Waarom de “oplossingen” van de traditionele partijen er geen voor ons zijn…

De krantenkoppen liegen er niet om: de economische situatie in ons land is slecht en wordt nog slechter. Een kleine selectie: “Werkloosheid Antwerpse haven verdrievoudigd” (De Standaard op 8 april); “Meer dan duizend faillissementen in maart” (Le Soir op 2 april); “Kwart arbeiders werkloos” in februari als je ook tijdelijke werkloosheid in aanmerking neemt (De Standaard op 26 maart); “De sociale storm neemt niet af” (Le Soir op 27 maart), waarin o.a. de volgende cijfers boekdelen spreken: 23,5% uren minder gepresteerd in interimwerk (februari 2009 tegenover februari 2008), 86,1% meer tijdelijke werklozen.

Door Anja Deschoemacker

Hoe aan deze crisis een einde kan worden gemaakt, zou dan ook een centrale vraag voor de komende verkiezingen moeten zijn. Maar in de plaats van hun antwoord op de crisis tot de inzet van de verkiezingen te maken, blijven bij alle partijen de lippen stijf opeen als het gaat over wat ze voor ons in petto hebben.

“Budgettaire horror”

Het was de voorpaginatitel van De Standaard op 24 maart na het lekken van het rapport van de Hoge Raad van Financiën. Op basis van dit rapport heeft de huidige federale regering een pad uitgetekend waardoor we tegen 2015 opnieuw naar een evenwicht op de begroting moeten gaan.

De HRF zelf had een evenwicht voor 2013 als geprefereerde optie en berekende dat daarvoor gedurende vier jaar jaarlijks ongeveer 4 miljard euro moest worden bespaard. Eenmalige inkomsten als uit de verkoop van overheidsgebouwen en -bedrijven zijn vandaag minder mogelijk gezien de regeringen-Verhofstadt zowat alles al in de uitverkoop hadden gezet. De regering zal wachten met besparingsplannen tot de economie terug aantrekt, maar geen mens weet wanneer dat zal gebeuren. Meer dan dit mogen we nog niet weten: je wint geen verkiezingscampagne met de belofte van hard snijden in nog maar eens een groot pakket van de verworvenheden van de arbeidersbeweging: sociale zekerheid, arbeidswetgeving, openbare diensten,…

Welke oplossingen stellen de traditionele partijen voor?

Open VLD en hun liberale broeders aan de andere kant van de taalgrens blijven hardnekkig steken in neoliberale recepten. De invoering van interimwerk in de openbare diensten, beperking van de werkloosheid in de tijd, gekoppeld aan “activering” (ondanks dat er meer jobs zullen verdwijnen dan er bijkomen), afbouw van de arbeidswetgeving die werkenden beschermt tegen patronale willekeur (o.a. loonkosten, maar ook ontslagregeling,… ),…

Het levert hen de banvloeken van de PS op, dat zijn hele verkiezingcampagne in het licht van de strijd “tegen het liberalisme” stelt. Zoals Knack op 1 april (onder de titel “Als La Castafiore de Internationale zingt”) terecht opmerkt, is dat weinig geloofwaardig voor een partij die net meer dan 20 jaar aan de macht is, waarvan de laatste 10 jaar mét die liberalen.

“Geen sprake van een besparingsplan”, verklaarde Di Rupo in Le Soir (28/3), om dan zelf te stellen dat de politiek van de MR – vooral dan het financiele wanbeheer van Reynders, steeds meer algemeen aanvaard als de slechtste Minister van Financiën ooit – de besparingen van eind jaren ’80 en de jaren ’90 die werden uitgevoerd door een sociaal- en christendemocratische coalitie “teniet hebben gedaan”. M.a.w. de PS is trots op haar “verwezenlijkingen” uit die periode, zoals het Globaal Plan en de enorme lastenverminderingen voor de patroons die vandaag de sociale zekerheid onbetaalbaar dreigen te maken. De partij is ook bereid een dergelijke “inspanning” opnieuw te leveren – maar nà de verkiezingen en wanneer er geen nieuwe verkiezingen in zicht zijn!

Dan zegt de PS nog iets tegen de neoliberale politiek die MR en VLD voorstaan. De SP.a slaagt er niet in meer te doen dan het spuwen van allerlei tegenstrijdige standpunten: de regering wordt verweten geen evenwicht in de begroting te hebben (het begrotingstekort voor dit jaar zou volgens de HRF oplopen tot 4,5%), iets wat ze van de oppositiekuur van de CD&V hebben geleerd, maar tegelijkertijd wordt de regering aangemaand méér uit te geven.

CD&V zwijgt zoveel mogelijk om in het midden van het bed te blijven liggen. Nu de staatshervorming voorlopig op een sisser is uitgedraaid, is het profiel dat die partij naar voor wil schuiven dat van haar verleden: de “verantwoordelijke” huisvader die met liefhebbende maar harde hand uitvoert wat nodig is “in het algemeen belang”. Een besparingplan is voor hen niet mogelijk als “eenzijdige maatregel genomen door de regering”, maar wel “in overleg met de sociale partners”, waarbij vooral het Globaal Plan als voorbeeld wordt gebruikt. Daarvoor is tijd nodig en de verdieping van de crisis om dan het algemeen belang te kunnen uitspelen.

Haar Franstalige tegenhanger CDH wordt nauwelijks gehoord, maar lijkt dezelfde optie van “het midden van het bed” te kiezen. CDH wordt weggeblazen door de strijd tussen MR en PS voor het marktleiderschap in Franstalig België, dat zich aankondigde als een “titanenstrijd”, maar waarbij volgens de peilingen een “derde hond” is verschenen in de vorm van Ecolo, dat in de peilingen hoge scores haalt.

Maar ook Ecolo verdedigt geen fundamenteel ander sociaal-economisch programma dan de hierboven opgesomde partijen. De “Groene New Deal” die zowel door Ecolo als Groen! als oplossing wordt voorgesteld, blijft netjes binnen de lijnen van wat het patronaat als aanvaardbaar wordt gezien. De omschakeling naar bijvoorbeeld hernieuwbare energie zou volgens hen jobs creëren. Ongetwijfeld, maar de vraag is of dat er honderdduizenden zullen zijn en of dat zelfs maar zou volstaan om het nu al geleden jobverlies op te vangen en onder welke condities! De RVA betaalt vandaag immers nog steeds een uitkering uit aan niet minder dan 1,2 miljoen mensen die niet of ondertewerkgesteld zijn! De verwachtingen zijn bovendien dat er dit jaar alleen al zo’n 100.000 werklozen zouden bijkomen.

Dit politieke landschap biedt geen keuzes!

Ook bij de “niet-traditionele” oppositie in het parlement moet je niet op zoek gaan naar echte oplossingen. Zowel het Vlaams Belang als de Lijst Dedecker als NVA staan hardere besparingsmaatregelen voor dan zelfs MR en VLD durven verdedigen. “Niet beschaamd rechts te zijn”, is het idee dat hen bindt.

En dat is ook niet verwonderlijk. Sinds de val van de muur is alle echte spanning uit de Belgische politiek steeds meer verdwenen. De reden daarvoor is de verrechtsing en verburgerlijking van de burgerlijke arbeiderspartijen PS en SP.a. Agalev (nu Groen!) en Ecolo leken eventjes die linkse rol te gaan overnemen, maar vielen bij hun eerste regeringsdeelname meteen door de mand. Linkse standpunten zoals de verdediging van iedere job, van degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden, van het belasten van de bedrijven die in de laatste jaren onwaarschijnlijke winsten hebben opgestapeld, van de fundamentele verdediging van de sociale zekerheid en de openbare diensten,… zijn hen vreemd.

De hele discussie in de media over de crisis en hoe ze op te lossen valt, toont het gebrek aan van een partij die bij een “oplossing van de crisis” niet denkt aan hoe de bedrijven terug winstgevend te maken, maar uitgaat van de belangen van de grote meerderheid van de bevolking en een oplossing zoekt voor de problemen waarmee zij worden geconfronteerd: werkloosheid en werkonzekerheid, in koopkracht dalen de lonen en uitkeringen en dus stijgende armoede, hoge huurprijzen,…

Bij gebrek aan een politieke partij die de belangen van de werkenden – de enige echte producenten van de rijkdom – en uitkeringsgerechtigden (samen de overweldigende meerderheid van de bevolking) verdedigt, rommelen alle partijen in de marge. De ene speelt wat meer op het communautaire, de andere wat meer op klimaatverandering, nog andere op specifieke dossiers als het asielrecht,… Maar een algemeen antwoord dat uitgaat van de meest fundamentele verdeeldheid van de maatschappij, namelijk die tussen de klassen, blijft volledig afwezig in deze verkiezingsstrijd.

Een nieuwe partij van de arbeidersbeweging is nodig

Waar je ook voor zult stemmen vanuit een idee van “minste kwaad”, het zal niets veranderen aan het feit dat het patronaat en de partijen die tot haar dienst staan een kaalslag van onze rechten en levensstandaard voorbereiden. Momenteel ligt onze enige verdediging in het voorbereiden van het verzet binnen de vakbonden, waarbij strijdbare militanten de druk op de vakbondsleidingen moeten opvoeren. Maar zonder politiek instrument van de arbeidersbeweging zal verdediging nagenoeg de enige optie zijn.

LSP/PSL zet zich al geruime tijd in om de nood aan een strijdpartij voor de werkenden en de armen ook onder bredere lagen uit te dragen. Dat idee willen we populariseren met onze verkiezingsdeelname. Op 7 juni is de enige nuttige stem een stem voor een programma dat reëel de klassenstrijd terug centraal zet en op die manier kan beginnen bouwen aan een echte oplossing voor de kapitalistische crisis: socialisme!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop