier van lopende zaken, een titel die hij mogelijk langer zal dragen dan de titel van gewone premier, maar hij hield het intussen toch maar vol. Nog even en de afkeer tegenover de huidige onderhandelaars slaat om in een sympathiestem voor Leterme bij de volgende vervroegde verkiezingen…
Premier Leterme begon het jaar op een “gelouterde” wijze, hij werd aanvaard door de media en de Franstalige kopstukken. Die stelden dat hij leerde uit zijn vroegere fouten en niet langer opteert voor een bulldozerstrategie. Leterme koos voor een samenwerkingsfederalisme en dat gaf hem een zekere steun. Om zeker te zijn van een onbegrijpelijke oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde werd Jean-Luc Dehaene nog eens van stal gehaald.
Even leek alles vlot te gaan verlopen. Maar toen werd Verhofstadt binnen de VLD geconfronteerd met zijn vroegere zelf, een ongeduldig en wispelturig “joenk” trok de stekker uit de regering. Voor Verhofstadt zal het dubbel zo hard aangekomen zijn dat zijn jonge evenbeeld van vroeger naar de naam De Croo luistert. Eind april valt de regering en er worden vervroegde verkiezingen aangekondigd. Het is duidelijk dat die erg communautair geladen zullen zijn.
… tot vervroegde verkiezingen
Tegen de achtergrond van de communautaire verkiezingen voerde LSP campagne met een tweetalige affiche en een niet mis te verstane boodschap: “Verdeel de rijkdom, niet de werknemers.” Hier kan je een korte video bekijken waarin onze standpunten worden uitgelegd.
De verkiezingen in Vlaanderen werden gedomineerd door N-VA van Bart De Wever. Die haalde onder meer Siegfried Bracke binnen om samen een neoliberaal project naar voor te brengen, maar dan wel een erg Vlaams project. In Vlaanderen besparen om harder te kunnen besparen, lijkt het motto van de partij te zijn. Maar de programma’s van de partijen komen gelukkig voor N-VA amper aan bod tijdens de verkiezingscampagne, dat is niet verrassend aangezien er een grote “convergentie” is op het neoliberale terrein.
Het resultaat van de verkiezingen was gepolariseerd. In een analyse van de verkiezingen door ons Nationaal Comité schreven we: ” De verkiezingen van 13 juni vormden een nieuwe etappe in de politieke crisis. CD&V verlies fors en er was langs Vlaamse kant maar één overwinnaar: de N-VA van Bart De Wever. Langs Franstalige kant won de PS (35,7% voor de Senaat en 37,5% voor de Kamer). De euforie van Reynders in 2007 is verdwenen en ook de opkomst van Ecolo in 2009 werd niet bevestigd.” En nog: “Een zekere hertekening van het Vlaamse politieke landschap dringt zich op om stabiliteit te kunnen verzekeren. De CD&V zal wel opnieuw opveren na haar laatste historisch laagste score, maar een herstel van haar vroegere positie als vaste waarde, die kon beslissen met wie ze een regering zou vormen, is vrijwel onmogelijk. Ook de SP.a is niet in staat de leiding op zich te nemen, het is een coalitiepartner, geen leider. Open VLD zal zich, zowel in het geval van een “afspiegelingscoalitie” als van een coalitie van nationale eenheid, proberen te herstellen op haar rechterflank, de dromen van een “volkspartij” zijn verleden tijd. Groen speelt niet eens echt mee en wordt enkel geciteerd als “depanneur” en omwille van de link met Ecolo. Deze partijen kunnen na een eventueel chaotische periode met De Wever in de leiding het argument “stabiliteit” in de ring werpen en zo een zeker herstel van hun steun verkrijgen, maar als de overwinning van de N-VA iets bewijst, dan is het wel dat de traditionele partijen door en door gediscrediteerd zijn in Vlaanderen.” Wij zijn het niet eens met de stelling dat er verrechtsing in Vlaanderen zou zijn.
Regering gezocht
De verkiezingen in ons land vielen enkele dagen na deze in Nederland. Het resultaat daar vormde evenzeer de basis voor politieke onstabiliteit. Fervente gokkers die even de buik vol hadden van de beurzen, konden hun geld inzetten op welk land het eerst een regering zou hebben. Nederland zou het pleit winnen.
De onderhandelingen in ons land werden gekenmerkt door de ene cruciale week na de andere met uiteindelijk geen nieuwe regering die uit de bus kwam. De hele zomer lang werd onderhandeld met ups en downs. De centrale vraag bleef: is de N-VA bereid tot een akkoord en is ze daartoe in staat? Het enige waar alle onderhandelaars het over eens lijken te zijn, is over de noodzaak van besparingen. De kas is leeg en er wordt getwist over het percentage van die lege kas regionaal dan wel federaal moet zijn.
De politieke crisis maakt duidelijk in welke mate de autoriteit van de traditionele partijen is ondermijnd. Dat maakt compromissen moeilijker en het leidt zelfs tot de vraag of we ooit uit de impasse zullen geraken.
De voorstellen die uiteindelijk op tafel kwamen te liggen, vormden een voorbereiding om een aanval op alle werkenden en hun gezinnen in te zetten en dat over de taalgrenzen heen. De ondermijning van de traditionele partijen is overigens geen alleenstaand gegeven, alle gevestigde instellingen kunnen snel onder vuur komen te liggen. Denk maar aan de crisis in de katholieke kerk.
Hoe kan de arbeidersbeweging haar stem laten horen?
De vraag blijft natuurlijk welk alternatief hierop wordt geboden door de linkerzijde. Er was dit jaar wel enige discussie langs Nederlandstalige kant, maar het meest opmerkelijke kwam toch van de Franstalige kant waar verschillende linkse organisaties samen het Front des Gauches vormden. Dat initiatief werd ook na de verkiezingen voort gezet en biedt een kans om te bouwen aan linkse eenheid aan de basis. De politici in het parlement weerspiegelen niet onze verzuchtingen. We zullen zelf moeten bouwen aan een eigen politiek verlengstuk, er is nood aan een nieuwe arbeiderspartij.
Op ons congres eind oktober stelden we vast: “De politieke situatie vormt een groot rookgordijn die de klassentegenstellingen vertroebelt. Maar de sociaal-economische realiteit dringt die klassentegenstellingen tegelijk steeds opnieuw naar de voorgrond. Onze partij moet voorbereid zijn op de voortzetting van deze troebele situatie voor nog een periode, maar moet vooral ook al haar ogen openhouden op het terrein. Ondanks de verwarring die heerst, leven we op een ondergrond van ongenoegen en woede. LSP moet zoveel mogelijk aanwezig zijn daar waar dat ongenoegen en die woede opborrelen. Daar moeten we onze partij verder versterken, zowel door de recrutering en consolidering van nieuwe leden, als door het uitbouwen van een invloed binnen vakbondsmilieus. Het is een noodzakelijke voorbereiding om met een sterkere partij klaar te staan eens de politieke mist terug optrekt.”