Your cart is currently empty!
Italië. ControCorrente omarmt het CWI
We publiceren een vertaling van een artikel van ControCorrente. Deze groep is al jarenlang actief binnen de PRC (Rifondazione Comunista) en de vakbond Cgil. Er waren gedurende lange tijd discussies met het CWI en op een conferentie afgelopen weekend werd unaniem besloten om politieke solidariteit te betuigen met het Committee for a Workers’ International.
Bij het bezoek van Peter Taaffe en Clare Doyle van het CWI waren er verschillende activiteiten vorozien. Op vrijdag en zondag waren er twee publieke meetings met een discussie over hoe links kan worden versterkt op wereldvlak. Op de eerste meeting in Genua waren er een 50-tal aanwezigen, op de tweede meeting in Savona een 20-tal.
De opkomst was relatief beperkt, alles werd snel georganiseerd. Maar op de bijeenkomsten waren er centrale activisten aanwezig. Zo waren er arbeiders en delegees van Ericsson, Fincantieri (scheepsbouw), Navalimioanti, Datasiel, Eurocontrol, Bombardier, AMT,… militanten uit het onderwijs van verschillende vakbonden, leiders van de vakbond COBAS en een aantal vertegenwoordigers van andere linkse groepen.
Marco Veruggio, de woordvoerder van ControCorrente, verklaarde: “Er is in Italië een groot vacuüm op het vlak van politieke vertegenwoordiging van de arbeiders. De Lega Nord en extreem-rechts proberen dat vacuüm in te palmen. Dat is geen probleem dat tot Italië beperkt blijft.”
“Op een recent congres van de Cgil zagen we dat iedereen die een alternatieve positie tegenover de leiding verdedigde in feite over geen enkele politieke steun beschikte”, stelde Antongiulio Mannoni, de secretaris van de Cgil in Genua en woordvoerder van de oppositiemotie Moccia-Rinaldini op het Cgil-congres.
Peter Taaffe legde uit hoe de Socialist Party probeert om het vacuüm wat te vullen door samen te werken met verschillende vakbonden zoals de transportbond RMT en de cipiersvakbond POA naast militanten van andere vakbonden en politieke groeperingen waarmee werd samengewerkt in “No2EU” en nadien in “TUSC” (Trade Unionist and Socialist Coalition), twee allianties waarmee aan de verkiezingen werd deelgenomen.
“Veel arbeiders hopen dat de nederlaag van New Labour deze partij naar links zal duwen, maar dat zal niet gebeuren. Het is geen toeval dat de belangrijkste kandidaat om Gordon Brown op te volgen David Milliband is, iemand die jarenlang nauw heeft samengewerkt met Tony Blair.” Peter Taaffe voegde er aan toe: “Het is dan ook nodig om te blijven opkomen voor een nieuwe massapartij die de arbeiders een alternatief aanbiedt op Labour.”
Clare Doyle stelde: “De kwestie van een alternatief op de centrumlinkse partijen (die in feite nog verder naar rechts zijn opgeschoven) bestaat ook in andere landen. Het CWI neemt deel aan nieuwe formaties als de NPA in Frankrijk, Die Linke in Duitsland of de linkse federatie Syriza in Griekenland.”
Er werd ook ingegaan op de noodzaak om arbeidersstrijd in Europa te coördineren. Het Europese parlementslid Joe Higgins probeert daar een rol in te spelen door samen met linkse verkozenen in het parlement te pleiten voor een solidariteitsactie eind juni. Er staan nog heel wat acties op de agenda, op 2 juni is er een staking in de openbare diensten in Spanje. Het CWI wil bouwen aan een Europese actieweek om de Griekse, Spaanse, Portugese,… arbeiders te steunen in hun verzet.
Op 15 mei was er een nationale bijeenkomst van ControCorrente met een 25-tal aanwezigen. De bijeenkomst verklaarde haar volledige akkoord met de analyses en het werk van het CWI. Er werd besloten om de relaties tussen beide organisaties te consolideren. Op het einde van de bijeenkomst werd een nieuw nationaal comité van Controcorrente verkozen met daarin: M. Armellin (Veneto), A. Ghaderi (Abruzzo), P. Granchelli (Lombardia), L. Minghetti (Piemonte), C. Dicembre en C. Thomas (Emilia), M. Veruggio (Liguria) en F. Nigro (nationale penningmeester).