Sri Lanka. De belangen achter het regime

De arrogante en brutale wijze waarop de Sri Lankese premier Mahinda Rajapakse en zijn volgelingen naar buiten treden, is opvallend. Iedere kritiek op de oorlog tegen de Tamilsprekende minderheid in het land en de verschrikkelijke omstandigheden in de massakampen, gemilitariseerde zones en de beperkingen van de mediavrijheid en de democratische rechten wordt genegeerd. Hoe slagen Rajapakse en zijn aanhangers er in om daarmee weg te geraken?

Artikel door Manny Thain

Sri Lanka kan zich heel wat permitteren. Eén van de redenen waarom de erg beperkte diplomatieke oproepen zo goed als geen enkele impact hebben, is de vaststelling dat al deze regering wel op de één of andere wijze betrokken partij zijn in Sri Lanka. Ze willen allemaal een deel van de koek en kunnen bijgevolg niet al te kritisch zijn tegenover het regime. Dat zou hen de toegang ontzeggen tot een deel van de lucratieve economische en strategische contracten. De regeringen zullen enkel de belangen van de arbeiders en armen verdedigen als ze daartoe gedwongen worden.

De belangrijkste regionale machten, China en India, beconcurreren elkaar voor hun invloedspositie in de Indische Oceaan waar ook de VS-regering strategische economische en militaire belangen heeft. De toevoer van Chinese wapens in Sri Lanka (vanaf 2007) heeft ongetwijfeld een belangrijke rol gespeeld in de nederlaag van de LTTE (Tamil Tijgers). China heeft de bilaterale hulp aan het regime vervijfvoudigd op een jaar tijd, met 1 miljard dollar was het in 2008 de belangrijkste donor. In ruil hiervoor kreeg het de mogelijkheid om een project te ontwikkelen rond de belangrijke diepzeehaven van Hambantota. Dat is een onderdeel van de Chinese “parelsnoer”-politiek waarmee het de Indische Oceaan wil controleren, een oceaan die goed is voor zowat de helft van de wereldwijde handel over zee.

De Indische regering heeft een onbeperkt militair krediet gegeven aan Sri Lanka. Het heeft ook de samenwerking op het vlak van de zeemacht en de geheime diensten opgedreven. De Maleisische operator Dialog Telecom probeert intussen om grote winsten te boeken in het door oorlog vernielde noorden en oosten van Sri Lanka.

Australië beloofde 1 miljard dollar om de Tamil bevolking te huisvesten. Maar de belangrijkste bezorgdheid van de Australische regering is om te vermijden dat de Tamils Sri Lanka ontvluchten en naar Australië trekken. Dit Australisch geld zal naar de regering van Rajapakse gaan en zal gebruikt worden om de Tamilminderheid onder controle te houden. De hulp zou moeten gaan naar diegenen voor wie het bestemd is. Het zou moeten beheerd en gecontroleerd worden door democratisch verkozen vertegenwoordigers die verantwoording verschuldigd zijn aan de gemeenschap die ze vertegenwoordigen.

De Westerse machten spelen een hypocriete rol. Op verschillende ogenblikken hebben ze allemaal wel een milde kritiek geleverd op het regime van Rajapakse. Maar de handelsrelaties en militaire banden zijn voor deze machten belangrijker dan de rechten van de arbeiders en armen.

De VS gebruikt bijvoorbeeld Sri Lankese havens voor haar zeemacht. De VS is het enige land met een veto in het IMF. In juli onthield de VS zich bij een stemming over een lening van 2,8 miljard dollar. Als de VS het echt zou opnemen voor de Tamilsprekende minderheid, dan had het de lening volledig kunnen tegenhouden. De IMF-lening moest zogezegd dienen voor de “heropbouw” na de oorlog. Eén van de ontwikkelingen die we zien is de bouw van luxehotels langs de oostelijke kust, in de buurt van Nilaveli. Voor de rijken zijn er luxehotels, voor de armen en de lokale Tamilbevolking gevangeniskampen zonder sanitaire voorzieningen.

De Britse regering heeft militair materieel naar Sri Lanka gestuurd tijdens de oorlog en keert nu haar rug naar de honderdduizenden in de kampen. De Britse regering is meer bezorgd om de contracten van Britse bedrijven, inclusief bedrijven die wapens leveren. De speciale gezant in Sri Lanka, Des Brown, stelde: “We nemen het standpunt in dat het veilig is voor iedereen, ook Tamils, om terug te keren naar Sri Lanka”. Dat was zijn reactie op de situatie met de bootvluchtelingen die voor de kust van Indonesië vast zitten omdat ze de toegang tot Australië ontzegd worden. Deze machten spannen samen om de eigen belangen te verdedigen, humanitaire overwegingen zijn daarbij steeds van ondergeschikt belang.

Het lijkt alsof Rajapakse geniet van een vorm van onschendbaarheid. Vorig jaar werd John Holmes, de vice secretaris-generaal voor humanitaire zaken binnen de VN, ervan beschuldigd dat hij door de LTTE werd betaald omdat hij gewoon had gezegd dat Sri Lanka één van de meest gevaarlijke plaatsen ter wereld was voor hulpverleners. De communicatieverantwoordelijk van het VN Kinderfonds moest het land verlaten omdat hij het lot van de kinderen in het conflict had aangeklaagd. De goede bedoelingen van figuren binnen instellingen als de VN doen er niet veel toe, ze worden toch steeds afgeblokt door de belangen van de grootmachten.

De repressieve aanpak in Sri Lanka blijft intussen verder gaan. Er zijn de afgelopen paar jaar zowat 20 journalisten vermoord. Advocaten die gevoelige zaken opnemen, worden bedreigd. Er kunnen geen publieke meetings worden gehouden zonder voorafgaande toelating door de regering. De noodmaatregelen blijven van kracht met onder meer de mogelijkheid van heel wat willekeur bij het fouilleren, arresteren en in beslag nemen van goederen. Individuen kunnen opgepakt worden en tot 18 maanden vastzitten zonder enige vorm van proces.

De beloften van Rajapakse aan de Singalese arbeiders en armen bij het einde van de oorlog dat hij een vorm van vredesdividend zou brengen, zijn leugens. Militaire uitgaven zijn goed voor 5% van het bbp in Sri Lanka. Het leger is vijf keer zo groot als eind jaren 1980 met nu al 200.000 manschappen. Dat is meer dan het aantal Britse soldaten (waar er wel drie keer zoveel inwoners zijn) en zelfs meer dan het Israëlische leger. Het Sri Lankese regime wil het aantal soldaten verder opdrijven tot 300.000, dat is meer dan in Frankrijk, Japan of Duitsland.

Na het neerslaan van de Tamil Tijgers, heeft de Sri Lankese regering militaire zones ingesteld in het noorden en oosten van het land. Het houdt de grond bezet en wil de volledige bevolking onderwerpen. Deze humanitaire ramp voor de Tamilsprekende bevolking gaat gepaard met een financiële ramp. De levensstandaard van de werkende bevolking en de armen staat nog verder onder druk. Dat zal ook leiden tot een groeiend verzet van de Singalese arbeiders. De onderdrukking en armoede zullen de basis vormen voor een nieuwe generatie van Tamils die opgroeien met haat en verbittering.

Het regime van Rajapakse verdedigt niet de belangen van de arbeiders en armen, ook niet bij de Singalese meerderheid. Het verdedigt de rijken en machtigen met als doel om zelf zo lang mogelijk aan de macht te blijven. Dat is waarom de campagne Tamil Solidarity opkomt voor een eengemaakte strijd om de belangen van de arbeiders en armen te verdedigen tegen dit verschrikkelijke regime, en dat los van etnische of religieuze achtergronden.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop