Your cart is currently empty!
Birma. Militaire dictatuur vreest nieuwe fase van strijd. 2000 textielarbeiders betogen voor betere loon- en arbeidsvoorwaarden
Ongeveer 2000 textielarbeiders in Rangoon begonnen vorige week maandag met sit-in stakingen op het fabrieksterrein met de eis van een salarisverhoging van 10.000 kyat (10 VS-$), een reductie van de werkuren en de beschikbaarheid van propere kantines. De staking startte in de textielfabriek Mya Fashion in de industriële zone Hlaing Tharyar te Rangoon. Later werden ze gevolgd door arbeiders van de Taiyi shoe fabriek en van de textielfabriek Opal 2 en werknemers van nabijgelegen fabrieken betuigden hun steun. Vorig jaar in december werd ook reeds een betoging gehouden rond de loon- en werkcondities.
Volgens Reuters News zette de Juntaregering van Birma dinsdag honderden gewapende agenten van de oproerpolitie in waarbij minstens 50 bussen vol oproerpolitie met zware vuurwapens en schilden uitgezonden werden om de wegen rond de industriële zone Hlaing Tharyar te beveiligen. Leden van de Union Solidarity and Development Association, een organisatie gesteund door de Juntaregering, waarschuwden de arbeiders terplekke om of vredevol uiteen te gaan of een gewelddadig politieoptreden tegemoet te treden. Hoofdcommissaris van de politie Brigadier Generaal Khin Yee bezocht ook de plaats van de staking en dreigde met zware acties tegen de arbeiders wanneer ze de staking niet zouden beëindigen.
De Irrawaddy News Magazines (INM) schreven dat de fabriekswerkers hun staking beëindigden op woensdagavond na intense onderhandelingen met hun werkgevers. Aangenomen wordt dat ambtenaren van het Ministerie van Arbeid verwikkeld waren in deze onderhandelingen. Volgens INM blijft de spanning hoog ondanks het akkoord van een salarisverhoging van 5.000 kyat (5 VS-$), de helft van wat de arbeiders eisten.
Vandaag zijn er ongeveer 130 kledingsfabrieken in Birma die in totaal meer dan 45.000 arbeiders tewerkstellen. Deze industrie is met 300 miljoen dollar één van de belangrijkste geldschieters van de militaire regering. De laatste jaren word Birma geconfronteerd met een stijging van de concurrentie van de textielindustrie in landen als Bangladesh, Cambodia, Vietnam and Thailand die lage kosten en goedkope arbeid aanbieden.
Ondertussen ondergaan de werknemers in Birma de ergste uitbuiting onder de Juntaregering. Zo moeten de textielarbeiders dagelijks 16 uur werken van 7 uur s’ morgens tot 23 uur s’ avonds. Het maandinkomen van de meeste textielarbeiders ligt tussen de 20.000 kyat (20 VS-$) en de 40.000 kyat (40 VS-$) waardoor velen verplicht zijn overuren te kloppen om rond te komen. Vele werkgevers bieden enkel tijdelijke contracten aan waarbij arbeiders geen wettelijke steun krijgen bij ontslag. Meer dan 80% van de fabriekswerkers in Rangoon werkt met dagcontracten. Het grootste deel hiervan zijn jonge vrouwen tussen de 15 en 27 jaar die het platteland verlaten om een beter leven te zoeken.
Hoewel stakingen en andere vormen van protest verboden zijn in Birma, lijkt het erop dat de industriële conflicten aan het escaleren zijn. “De staking is een frequente gebeurtenis”, zei een leerkracht in Rangoon tijdens een interview met INM. “Arbeiders klagen, maar hun problemen worden slechts uitzonderlijk opgelost”. Volgens INM is er meestal bemiddeling door een vertegenwoordiger van het Ministerie van Arbeid die directies en de arbeiders bijeenbrengt om conflicten “op te lossen“. De bemiddelaar handelt evenwel enkel om te verzekeren dat bepaalde minimumvoorwaarden inzake loon, werkuren en overuren bereikt worden.
In 2007 groeiden kleinschalige demonstraties tegen de stijging van de brandstof- en gasprijzen snel uit tot nationale betogingen van boeddhistische monniken. Dit lokte zware acties van de regering uit waarbij minstens 31 mensen stierven. Op dat moment steunden wereldwijd zowel arbeiders als jongeren de heroïsche strijd van de Birmaanse jeugd, monniken en arbeiders tegen de militaire dictatuur. De vluchtelingen in het buitenland die de militaire onderdrukking tegen de revolutie van 1988 overleefden, organiseerden wereldwijd solidariteitsacties. Net als in 2007 verspreidde het protest zich in 1988 zeer snel over het gehele land. Toen werden verschillende vakbonden, arbeiderscomités en partijen opgericht en ontstonden honderden onafhankelijke kranten.
Birma is een van de armste landen in de wereld met een bbp van slechts 27.542 miljoen dollar en een inkomen per capita van 2.762 dollar in 2009. Dit is het resultaat van het continue repressieve bewind van het militaire Juntaregime dat sinds 1962 enkel voordelig blijkt voor de regerende bureaucratie en het patronaat.
Analisten stellen dat de regering zeer gevoelig lijkt voor het risico van sociale onrust. Dit jaar zijn er verkiezingen gepland als verdere stap in het zogenaamde “stappenplan naar democratie” dat werd opgemaakt door de militaire dictatuur. Toch konden arbeiders, studenten, minderheden en anderen die onderdrukt worden door het regime opnieuw op straat komen om hun rechten op te eisen tegen de achtergrond van een slechter wordende economische en sociale situatie. De arbeiders en andere onderdrukten kunnen enkel op hun eigen krachten en organisaties vertrouwen alsook op de solidariteit van arbeiders en armen in de rest van de wereld.
Wij pleiten voor een democratisch socialistisch strijdprogramma in Birma:
- Stop de militaire onderdrukking zet het Juntaregime af!
- Stop alle mogelijke schendingen van de mensenrechten!
- Laat alle politieke gevangenen vrij!
- Voor een algemene staking om het militaire regime ten val te brengen!
- Voor volledig democratische rechten, inclusief recht op vrije mening, recht op het houden van vergaderingen, het recht zich te organiseren en politieke partijen te vormen!
- Voor onafhankelijke vakbonden die vechten voor arbeidersrechten!
- Voor een massapartij die de belangen van de arbeidersklasse en de arme boeren vertegenwoordigt!
- Voor het houden van vrije en eerlijke verkiezingen van een grondwetgevende vergadering!
- Voor een democratische arbeidersregering met socialistisch beleid, gebaseerd op de belangen van de werknemers, kleine boeren, werkers op het platteland en de armen in de steden!
- Nationalisatie van de aardgas- en olie-industrieën, samen met de andere belangrijkste grote ondernemingen en banken onder democratische controle!
- Volledige rechten voor alle minderheden!
- Voor een democratische en socialistische federatie van Zuid-Oost Azië!