Pakistan. Nieuwe vakbondsfederatie organiseert verzet tegen patronale aanvallen

In Pakistan wordt momenteel gebouwd aan een nieuwe linkse vakbondsfederatie, de Progressive Workers Federation of Pakistan (PWFP). Leden van de Socialist Movement Pakistan (SMP), onze Pakistaanse zusterorganisatie, spelen een leidinggevende rol in deze nieuwe federatie die bijna 500.000 arbeiders organiseert en campagnes voert tegen privatiseringen, afdankingen en de verdediging van arbeidersrechten opneemt. We spraken met Khalid Bhatti van de SMP en financieel verantwoordelijke van de PWFP.

Hoe is het initiatief voor deze vakbondsfederatie tot stand gekomen en welke rol speelde de SMP daarin?

“We begonnen vorig jaar met de uitbouw van een nieuwe federatie, maar deze werd pas op 25 februari geregistreerd. De federatie komt voort uit de Trade Union Rights Campaign (TURCP), een campagne opgezet in 2005 om arbeiders te organiseren tegen privatiseringen en aanvallen op arbeidersrechten. Het doel van de campagne was ook om ervaringen uit te wisselen en daarvan te leren alsook om informatie te verspreiden. Heel wat arbeiders kennen hun rechten niet en weten niet wat te doen als ze ontslagen worden of met patronale aanvallen worden geconfronteerd. We begonnen een campagne om te sensibiliseren maar vooral om te mobiliseren.

“Iedere arbeider kon lid worden van de TURCP en er waren afdelingen in alle grote steden. Er waren leden van meer dan 100 nationale en regionale vakbonden op de eerste nationale bijeenkomst in Lahore. Nadien hadden een aantal vakbondsvertegenwoordigers en activisten in TURCP het standpunt dat een stap verder moest worden gegaan en dat er een vakbondsfederatie moest worden opgezet zodat het ook mogelijk wordt om arbeiders officieel te vertegenwoordigen.

“Na lange discussies begonnen we in 2008 vakbondsmilitanten te raadplegen over de nieuwe federatie en vanaf 2009 begonnen we de technische kant van de zaak te regelen.

“SMP was steeds volledig betrokken bij de discussies. Vier van de negen centrale bestuursleden van de nieuwe federatie zijn lid van onze organisatie, waaronder de algemeen secretaris. Twee anderen waren eerder al lid van TURCP en drie anderen zijn nieuw bij zowel TURCP als de PWFP.”

Waarom werd een nieuwe formatie opgezet en wat waren de centrale standpunten bij de oprichting?

“Alle andere vakbondsfederaties zijn eerder NGO’s die betrokken zijn bij projecten van de Internationale Arbeidsorganisatie, diverse sociaal-democratische partijen en organen uit Europa,… Ze doen geen ernstige inspanning om de arbeiders te organiseren en te vormen. Als we arbeiders bezoeken in de fabrieken, wordt ons soms gevraagd welke patroon ons heeft ingehuurd om te spioneren. Dat geeft aan welke slechte reputatie de bestaande federaties hebben in de private sector. De leiding werkt daar mee met de bazen en krijgt er achter de schermen beloningen voor.

“Maar er zijn heel wat oprechte strijdbare militanten die het verzet tegen de patronale aanvallen willen organiseren. TURCP was betrokken bij heel wat campagnes en bewegingen, zo stonden we vooraan in de strijd van telecom-arbeiders in 2005. We hebben een nationale campagne geleid tegen privatiseringen, geen enkele andere vakbondsfederatie kan dat zeggen. Die beperken zich liever tot fotosessies en acties die enkel op de media gericht zijn. Er is nood aan een andere leiding.

“De nieuwe federatie is opgezet om arbeidersstrijd en verzet te ondersteunen en om arbeiders te organiseren. We willen de arbeidersbeweging opnieuw opbouwen aangezien ze zo goed als van de kaart is geveegd. We willen arbeiders ook vormen over het economisch en politiek beleid van de regering en over internationale arbeidersstrijd. De federatie staat voor internationale arbeiderssolidariteit. Dat is een belangrijk onderdeel van onze doelstellingen, solidariteit aan arbeiders in strijd overal ter wereld.”

Hoe groot is de federatie en hoe is deze gestructureerd?

“Er zijn tot nu toe 23 vakbonden aangesloten. Het totale aantal arbeiders in deze bonden samen met arbeiders die op individuele basis aansloten bij de federatie bedraagt bijna een half miljoen mensen. Iedere vakbond heeft een gelijke vertegenwoordiging in het uitvoerend bureau, los van hun omvang. Het bureau omvat de voorzitters en algemeen-secretarissen van iedere vakbond en de negen verkozen leden van de centrale leiding. Er zijn dus 55 leden van het bureau en dit orgaan komt ongeveer om de drie maanden bij elkaar.”

In welke sectoren zijn deze bonden actief?

“In de private sector zijn er bonden uit de farmaceutica, chemie, textiel, energie, keramiek, telecom, transport, de informele sector, landbouw en handel. In de publieke sector zijn er bonden van de televisie, radio, spoor, post, bankwezen, gas en gezondheidszorg.”

En deze federatie is actief in alle provincies en grote steden van het land?

“Inderdaad, we zijn overal actief en er zijn nationale vakbonden lid die in alle delen van het land bestaan. Er zijn in de Noordwestelijke Grensprovincie een aantal bonden uit de private sector lid, maar geen enkele uit de openbare sector. In zowel de Noordwestelijke Grensprovincie als Balochistan maakt het gewapende conflict het moeilijk om onze vakbondswerking uit te bouwen. Maar we proberen er toch een werking aan de dag te leggen, ondanks de enorme moeilijkheden die dat met zich mee brengt.”

Welke campagnes voert de federatie en bij welke strijd is ze betrokken?

“Er zijn momenteel campagnes rond drie thema’s. Ten eerste voor het invoeren van het wettelijke minimumloon in de private sector. In de openbare sector krijgt iedereen ten minste het minimumloon, maar in de private sector krijgen veel arbeiders minder.

“Ten tweede voeren we campagne tegen privatiseringen. We koppelen dat ook aan campagnes tegen de tekorten en de prijsstijgingen voor basisgoederen. De privatiseringen geven de private patroons de vrijheid om dergelijke prijsstijgingen op te leggen. De prijzen voor basisgoederen en voedsel zijn op twee jaar tijd met tussen 80% en 350% toegenomen. Arbeiders krijgen Pakistaanse lonen, maar betalen internationale prijzen.

“Ten derde voeren we campagne tegen anti-vakbondswetten. Er zijn al drie anti-vakbondswetten ingetrokken, maar andere blijven overeind. We eisen een pro-vakbondsbeleid met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en collectieve verhoudingen, vergelijkbaar met wat in 1926 werd ingevoerd (met het recht om vakbonden te vormen, het stakingsrecht,…). Deze maatregelen werden destijds door de Britse vakbondsbeweging afgedwongen en ook in Pakistan doorgevoerd. De regering is nieuwe arbeidswetten aan het voorbereiden, maar doet dit zonder enig overleg met de vakbonden.

“We zijn momenteel actief betrokken in drie strijdbewegingen:

  • 10.000 steenkappers in Sargodha, Punjab, staakten een week voor loonsverhoging en de arrestatie van vijf bedrijfsleiders die verantwoordelijk waren voor het doodschieten van vijf stakers. De arbeiders hebben uiteindelijk een overwinning behaald, de lonen werden opgetrokken en de eigenaars opgepakt.
  • Een campagne tegen de privatisering van het spoor. Vorige week waren er nog betogingen in heel het land met in totaal 30.000 aanwezigen.
  • En in Punjab is er een campagne voor loonsverhogingen van lagere bedienden. Het werk wordt iedere dag twee uur neergelegd en er zijn betogingen.”

Wat zijn de plannen van de vakbondsfederatie voor 1 mei?

“Er is in Pakistan een sterke traditie om arbeidersbetogingen te houden op 1 mei. Hierdoor zullen we in bepaalde regio’s deelnemen aan betogingen van overkoepelende organen zoals 1 Mei Comités. In andere regio’s, vooral in delen van de provincies Sindh en Punjab, organiseren we zelf betogingen en nemen anderen deel aan onze acties.

“PWFP zal een pamflet verspreiden in twee talen (Urdu en Sindhi) en ook een affiche. De SMP brengt een speciale editie van haar blad uit. Er zijn ook plannen om met PWFP een vakbondsblad uit te brengen vanaf komende zomer.”

Is er een traditie van socialistische ideeën in de Pakistaanse arbeidersbeweging?

“Absoluut. Er is een sterke linkse traditie in de Pakistaanse arbeidersbeweging. Het was de linkerzijde die de arbeidersbeweging in de jaren 1950 en 60. Het waren niet de vakbonden die partijen hebben opgezet, maar eerder linkse organisaties die de vakbonden hebben uitgebouwd. Van de vijf grote vakbondsfederatie waren er drie die ooit links waren.

“Eind jaren 1960 en begin jaren 1970 was de linkerzijde een dominante kracht binnen de georganiseerde arbeidersbeweging en werden socialistische standpunten door brede lagen aanvaard en gezien als een uitweg uit de armoede, uitbuiting en repressie.

“Deze situatie veranderde na de val van de Sovjetunie en het verdwijnen van de door het stalinisme geïnspireerde linkerzijde. De linkse vakbondsleiders namen afstand van socialistische ideeën en werden meer pro-kapitalistisch. Hierdoor is de georganiseerde arbeidersbeweging zo goed als verdwenen.

“De linkse socialisten willen de arbeidersbeweging terug opbouwen en versterken. We hebben nieuwe vakbonden opgezet in sectoren waar er nog geen bonden waren. We proberen bestaande vakbonden te versterken. Daarnaast brengen we socialistische ideeën naar voor. SMP meent dat socialisme de enige weg vooruit is voor socialisme. Daartoe moet het bestaande kapitalistische en feodale systeem omver worden geworpen.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop