Op de derde dag van de internationale zomerschool van het CWI was er een discussie over de kwestie van nieuwe linkse partijen en arbeidersformaties in Europa en de rest van de wereld. De nood aan een nieuwe arbeiderspartij is een belangrijk onderdeel van onze ideeën over de uitbouw en versterking van de arbeidersbeweging. We publiceren een samenvatting van de inleiding door Tony Saunois.
De ontwikkeling van nieuwe arbeiderspartijen vormt geen rechtlijnig proces. Er zijn heel wat complicaties in de objectieve situatie, maar het is voor marxisten belangrijk om aan te geven op welke wijze stappen vooruit kunnen worden gezet. Sinds midden jaren 1990 brengen we de noodzaak van nieuwe arbeiderspartijen naar voor. De val van het stalinisme eind jaren 1980, de volledige verburgerlijking van de sociaal-democratie (voorheen burgerlijke arbeiderspartijen) en het ideologische offensief van de burgerij hebben de noodzaak van een nieuw instrument van de arbeidersbeweging op de agenda gezet maar tegelijk ook de moeilijkheden die daarmee gepaard gaan.
Voor ons is de ontwikkeling van nieuwe arbeiderspartijen geen doel op zich, er is nood aan een sterke marxistische kracht die moet worden opgebouwd als onderdeel van het proces om voor de arbeidersbeweging een politiek referentiepunt uit te bouwen. De ontwikkeling van nieuwe formaties bevestigt onze analyses en levert enorm belangrijke ervaringen op voor onze werking in onder meer het Braziliaanse P-Sol, Die Linke (Duitsland), Syriza (Griekenland), NPA (Frankrijk) en eerder in de Rifondazione Comunista in Italië. Het is duidelijk dat we nog in een vroeg stadium in de ontwikkeling van nieuwe partijen en dat het proces verre van voltooid is. Dat is een uitdrukking van waar de arbeidersklasse zich vandaag bevindt en wij moeten daar rekening mee houden.
Trotski bracht verschillende benaderingen naar voor op verschillende ogenblikken in de geschiedenis. In de jaren 1920 stond de kwestie van een nieuwe partij niet op de agenda. De autoriteit van de Russische revolutie maakte dat de communistische partij in de VS kon uitgroeien tot het referentiepunt. Maar in de jaren 1930 was de situatie veranderd met een radicalisering op politiek en syndicaal vlak (met onder meer de ontwikkeling van de vakbondsfederatie CIO) en het diskrediet van het stalinisme. Op dat ogenblik stelde Trotski dat er een arbeiderspartij nodig was, een onafhankelijke politieke vertegenwoordiging. Maar tegelijk benadrukte hij dat het nodig bleef dat de marxisten hun eigen krachten en duidelijk programma moesten versterken.
De afgelopen jaren hebben wij een rol gespeeld in verschillende nieuwe partijen. We vestigen er onze autoriteit en maken onze politieke opvattingen bekend. Soms speelden we een directe rol in het bepalen van de manier van werken en eisen. In de PSOL speelden we een rol in het naar voor schuiven van een linkse kandidaat voor de partij bij de komende verkiezingen. In Griekenland speelden we een rol in het uitbouwen van een linkse oppositiestroming in de vorm van de stroming “Tweede Golf” die jammer genoeg wel niet verder is ontwikkeld.
Op dit ogenblik levert onze werking in nieuwe formaties weinig directe rekrutering op voor onze eigen krachten. Sommigen stellen zich dan ook de vraag of het de moeite is om dezelfde inspanningen te blijven leveren. Er zijn ook heel wat complicaties in die zin dat de leiding van de meeste nieuwe formaties niet bepaald in staat is om op een degelijke manier in te spelen op de kapitalistische crisis. Dat heeft soms ook electoraal negatieve of alleszins beperkende gevolgen. Bij de Europese verkiezingen bleek dat uit de relatief slechte scores voor radicaal-links in verschillende landen. Andere complicerende elementen zijn het gebrek aan interne discussiemogelijkheden die zich vaak voordoen of het feit dat wel beslissingen worden genomen, maar niet worden uitgevoerd. Het belangrijkste is echter het feit dat het verdiepen van de kapitalistische crisis niet werd aangegrepen door verschillende partijen om er op in te spelen en de partij uit te bouwen tot een ander niveau.
Het antwoord van diverse linkse partijen op de crisis is beperkt. Syriza in Griekenland stelde dat het land geen beroep moest doen op het IMF maar eerder op de ECB. Toen bleek dat dit niet mogelijk was, werd gezocht naar andere mogelijkheden om elders aan te kloppen. De crisis in Portugal neemt stilaan Griekse proporties aan. Er kwamen honderdduizenden arbeiders op straat, maar het antwoord van het Linkse Blok beperkte zich tot de oproep om een Europese instantie voor het bepalen van kredietratings in het leven te roepen. De leiders van deze linkse formaties zien zich niet als woordvoerders van een linkse oppositie of als diegenen die een alternatief moeten uitbouwen. Verschillende linkse partijen in Europa en ook de vakbondsleidingen beperken zich tot het adviseren van de burgerij over hoe we uit de crisis kunnen geraken. Ze komen niet verder dan eisen als het optrekken van de staatsuitgaven. Op zich zijn we daar niet tegen, maar het volstaat niet als programma waarmee op de crisis wordt geantwoord.
Ondanks het gebrek aan antwoord op de crisis, is er toch een zekere aantrekkingskracht voor nieuwe linkse partijen. Zo is er een laag van jongeren actief bij het Linkse Blok. Ook op het vlak van opbouw van de partij zien we het falen van de leiding. Zij willen doorgaans geen actieve basis of zien niet de mogelijkheid om die uit te bouwen. Waar wij aanwezig zijn, maken we een verschil zowel op het vlak van programmatorische duidelijkheid als met betrekking tot de opbouw van de partij. In Syriza werden een aantal voorstellen van ons op dat vlak formeel aanvaard, maar niet doorgevoerd. Door de politieke zwakte wordt het potentieel niet volledig benut. Wij benadrukken de noodzaak om electorale posities te koppelen aan strijd op straat, actieve deelname aan strijd en democratische discussie binnen nieuwe formaties. Een puur electorale strategie zal niet volstaan, zeker niet op een ogenblik dat een groeiende laag zich net afkeert tegenover het establishment en bij uitbreiding tegen de politiek in het algemeen.
Er zijn veel mogelijkheden voor nieuwe formaties om een actieve rol in strijd te spelen. Veel kansen worden echter gemist. Zo is er binnen de Franse NPA een kunstmatige scheiding tussen electorale politiek en syndicale strijd. In de strijd van bijvoorbeeld het postpersoneel speelde NPA-leider Besancenot, de bekendste postbode van het land, amper een rol. Door een gebrek aan leiding worden er in veel landen kansen gemist om qua omvang en actieve betrokkenheid een grotere rol te spelen.
De verschillende linkse partijen hebben een aantal elementen gemeen, maar er blijven natuurlijk ook grote verschillen door specifieke ontwikkelingen. Die Linke in Duitsland ontstond als fusie van de oude PDS in het Oosten en de WASG in het Westen, waarbij een belangrijke laag binnen de vakbonden betrokken is bij Die Linke. In andere landen is dat minder het geval, enkel de PRC in Italië had aanvankelijk een grote invloed op syndicaal vlak. Het Linkse Blok en Syriza kwamen tot stand als allianties tussen verschillende partijen en organisaties. De verschillende wijze van totstandkoming en verschillende samenstelling heeft een impact op de verdere ontwikkeling.
Wellicht is Die Linke een van de meer stabiele krachten ter linkerzijde in Europa. De electorale steun blijft rond de 10% hangen (met een strijdbare opstelling zou dat ongetwijfeld meer kunnen zijn). Bij recente betogingen tegen de besparingen in Berlijn en Stuttgart werden de sprekers van de sociaal-democratische SPD uitgejouwd, terwijl er steun was voor Die Linke. Een gevaar voor de ontwikkeling van Die Linke is de roep naar coalities met de sociaal-democratie, een roep die vooral weerklinkt bij leiders van Die Linke en niet zozeer bij de sociaal-democraten. Het is niet uitgesloten dat de SPD electoraal zal vooruitgaan als gevolg van de crisis in de regering van Merkel, maar dit zal zich niet vertalen in actieve of enthousiaste steun.
Binnen linkse partijen willen we samenwerken met andere linkse krachten, ook met groepen waarmee we meningsverschillen hebben. Het bestaan van een sterkere linkse oppositie kan de druk opvoeren en een grotere aantrekkingskracht vormen. Zelfs met beperkte krachten kunnen wij daar een rol in spelen. In de PSOL leiden we een oppositieblok, in de Griekse formatie Syriza lagen we mee aan de basis van de Tweede Golf en in Frankrijk zijn we actief betrokken bij het platform B in de NPA waarbij we proberen te vermijden dat deze linkse oppositie uit elkaar valt.
De verschillende linkse formaties hebben hun zwakheden en soms openlijk verraad. Deze zijn vaak dominant geweest tot nu toe en het valt niet uit te sluiten dat een aantal partijen zullen verdwijnen. Andere zullen onder druk van de crisis misschien een scherpe bocht naar links nemen en op die basis een laag van arbeiders en jongeren. Bij een versnelling van de crisis is dat zeker een mogelijkheid, maar uiteraard is het absoluut niet zeker. Wij moeten voorbereid zijn op snelle veranderingen, ook in onze werking en tactieken. Bovendien moet een werking binnen linkse formaties steeds gepaard gaan met strijd buiten die partijen. Bij iedere ontwikkeling van strijd onder jongeren en arbeiders moeten wij aansluiting zoeken en een rol spelen. We moeten steeds een afweging maken tussen verschillende klemtonen in onze werking en die afweging kan soms snel veranderen. Onze tactieken moeten soms aangepast worden.
De Italiaanse partij PRC (Rifondazione Comunista) is sterk leeg gelopen. Op basis van fouten in het verleden is een groot deel van de steun verloren gegaan. Het grotendeels verdwijnen van een linkse partij maakt het moeilijker om enthousiasme te vinden om een nieuwe kracht uit te bouwen, ook al blijft dat objectief noodzakelijk. Wij blijven in Italië actief binnen de Rifondazione maar brengen tegelijk de noodzaak van een nieuwe partij naar voor waarin onder meer de actieve militanten van Rifondazione een rol zouden kunnen spelen. Er zijn mogelijkheden in die richting, een leider van de metaalbond FIOM brengt het idee van een nieuwe formatie naar voor. Dat gebeurt vooralsnog enkel in woorden, maar het is wel significant.
Het Spaanse Izquerda Unida (IU) kent een nieuwe opgang. Er is een bocht naar links binnen de Communistische Partij die mee aan de basis van IU ligt met een retoriek over klassenstrijd en oproepen tot algemene staking. De steun in de peilingen voor IU is de afgelopen maanden verdubbeld. Er is een grote aantrekkingskracht voor de formatie, maar dat is niet uniform. In Baskenland bijvoorbeeld is dit beperkter.
In Portugal heeft de opkomst van het Linkse Blok de steun voor de Communistische Partij niet doen verdwijnen. Die partij blijft vooral sterk staan onder oudere arbeiders, onder jongeren staat het Linkse Blok sterker. Binnen de PCP zijn er vandaag overigens ook mogelijkheden: de partij is niet langer de stalinistische monoliet van vroeger. Er is discussie mogelijk en we moeten daar oog voor hebben. Toen een leider van de PCP op een vakbondsmeeting inging op de vraag welk antwoord er nodig is op de crisis, citeerde hij uit onze krant. We werken in het Linkse Blok maar volgen ook de PCP en doen oproepen tot eenheid in actie. Dat is net zoals in Griekenland een belangrijke kwestie.
In landen waar er geen grote linkse partijen bestaan, ondersteunen we stappen in die richting. Dat deden we onder meer door onze rol binnen de TUSC in Groot-Brittannië of ook met het Front des Gauches in België. Het gaat hier niet om nieuwe partijen, maar om samenwerkingsverbanden die het idee van een linkse oppositie kunnen versterken.
Het programma en de slogans die we naar voor brengen binnen nieuwe partijen en naar bredere lagen toe zijn van groot belang. Onze slogans en eisen moeten aangepast zijn aan het bewustzijn en de strijd die er vandaag is. We kunnen eisen steunen als het belasten van de rijken, meer uitgaven voor sociaal nuttige werken,… maar er moet verder worden gegaan met de nationalisatie van de banken. We moeten uitleggen waarom een breuk met dit systeem nodig zijn en hoe een socialistische planeconomie zou kunnen werken. Wij pleiten niet gewoon voor het herverdelen van de rijkdom op basis van dit systeem, we willen een ander systeem.
Het idee van veralgemeende en eengemaakte strijd zal de komende maanden belangrijk zijn. De Europese actiedag van 29 september kan daar een grote rol in spelen. Er is nu al een algemene staking aangekondigd in Spanje en er zullen ook stakingsacties zijn in Portugal en Griekenland. Elders zal er nog niet direct tot staking worden overgegaan, maar met grote betogingen zoals in Brussel op 29 september kan de basis worden gelegd om het idee van een Europese algemene staking naar voor te brengen.