10 jaar Poetin – wat betekende dit voor de Russen?

Toen Boris Jeltsin, de eerste president van Rusland na de val van de Sovjet-Unie, de feestvierders groette tijdens zijn traditionele televisie-uitzending op oudejaarsavond in 1999 verbaasde hij het land door af te treden en Vladimir Poetin, toen de eerste minister, als zijn waarnemend vervanger te benoemen. Bij de presidentiële verkiezingen van maart 2000 won Poetin 52% van de stemmen.

Analyse door Rob Jones vanuit Moskou

“Wie is Poetin?” was de hoofdvraag van vele reporters en wereldleiders die zich afvroegen of ze zouden kunnen werken met de nieuwe man in het Kremlin.

Een groter contrast tussen de aftredende en opvolgende presidenten is moeilijk voor te stellen. Jeltsin, een staatsambtenaar van de communistische partij, kwam op de voorgrond door campagne te voeren tegen de elite van de oude Sovjetpartij. Hij stond aan het hoofd van de herintroductie van het kapitalisme in Rusland en, volgend op de grootste ineenstorting van de productie in de geschiedenis, etnische chaos en de disintegratie van de staat, eindigde hij als een genante alcoholicus.

Poetin daarentegen is een voormalig spion en hoofd van de Federale Veiligheidsdienst, of FSB, (de opvolger van de KGB) en een fit geheelonthouder die geniet van judo, paardrijden, vissen en blijkbaar van elke andere sport die hem toelaat zijn borstkas te ontbloten in het openbaar. Sinds dat hij de macht overnam, heeft Poetin aan het hoofd gestaan van een aanzienlijke groei in de economie en van een restauratie van de gecentraliseerde staat en heeft hij het profiel van Rusland op wereldvlak verhoogd.

Achtergrond

Tijdens de jaren ’80 was Poetin een agent van de KGB in de DDR. In 1990, na de val van de Berlijnse Muur, keerde hij terug naar zijn thuisstad, Leningrad, waar hij verantwoordelijk werd voor het toezicht op politieke opvattingen en activiteiten van studenten en personeel aan de universiteit van Leningrad. Daar verbond hij zich met een groep professoren rond Anatoly Sobchak, die spoedig de pro-kapitalistische burgemeester van Leningrad werd.

Tegen 1996 werd Sobchak weggestemd nadat zijn groep aan steun verloor en omhuld werd door schandalen. Het volgende jaar werd Poetin naar Moskou geroepen – waar hij op één jaar tijd hoofd werd van de FSB.

De heersende elite raakte verontrust rond wie Jeltsin zou opvolgen. Om de snelle restauratie van het kapitalisme mogelijk te maken vond de afbraak van het gecentraliseerde staatsapparaat van de voormalige Sovjet-Unie plaats onder Jeltsin zijn ambtstermijn, samen met groeiende separatistische bewegingen en zelfs de de facto afscheiding van Tsjetsjenië na de rampzalige eerste Tsjetsjeense oorlog.

De economische instorting en hyperinflatie tijdens de eerste helft van de jaren ‘90 werd nog overtroffen door de opzienbarende ineenstorting van de roebel in 1998 die toen met meer dan 70% devalueerde in 6 maand.

Tegen het eind van de jaren ’90 verloor het nieuwe kapitalisme van Rusland alle controle en de leidende elite van het land had geen nood aan verdere decentralisatie, maar juist aan een ommekeer van het proces, wat leidde tot de vestiging van een nieuwe gecentraliseerde kapitalistische staat.

Dit was de context tijdens de discussies binnen “De Familie”, het groepje dat het land leidde toen Keltsin het einde van zijn tweede presidentiële termijn naderde. “De Familie” werd gevormd door de dochters van Jeltsin, enkele kernadviseurs zoals de voormalige KGB-generaal Alexander Korzhakov en FSB-chef Mikhail Barsukov en leidende oligarchen zoals Boris Berezovsky en Roman Abramovich, die zelfs een tijd in het Kremlin woonde. Terwijl Jeltsin verder wegzonk in alcoholisme nam “De Familie” de leiding van de staat over.

Voor deze elitegroep leek Vladimir Poetin de ideale kandidaat. Weinig bekend, en daardoor niet zo sterk gehaat als bepaalde andere kandidaten. Niet alleen had hij een achtergrond bij de veiligheidsdiensten maar het was ook duidelijk dat hij een sterke hand zou gebruiken om kernelementen van een gecentraliseerde staat te restaureren.

Enkele leden van de leidende elite rond politici als Joeri Luzhkov, burgemeester van Moskou, en voormalig eerste minister Jevgeni Primakov verzette zich tegen hem, niet om ideologische redenen maar omdat ze bezorgd waren dat hun zakenimperia bedreigd zouden worden. Één van de eerste daden van de nieuwe president was immuniteit schenken aan de aftredende Yeltsin naar wie een onderzoek ingesteld werd voor corruptie.

De Tsjetsjeense oorlogen

Maar eerst moest Poetin verkozen worden. De bepalende factor voor zijn succes (naast de bevooroordeelde media en de plotse mysterieuze stijging van het aantal kiezers met 1,2 miljoen personen), was de tweede Tsjetsjeense oorlog in augustus 1999.

De eerste Tsjetsjeense oorlog werd door Jeltsin in 1994 opgestart. Dat was een complete catastrofe. De troepen waren niet voorbereid om te vechten en de Tsjetsjeense rebellen, die hun wapens van gedemoraliseerde Russische troepen kochten, waren vastberaden hun land niet op te geven.

Bij de slag om Grozny, de Tsjetsjeense hoofdstad, in augustus 1996 werd het Russische leger uit de stad gedreven. De daaropvolgende wapenstilstand maakte van de republiek de facto een onafhankelijke staat.

De tweede oorlog werd gestart na een reeks terroristische aanslagen, waaronder de ontploffing van twee appartementsblokken in Moskou. Vele Russen geloven dat deze aanvallen georganiseerd werden door de FSB om de oorlog te rechtvaardigen.

Wat de waarheid ook mag zijn, Tsjetsjenië werd brutaal aangevallen met vernietigende wapens zoals vacuümbommen. na een twee maand durende belegering van Grozny, die leidde tot tienduizenden slachtoffers en honderdduizenden vluchtelingen, werd het federaal bestuur hersteld.

Een voormalig rebel en religieus leider, Akhmad Kadyrov, werd neergezet als pro-Kremlin Tsjetsjeens leider en na de moord op hem in 2004 werd uiteindelijk zijn zoon, de brutale militaire leider Ramzan Kadyrov geïnstalleerd als president van Tsjetsjenië.

Machtsovername

Door “De Familie” aan de macht gebracht, ondernam Poetin stappen tegen de oligarchen die onder Jeltsin almachtig waren geworden. Berezovsky, de voormalige sterke man verantwoordelijk voor deze almacht, werd weggewerkt. Khodorkovsky, die speelde met het idee om een parlementaire meerderheid te creëren uit de neoliberale en communistische oppositie tegen Poetin, eindigde in de cel.

Oligarchen als Roman Abramovich die hun belangstellingen beperkten tot sport en wegbleven buiten de politiek konden wel blijven. In de plaats van de verdreven oligarchen groeide een nieuwe groep van “staatsoligarchen”. Een zekere herverdeling van de rijkdom heeft plaatsgevonden door de creatie van enkele “staatscorporaties” – geen vorm van nationalisatie maar een concentratie van kernstaatsbezit in strategische ondernemingen onder patronage van de staat.

Er kwam een beheerste democratie waarbij er een strakke hiërarchie is en waarbij de democratische rechten werden terug geschroefd. Zo werden na een terroristische aanval op een school in Beslan, in 2004 de verkiezingen van regionale gouverneurs afgeschaft. De enige oppositiepartijen die nog getolereerd werden, zijn diegenen die opgezet zijn door het Kremlin (enkel Rusland en de ultranationalistische Liberal Democratic Party van Zhirinovsky) en de tamme communisten.

Zelfs deze partijen ondervinden moeilijkheden om toegelaten te worden bij alle verkiezingen wanneer ze enige bedreiging vormen voor het machtsmonopolie van de leidende Verenigd Rusland Partij. Iedereen die tracht te protesteren, ondervindt problemen en tegenkantingen. Nu wordt activisten zelfs verteld dat hun kinderen opgenomen zullen worden aangezien ze geen geschikte ouders zijn.

Bureaucratie

In de jaren ’80 raakten de Sovjetarbeiders het aantal bureaucraten die de kracht van de geplande economie als parasieten opzogen meer dan beu. Ze werden overtuigd dat een kapitalistische economie hen van deze parasieten zou bevrijden maar ze hadden zich schromelijk vergist.

In de tijd van Leonid Brezhnev (een leider van de communistische Sovjetpartij van 1964 tot 1982) waren er 1 miljoen bureaucraten in de gehele USSR – nu zijn er 1,6 miljoen, enkel in Rusland!

Alexei Arbatov, een analist aan de Russische Wetenschapsacademie, stelde: “de Sovjetbureaucratie was beperkt tot een niet door geld beheerste economie: er waren weinig financiële stimulansen maar belangrijke extra’s (hoe bescheiden ook tegenover hedendaagse maatstaven). Daartegenover staat de hedendaagse Russische bureaucratie die teert op de geprivatiseerde/overgemonopoliseerde economie met zijn astronomische winsten”.

In de eerste vijf jaar onder Poetin vertienvoudigde het aantal omkopingen in Rusland bijna – van 36 miljard tot 316 miljard per jaar. Er is weinig bewijs dat aangeeft dat de snelheid van deze groei afzwakt.

In 2008 was Poetin grondwettelijk gebonden om zijn presidentschap op te geven na twee opeenvolgende ambtstermijnen en dus gaf hij de fakkel door aan zijn beschermeling en bondgenoot Dmitry Medvedev. Poetin werd simpelweg eerste minister en vandaag leidt hij het land met Medvedev als partner.

De glans van hun gedeelde leiding begint echter te tanen. Rusland leed meer onder de wereldcrisis dan vele andere landen (de daling van het BNP vorig jaar was meer dan 8%). Er ontstaan barsten in het staatsapparaat en ondanks de wijdverspreide repressie groeit het aantal personen dat bereid is deel te nemen aan protesten.

Een pr-man van het Kremlin waarschuwde recent zelfs dat het regime een dergelijk zwakke basis heeft dat de hedendaagse condities deze van begin 1917 beginnen te benaderen. Het is dan ook een open vraag of Poetin met de verkiezingen van 2012 zal proberen opnieuw president te worden of er een publieke breuk komt tussen de verschillende zijdes van de heersende elite.

Slechts één zaak is zeker – de arbeidersklasse moet dringend een politiek alternatief ontwikkelen op dit corrupte en bureaucratische regime.

Crisis, boom en terug crisis

De machtovername door Poetin viel samen met een nieuwe fase in de economische ontwikkeling van Rusland. In de vroege jaren ’90 was er een ineenstorting van het BNP met ongeveer 50%. Paradoxaal genoeg veroorzaakte de instorting van de roebel in 1998 een versteviging van de vraag naar nationaal geproduceerde goederen door importproducten te laten stijgen in prijs. Deze vraag werd nog verschillende keren groter door de olieprijs op de wereldmarkt. Van 17 dollar per vat in januari 1999 steeg deze prijs de volgende acht jaar gestaag tot meer dan 140 dollar.

Deze twee factoren vormden de brandstof voor een snelle groei in de Russische economie. De productie was hersteld tot het niveau van voor 1990, de inkomens groeiden relatief snel en de beurs- en vastgoedzeepbellen groeiden parallel met deze van de rest van de wereld.

Voor de meerderheid van de Russische bevolking, die de stagnatie van de late Sovjetperiode doorgekomen waren vooraleer ze de instorting van de industrie en levensstandaard met de kapitalistische restauratie meemaakten, leek deze periode een van groeiende welvaart. Dit was voor alles opnieuw begon in elkaar te storten vanaf 2008. .

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop