Het wereldwijde protest tegen de stijgende voedselprijzen neemt toe. Op 7 september was er in India een algemene staking die grote delen van het land plat legde met de eis om de prijsstijgingen te stoppen. Eerder waren er grote acties en kwam het tot een opstand in Mozambique nadat de broodprijs met 30% werd opgetrokken.
Een doorsnee gezin in Mozambique moet drie vierden van het gezinsbudget aan voedsel besteden. Als de prijs van brood dan nog eens fors de hoogte in gaat, is er een probleem. Het kwam tot grootschalige acties waarop de regering enkel antwoordde met repressie en geweld. Er vielen minstens tien doden en honderden gewonden.
De uitbarsting van woede in Mozambique en de algemene staking in India kunnen wel eens voorbodes zijn van protestacties zoals in 2008. Toen steeg de prijs van rijst met 277% op zes maanden tijd. Graan werd zo duur dat miljoenen Mexicanen zich geen tortilla’s meer konden veroorloven. Er waren voedselrellen in Egypte, Haïti, Bangladesh en meer dan 30 andere landen. Die protestacties kwamen er na drie jaar van prijsstijgingen die een groter deel van de bevolking in armoede stortten. Vandaag zijn er wereldwijd 1,02 miljard armen tegenover 854 miljoen in 2006. De wereldwijde recessie van de afgelopen jaren heeft de situatie van de armsten er niet op verbeterd.
Op dit ogenblik zijn de prijzen van landbouwproducten al enige tijd aan het stijgen. Graanprijzen zijn sinds januari al 70% duurder geworden. Bij ons leidt dat tot een verhoging van de broodprijs met enkele centen, in de neokoloniale landen is de impact een pak groter. En het zal hier niet bij blijven, volgens de OESO zullen de voedselprijzen de komende tien jaar met 40% toenemen.
De productie van voedsel stond de afgelopen periode onder druk door verschillende natuurrampen die werden versterkt door menselijk optreden. De Russische bosbranden en de droogte werd daar aangegrepen om een exportverbod op graan op te leggen. De Pakistaanse overstromingen hebben de “graanschuur” van het land getroffen, waardoor Pakistan dit jaar voor het eerst geen graan en rijst zal kunnen uitvoeren, maar zal moeten invoeren.
Het probleem wordt versterkt door de bijzonder schadelijke rol van de kapitalistische speculanten. Hefboomfondsen veroveren een plaats in de voedselmarkten en maken miljardenwinsten door te speculeren op prijsstijgingen. Er wordt gehandeld in toekomstige productie, maar de speculanten zijn niet geïnteresseerd in de producten zelf. Het gaat enkel om de winsten uit speculatie.
De nieuwe wereldwijde voedselcrisis toont hoe het kapitalisme een onmenselijk en chaotisch systeem is dat niet in staat is om iedereen van voedsel te voorzien. Het grootste obstakel daarbij is niet zozeer een tekort aan voedsel, maar wel de onuitputtelijke winsthonger van een kleine minderheid die de prijzen de hoogte injaagt en een groeiend deel van de wereldbevolking tot extreme armoede veroordeelt.
Vandaag moeten meer dan een miljard mensen rondkomen met minder dan 1 dollar per dag. Het kapitalisme heeft deze mensen niets te bieden, zelfs geen eten om te overleven. De armen op deze planeet hebben honger terwijl een kleine toplaag superwinsten binnenhaalt. Speculanten worden rijker door te gokken op prijsstijgingen en meer armoede. Er is nood aan een andere samenleving waarin de agro-industrie uit de handen van de speculanten wordt gehaald. Een democratisch en publiek beheerde voedselindustrie moet het begin vormen van een planmatige productie waarin de behoeften van de meerderheid van de bevolking centraal staan. Dat is waar de linkse socialisten voor opkomen.