Amerikaanse en Britse militairen waren er snel bij om hun offensief in juli tegen de Taliban in het zuid-oosten van Afghanistan een “succes” te noemen. Het belangrijkste resultaat van het offensief bestond er echter in dat de problemen in Afghanistan aan het thuisfront opnieuw onder de aandacht kwamen.
Het klopt dat de Taliban tijdelijk uit een aantal van haar bolwerken in de provincie Helmand werd verdreven. De belangrijkste reden is dat de Taliban een directe confrontatie met de superieure vuurkracht van de Amerikanen en Britten uit de weg gaat en zich concentreert op guerrilla tactieken zoals het plaatsen van bommen.
De kostprijs van het offensief van de Navo was groot met het hoogste aantal doden in één maand tijd sinds de Amerikaanse inval in Afghanistan in 2001. In totaal kwamen er 75 soldaten van de Navo om. In de eerste twee dagen van augustus kwamen er 6 Amerikaanse soldaten om.
De hevigheid van de gevechten is een illustratie van hoe weinig werd bereikt na 8 jaar bezetting en dat ondanks de meer dan 170 miljard dollar en 12 miljard pond die de Amerikanen en Britten in deze oorlog hebben gestoken. Daarnaast kwamen er ook reeds 750 Amerikaanse en bijna 200 Britse soldaten om.
Voor de bevolking in Afghanistan is de kostprijs uiteraard een pak hoger. Zoals ook in Irak het geval was, neemt niemand van de bezetters de moeite om bij te houden hoeveel Afghaanse burgers en soldaten omkwamen bij de gevechten. De Britse krant The Independent on Sunday schat dat er ondertussen meer dan 30.000 Afghanen zijn omgekomen. Het is onmogelijk om er een exact cijfer op te plakken. Naast de tienduizenden doden zijn er ondertussen ook meer dan 3,7 miljoen Afghaanse vluchtelingen, vooral in Pakistan en Iran.
Een mislukte strategie
Het nieuwe offensief en de verandering van strategie door de regering Obama is een toegeving dat de strategie tot nu toe heeft gefaald. De Amerikaanse organisatie Centre for Stategic and International Studies (CSIS) waarschuwt dat het risico bestaat dat Afghanistan Obama’s Vietnam kan worden. Het instituut concludeert: “De situatie is zodanig verslechterd dat de Taliban en gelijkgezinde organisaties vandaag aan de winnende hand zijn.”
De huidige strategie bestond er in om te proberen om de Taliban uit te roeien en het marionetten regime van Karzai te versterken. Deze strategie heeft echter niet gewerkt. De Amerikaanse strategie was afhankelijk van luchtaanvallen, mortiervuur en nachtelijke operaties om de Taliban te verdrijven en de invloed van de regering in Kaboel te vergroten. Men heeft ook geprobeerd om de papaverteelt, die meer dan 60% van de Afghaanse economie uitmaakt en het grootste deel van de inkomsten van de Taliban, te vernietigen.
Tijdens de campagnes van de laatste twee zomers dropten Amerikaanse bommenwerpers maandelijks meer dan 22 ton bommen in de provincie Helmand. Door deze campagne die doet denken aan de bombardementen op Cambodja tijdens de Vietnam-oorlog is het geen wonder dan meer dan 2/3 van de slachtoffers van de pro-regeringstroepen vielen tijdens luchtaanvallen.
Grote armoede
Het dagelijks leven is er voor een meerderheid van de bevolking niet op verbeterd sinds de Taliban van de macht werd verdreven. 8 jaar na de invasie heeft 77% van de bevolking nog steeds geen toegang tot zuiver water. 5 op 6 van de mensen die in rurale gebieden wonen zijn niet aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. Voor diegenen die het geluk hebben wel aangesloten te zijn, is er doorgaans maar een paar uren per dag effectief elektriciteit. Het aantal vrouwen in Afghanistan dat kan lezen, is nauwelijks toegenomen na de val van de Taliban. Vandaag kan slechts 18% van de vrouwen in Afghanistan lezen of schrijven. 42% van de bevolking in Afghanistan leeft van minder dan 1 dollar per dag. Het leven voor de meeste Afghanen is er één van grote armoede.
Toen de Taliban aan de macht kwam, bestond ze vooral uit strijders die opgeleid waren door het Pakistaans leger en gerecruteerd in de vluchtelingenkampen in Pakistan. Opgegroeid in de vluchtelingenkampen aan de grens tussen Pakistan en Afghanistan hebben ze weinig sociale banden in Afghanistan. De methodes van de bezettingsmacht samen met het wanbeleid van de corrupte regering van Karzai die er niet in geslaagd is om de levensomstandigheden van de Afghanen te verbeteren, zorgen er nu voor dat de sociale basis waarop de Taliban steunt breder wordt met lokale stammen en jongeren die bereid zijn om de wapens op te nemen.
Op het moment dat Obama aan de macht kwam en met de Afghaanse presidentsverkiezingen voor de deur (deze vinden plaats op 20 augustus) stond de Taliban bijna aan de deur van Kaboel met het grootste deel van de Pashtun gebieden in het oosten en zuiden van het land onder hun controle. De invloed van de Afghaanse regering in Kaboel reikt niet veel verder dan de hoofdstad Kaboel. Het grootste deel van het land waar ze officieel nog iets te zeggen heeft, wordt in de praktijk geregeerd door Tadzjiekse, Oezbeekse en Hazara krijgsheren die alleen lippendienst bewijzen aan de regering-Karzai maar ondertussen de touwtjes in handen hebben en zichzelf verrijken.
Opium voorraden
Op het vlak van de opiumbestrijding heeft de bezetting geen vooruitgang gebracht. In Afghanistan en dan vooral in de provincie Helmand wordt sinds 2005 meer dan twee keer zoveel opium geproduceerd als wat in heel de wereld wordt verkocht. Een groot deel van de productie wordt door de Taliban opgeslagen om de prijzen hoog te houden en hun geschatte inkomen van 3 miljard dollar op jaarbasis te verzekeren.
Obama heeft gereageerd met een verandering in het militair commando en een verandering van strategie. De operaties in Afghanistan moeten minder afhankelijk worden van steun uit de lucht. Het militair doel is om gebieden in Afghanistan te veroveren, onder effectieve controle te houden en te proberen om de lokale bevolking voor zich te winnen. Het aantal soldaten in Afghanistan wordt opgedreven tot 100.000. Meer soldaten en minder luchtaanvallen om de vijand uit te schakelen betekenen automatisch ook meer militairen die omkomen. Nu er steeds meer militairen in lijkkisten terugkomen van Afghanistan en er geen perspectief is dat het iets oplevert, bestaat het risico dat de oorlog niet in Helmand zal worden verloren maar in de VS en Groot-Brittannië.
De Amerikaanse en Britse regeringen werden gedwongen om toe te geven dat er geen louter militaire oplossing bestaat voor dit conflict. Hun doel is om een vernietigende klap toe te brengen aan de Taliban in combinatie met een politieke oplossing dat een Afghaans gezicht moet plakken op de weg vooruit. Op die manier hopen ze ergens in de toekomst een uitweg te vinden in Afghanistan.
Dit mag mooi klinken op papier in het Pentagon maar het is nog iets anders om dit uit te voeren op het terrein in Afghanistan. Het enige gezicht dat momenteel bruikbaar is de huidige regering Karzai en de kans dat dit een geloofwaardig gezicht is voor de meerderheid van de Afghanen slinkt met de dag. Hoewel hij in een opiniepeiling slechts de steun genoot van 15% van de bevolking, is het waarschijnlijk dat hij de volgende presidentsverkiezingen zal winnen. Maar dan alleen omdat er geen enkel ander alternatief bestaat.
De hoop dat een nieuwe regering Karzai minder corrupt en minder besluitloos zou zijn dan de vorige, werd al meteen de grond ingeboord door de keuze van Karzai voor de beruchte krijgsheer Mohammed Fahim als running mate.
Het Centre for Stategic and International Studies stelt dat de regering in Kaboel een leger van 240.000 soldaten nodig heeft en 160.000 politie-agenten om Afghanistan te kunnen controleren. De coalitietroepen en regering zijn er niet in geslaagd om in drie jaar tijd 134.000 soldaten en agenten op de been te brengen. De regering in Kaboel is een fictie. De echte macht is in handen van de krijgsheren en het land is verdeeld langs etnische grenzen. Het idee dat de regering voldoende autoriteit zou kunnen verwerven om een leger en politiemacht van 400.000 man op de been te brengen is een fantasie.
Max Hastings schreef in de Financial Times: “Mocht het westen verliezen in Afghanistan dan zal dit omwille van dezelfde reden zijn als in Vietnam: ‘onze’ Afghanen zijn niet meer betrouwbaar dan ‘onze’ Vietnamezen destijds.”
"Surge"
Het stabiliteitsplan van Bush voor Irak bestond er in essentie in dat de Amerikanen hun voormalige tegenstanders omkochten. In de provincie Anbar betaalden de Amerikanen 100.000 Soennitische opstandelingen 300$ per maand om deel uit te maken van een vredesmacht. Er zijn geruchten dat Obama overweegt om de Taliban strijders 150$ per maand te geven als ze van kamp veranderen.
Het initiatief in Anbar leverde gedurende een periode resultaten op maar ten nadele van eventuele toekomstige conflicten tussen de Soennieten en een regering die wordt gedomineerd door Sjiieten. In Afghanistan zal een dergelijk plan wellicht minder goede resultaten boeken. Pakistan heeft een traditie om de Taliban en andere islamitische strijders om te kopen, zonder al te veel resultaat. Het einde van het bestand in de Swat-vallei in februari is één van de meest recente voorbeelden.
Pakistan
Dit brengt ons bij wat wellicht het belangrijkste obstakel is dat in de weg staat van de Amerikaanse regering: de situatie in Pakistan. Interventies van de grootmachten in dit gebied hebben lokale conflicten reeds eerder een regionale dimensie gegeven. Een voorbeeld daarvan is de invasie van de Sovjetunie in Aghanistan en de Amerikaanse steun via Pakistan aan de moedjahedin (islamitische strijders).
De grens tussen Afghanistan en Pakistan werd bepaald door de Engelsman Sir Mortimer Durand in 1893 en markeerde de grens van de militaire opmars van de Britten. Er werd geen enkele rekening gehouden met de bestaande verhoudingen in de regio. Op dit moment is de Pashtun bevolking aan beide kanten van de grens in opstand. De Pakistaanse regering is onder druk van de Amerikanen begonnen met een offensief tegen de Taliban en andere islamitische opstandelingen die tot recent nog wapens en militaire training kregen van het Pakistaanse regime.
Bij het recente offensief in de Swatvallei waren 40.000 militairen betrokken en kwam het tot twee miljoen vluchtelingen. Indien deze methoden ook worden toegepast in andere bastions van de Taliban in Pakistaans stammengebied kan dit wil eens een tweede Afghanistan tot gevolg hebben, maar dan op Pakistaans grondgebied. Obama concentreert zich op het opdrijven van het troepenaantal in Helmand, maar dreigt met een grotere opstand te moeten afrekenen die bovendien niet enkel kan leiden tot een opdeling van Afghanistan maar ook van Pakistan.
Het steeds dieper wordende moeras in de regio is het resultaat van decennia van imperialistische interventies in de regio. De bevolking van Afghanistan en Pakistan betaalt daar nu de prijs voor. Zij hebben enkel een keuze tussen een militaire onderdrukking door de regering of buitenlandse troepen of overheersing door krijgsheren of reactionaire religieuze zeloten.
Er is nood aan een alternatief. Alle buitenlandse troepen moeten onmiddellijk worden weg gehaald uit de regio. Het is de lokale bevolking die een uitweg moet vinden. De arbeidersklasse en in het bijzonder de arbeidersklasse van Pakistan, moet een sleutelrol spelen in de strijd voor een socialistisch alternatief dat alle onderdrukten kan verenigen over stammengrenzen, nationale en religieuze verschillen heen.