Your cart is currently empty!
Wereldwijde crisis: geen uitweg op kapitalistische basis
Op dit ogenblik vindt in Gent de internationale zomerschool van het CWI plaats. Een 350-tal linkse socialisten uit meer dan 25 landen bediscussiëren er de internationale politieke, sociale en economische situatie. Er zijn aanwezigen uit heel Europa, met ook delegaties uit landen waar de werking van het CWI de afgelopen periode is opgezet (IJsland, Spanje, Portugal) alsook van buiten Europa (VS, Quebec, India, Israël, Libanon, Kazachstan, Hong Kong, China, Australië). Hieronder enkele grote lijnen van de inleiding over de wereldperspectieven die werd gedaan door Peter Taaffe.
Het VS-imperialisme bevindt zich in grote problemen. Er zijn de economische problemen, maar ook de uitzichtloze oorlog in Afghanistan. Die oorlog was dan wel opgestart door Bush, maar nu is het de oorlog van Obama. De VS zit al langer in Afghanistan dan destijds in Vietnam. Intussen zitten we al aan de derde opperbevelhebber. Peretraeus zou er nu voor een overwinning moeten zorgen net zoals in Irak. Dat is echter een illusie, er is daar geen overwinning geboekt. Om het met Tacitus te zeggen: er werd desolaatheid gecreëerd en ze noemden het vrede. In Irak zijn de sectaire tegenstellingen nog nooit zo groot geweest. Er is geen verbetering voor de meerderheid van de bevolking.
De problemen worden aangevuld met steeds grotere milieuproblemen. Op basis van de huidige koers van het kapitalisme is de vernieling van de planeet evident. We hebben deze eeuw al vreselijke oorlogen en rampen gezien. Als het kapitalistische systeem wordt verder gezet, zal dit er enkel erger op worden. Er waren al de oorlogen om olie in het Midden-Oosten. Maar er zijn ook tal van conflicten over toegang tot water. Er is een conflict tussen Kazachstan en Oezbekistan en andere landen in die regio voor toegang tot rivieren. Volgens de VN dreigen 450 miljoen mensen in 29 landen meegesleurd te worden in conflicten en spanningen over toegang tot water. De internationale klimaattop in Kopenhagen bleek een totale mislukking te zijn. Er is geen antwoord op de milieuproblemen.
Het grootste falen van de burgerij zien we op economisch vlak en het gebrek aan een antwoord op de crisis. Enkele maanden geleden waren alle ideologen van de burgerij nog de reddingsplannen en overheidstussenkomsten aan het verdedigen. Vandaag is de toon wat anders met oproepen tot harde aanvallen op de levensstandaard van de arbeiders met zware besparingsplannen. De Britse regering van Cameron wordt het nieuwe voorbeeld. De nieuwe versie van Thatcher krijgt heel wat steun voor zijn besparingsplannen. Het lijkt alsof de gekken het gekkenhuis hebben overgenomen. Een Britse krant bracht recent de titel: “Besparingen: 4 – Stimulusmaatregelen: 1”. Obama blijft achter stimulusbeleid staan en moet dit om electorale redenen ook doen, maar internationaal staat hij geïsoleerder. De VS kan haar beleid niet zomaar opleggen, dat bleek onder meer op de G20 top in Toronto.
Op dit ogenblik is Griekenland een testgebied om te zien hoe ver de burgerij kan gaan in de aanvallen op de arbeiders. Dat is niet enkel het geval in Europa, ook in bepaalde hard getroffen Amerikaanse staten wordt dat argument gebruikt. Griekenland is effectief een van de zwakke schakels in de keten van het Europese kapitalisme. Er wordt geprobeerd om de Zweedse besparingsmaatregelen van begin jaren 1990 als voorbeeld naar voor te schuiven als een succesvolle besparingsoperatie. Maar die maatregelen kwamen er op een specifiek ogenblik in de geschiedenis, net voor een langere periode van sterke economische groei. Het ging bovendien om relatief geïsoleerde besparingsmaatregelen (beperkt tot Zweden en ook Canada), maar wel besparingsmaatregelen die nog altijd blijvende gevolgen hebben.
De beperkte economische heropleving vandaag is niet fundamenteel. Drie vierden van de groei komt door een heropbouw van stocks. Intussen werden private schulden overgenomen door de overheid. De enorme publieke schulden zijn het resultaat van de reddingsoperaties voor de banken en financiële instellingen. Daarnaast zijn er ook groeiende uitgaven voor uitkeringen, onder meer werkloosheidsuitkeringen. In Ierland en Spanje kwam de vastgoedzeepbel tot barsten waardoor in Ierland vandaag wordt gesproken over de mogelijkheid om 300.000 leegstaande huizen te slopen om het aanbod te verkleinen. In Spanje zijn er volledige dode steden die leeg staan.
De Keynesianen hebben gelijk als ze zeggen dat het probleem van het kapitalisme de vraagzijde is. De burgerij zal geen antwoord op de crisis bieden indien ze zich beperkt tot een politiek van harde besparingen, zoals Hoover dat deed als initieel antwoord op de recessie van 1929. Dat is in essentie een politiek van afbouw van arbeid, voorraden en productiekrachten. Dat bereidt de weg naar een nieuwe depressie voor. Deze zal misschien niet zo diep zijn als in de jaren 1930, maar we gaan wellicht wel naar een lange periode van depressie. Het Keynesianisme kan de problemen echter niet oplossen. Door de staatsuitgaven te stimuleren zullen de overheidsschulden blijven toenemen en blijft de vraag wie deze uiteindelijk zal betalen. Indien het de burgerij is, zet dit de winsten onder druk en wordt niet meer geïnvesteerd wat de crisis erger maakt. Indien het de arbeiders zijn, dan neemt de koopkracht af en daalt de vraag waardoor de crisis eveneens erger wordt.
De besparingstsunami die vandaag over Europa vloeit zal echter evenmin kunnen vermijden dat de staatsschulden blijven toenemen. De crisis zal ervoor zorgen dat er 600.000 jobs verdwijnen in Groot-Brittannië, als er nieuwe jobs bijkomen, zijn het jobs aan slechtere lonen en tegen slechtere voorwaarden. China zal de crisis overigens niet kunnen opvangen: er was een sterke groei van de productie, voornamelijk door tussenkomsten van de overheid, maar de economie raakt er oververhit en er is een zeepbel in de vastgoedsector.
De tegenstellingen in Europa zijn erg groot en kunnen leiden tot het ineenstorten van de euro. De Europese burgerij zal daar echter niet lichtzinnig mee omspringen, er zijn zware consequenties aan een dergelijke stap verbonden. Indien Griekenland de euro zou laten vallen, zou dit volgens schattingen leiden tot een daling van het bbp van dat land met 7%. De opgebouwde tegenstellingen in Europa kunnen er desondanks toe leiden dat landen uit de euro stappen.
De stagnatie van de productiekrachten leidt tot harde aanvallen op de levensstandaard van de arbeiders. In Spanje komen 90% van de verloren jobs uit de zogenaamde precaire sector, een sector waarin steeds meer arbeiders zijn tewerk gesteld. De crisis leidt tot een grotere werkloosheid, er is een groot reserveleger van arbeiders aanwezig. Bovendien dreigt nog steeds het gevaar van een bankencrisis in Europa en zal Noord-Europa steeds meer aansluiten bij Zuid-Europa. In Groot-Brittannië worden al stappen op die weg gezet.
De coalitie van Conservatives en Liberal Democrats (Con-Dem) voert harde aanvallen uit op de levensvoorwaarden. Er worden zelfs betogingen van schoolkinderen gepland tegen de slechte staat van de schoolgebouwen. De Lib Dems kunnen snel in een situatie zoals de Duitse FDP terechtkomen waarbij de toekomst van de partij bedreigd wordt. De gevolgen van de crisis zijn enorm: er zijn 1 miljoen Britse jongeren die geen werk hebben. In Spanje loopt dat op tot 44% van de jongeren. Deze generatie jongeren of toch een deel ervan zal revolutionaire conclusies trekken. Waar er geen sterke linkse socialistische kracht aanwezig is, kan dat verschillende richtingen uitgaan onder meer met individueel geweld. Griekenland zal op dit vlak van cruciaal belang zijn. Het is een testgebied voor de burgerij om te zien hoe ver ze kan gaan in de aanvallen op de arbeiders. Dat is waarom zoveel leugens worden verspreid over de Griekse arbeiders en de zogenaamde luxueuze omstandigheden waarin ze leven. In de werkelijkheid wordt de jonge generatie werkenden in Griekenland de “generatie 650 euro” genoemd en daar kan je ook in Griekenland niet van leven.
De vorige doctrine van het kapitalisme – het idee van steeds meer vooruitgang – wordt doorprikt. Vandaag wordt niet meer geloofd dat we het vandaag beter hebben als vroeger en nog minder dat de volgende generatie het nog beter zal hebben. Om eengemaakt verzet tegen de aanvallen op de levensstandaard tegen te gaan, wordt gezocht naar methoden om de arbeiders te verdelen. We worden opgezet tegen de Griekse arbeiders, jongeren worden tegen ouderen opgezet,…
Daartegenover zal er nood zijn aan verenigd verzet met ook Europees protest. Griekenland kan een Argentijnse weg opgaan met verschillende algemene stakingen, politieke onstabiliteit, fabrieksbezettingen,… (zoals we in Argentinië begin deze eeuw zagen). Ook elders in Europa is dat een mogelijk. Bewegingen verlopen natuurlijk niet in een rechte lijn, er zullen onvermijdelijk pauzes zijn (zoals momenteel in Griekenland) of zelfs terugslagen. Maar we staan steeds meer voor een “Europese mei 68”. In Griekenland waren er zes algemene stakingen, in Frankrijk twee op een maand tijd. De Franse acties waren de meest vastberaden acties sinds de beweging tegen Juppé in 1995. De Italiaanse arbeiders hebben de spieren gerold met een beperkte staking van 4 uur. In Spanje en Portugal waren er grote bewegingen. Bij al deze acties zagen we dat de vakbondsleidingen een rem vormden op de beweging.
De val van het stalinisme heeft het bewustzijn van de arbeiders veranderd waardoor dit bewustzijn achterloopt op de mogelijkheden vandaag. Dit maakt dat een algemene staking vandaag anders wordt gezien, niet als een strijd voor de macht of voor een socialistische samenleving. Voor de val van het stalinisme speelde de burgerlijke arbeiderspartijen een rol, zeker de linkerzijde van die partijen, in het vestigen van een algemeen socialistisch bewustzijn. Dit maakte dat een algemene staking een ander karakter aannam. De afwezigheid van massa-organisaties met een breed socialistisch bewustzijn speelt vandaag een rol. We moeten sterker tegen de stroom ingaan.
Vandaag kennen we een grote paradox: er is enerzijds het grootste falen van het kapitalisme ooit en anderzijds is de arbeidersklasse als gevolg van de vorige periode nog niet klaar om deze uitdaging aan te gaan en de kwestie van de macht te stellen. In onze slogans en benadering moeten we daar rekening mee houden. Ondanks deze paradox is het mogelijk om regeringen tot toegevingen te dwingen en delen van de besparingsplannen te laten intrekken op basis van massale bewegingen van de arbeidersbeweging.
Voor linkse socialisten is het belangrijk om een dubbele taak te vervullen: enerzijds algemene tradities van de arbeidersbeweging opnieuw vestigen en anderzijds onze specifieke revolutionaire socialistische formatie opbouwen. Dit is wat we ook doen in onze oriëntatie naar nieuwe linkse formaties zoals Syriza of de NPA in Frankrijk. De Britse ervaring met TUSC is nuttig, maar het belangrijkste onderdeel van onze werking blijft op syndicaal vlak. We doen waardevolle ervaringen op in nieuwe linkse formaties, maar de verdere ontwikkeling ervan is zeker niet gegarandeerd. De ontwikkeling van Rifondazione Comunista in Italië toont dit aan. Waar er nieuwe linkse krachten ontwikkelen, zijn we daarbinnen actief maar we beperken ons niet tot een werking binnen deze formaties.
Van cruciaal belang is het programma dat we naar voor brengen en de eisen. We moeten daarbij rekening houden met het bewustzijn en de staat van de arbeidersbeweging. In Griekenland benadrukken we eisen als het niet afbetalen van de schulden, wat meteen ook de kwestie van de nationalisatie van de banken stelt en in het algemeen het idee van socialisme. We proberen in Groot-Brittannië om de druk op de leiding van de arbeidersbeweging op te voeren door delen van de leiding en de basis te organiseren in het National Shop Stewards Network. Het bewustzijn kan in sprongen ontwikkelen, ook al lijkt het vandaag nog alsof de arbeidersklasse niet klaar is voor de strijd waar we voor staan. Er is nog geen breed anti-kapitalistisch bewustzijn, zelfs niet waar de klassenstrijd al hevig is losgebarsten. Er is een haat tegen de bankiers en rijken, maar nog niet tegen het kapitalisme als systeem. Dat zal veranderen door de ontwikkeling van de gebeurtenissen en ook door onze interventies.
Als eerste uitdrukking van de crisis zien we dat de burgerij verzwakt is. Dat leidt tot een toename van spanningen en politieke onstabiliteit. Figuren als Sarkozy, Merkel en Berlusconi kunnen erg snel van “hero to zero” ontwikkelen. Extreem-rechts kan inspelen op verdeeldheid, de nationale tegenstellingen kunnen groter worden. Maar uiteindelijk zal de arbeidersklasse daar moeten in tussenkomen en op basis van arbeiderseenheid opkomen voor een socialistisch alternatief.
Het potentieel van de arbeidersklasse is enorm. Dat zagen we recent nog met de stakingsacties in China bij bedrijven als Honda. De werkdruk in bepaalde gigantische Chinese fabrieken wordt zo hoog gelegd dat arbeiders er zelfmoord plegen. Terwijl dat in Europa wordt gedaan uit wanhoop omdat er geen werk is, gebeurt het daar omdat er op een onmogelijk ritme moet worden gewerkt. De recente stakingen maken duidelijk dat de slapende reus van de Chinese arbeidersklasse wakker wordt. Ook het regime beseft dat en probeert van bovenaf officiële bonden op te zetten om de woede aan de basis onder controle te houden.
Onder het kapitalisme is er een strijd van iedereen tegen iedereen. Dat is een nachtmerrie voor de meerderheid van de bevolking. Er is nood aan een alternatief en wij moeten die uitdaging mee aangaan. Dat is waar het ons om gaat: op basis van discussie en tussenkomsten beter voorbereid zijn en sterker staan in de noodzakelijke strijd. Zonder correcte analyses en perspectieven zal dit niet mogelijk zijn op langere termijn. Dat is waarom het CWI en de discussies die we voeren zo belangrijk zijn.