Your cart is currently empty!
India. Crisis treft ook de IT-sector
Recent vroeg een bevriende journalist me wat de impact van de recessie is op de technologische sector in India. Hij vroeg me om iets te schrijven over de invloed van de recessie op de levensstijl van voorheen goed betaalde werknemers uit de sector die nu moeten besparen op hun etentjes, bezoekjes aan de bioscoop,…
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Verkiezingen in India
Vanaf 16 april tot eind mei zijn er verkiezingen in India. Op deze site zullen we in deze periode regelmatig ingaan op de politieke situatie op het Indische subcontinent.
[/box]
De wereldwijde economische ineenstorting bedreigt het leven van heel wat mensen in de ontwikkelende landen. De Indische media berichten momenteel veel over de dalende levensstandaard van software ingenieurs.
Het “succesverhaal” van de Indische economische liberalisering, met name de IT-sector, boekte jaar na jaar grote vooruitgang, meestal met zowat 33%. De grootste bedrijven in de sector (TCS, Infosys, Wipro, Satyam,…) zagen hun winsten op jaarbasis systematisch stijgen met zo’n 50%. De industrie is vooral op export gericht, twee derden van de inkomsten komen uit die export.
De specialisering van India in software kwam voort uit het loonsvoordeel van de sector. De lonen van de software ontwikkelaars liggen in India een pak lager dan die van hun collega’s in de VS en Europa. Hierdoor trekken veel bedrijven naar India. In India zelf kregen de software ontwikkelaars bovendien hogere lonen dan in andere sectoren, waardoor er een constante aanvoer van professionals was.
De hogere lonen hebben de software ontwikkelaars in India geïsoleerd van bredere lagen van de bevolking, zowel op sociaal, politiek als economisch vlak. Vanuit hun virtuele enclave dachten ze dat ze voorlopers waren van een periode van welvaart in India.
Het overgrote deel van de Indische bevolking, met inbegrip van de 90% van de arbeidskrachten die in de informele sector werken, heeft niet eens toegang tot basisbehoeften als drinkbaar water en basisgezondheidszorg. De kapitalistische klasse en de media bleven echter geloof hechten aan het idee dat India een supermacht zou worden.
Jongeren in de software-industrie waren verblind door de propaganda en de nieuwe welvaart. Hierdoor gingen ze volledig mee in de neoliberale roes. De markt speelde daar uiteraard snel op in en richtte zich op de jonge “rijke” consumenten. Er kwam ruime bioscopen, winkelcentra, een heel gamma aan investerings- en verzekeringsproducten,… Tegelijk waren er negatieve gevolgen voor de rest van de arbeidersklasse, vooral op het vlak van huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
Dat was erg duidelijk op het vlak van huisvesting. De IT’ers vormden een aantrekkelijk publiek voor vastgoedontwikkelaars. De rentevoet voor hypotheken daalde en de overheid bood extra belastingsvoordelen toe. Bouwbedrijven, politici en landeigenaars speelden daarop in met als resultaat een nooit geziene immobiliënboom met bijhorende prijsstijgingen (tot 400%!) in wat “software hubs” werden genoemd.
Deze ontwikkeling vormde bovendien het einde van de hoop van andere arbeiders op een eigen huis. Een groot aantal mensen migreerde bovendien van landelijke gebieden naar de steden waar werd gezocht naar werk, vaak laag betaalde jobs. Veel van deze arbeiders kwamen in de sloppenwijken terecht. Dit versterkte de polarisatie in Indische steden.
De IT’ers vormden een kleine groep die los stond van de rest van de arbeiders. Het is een mythe om te denken dat de industrie mogelijkheden tot sociale mobiliteit zou bieden los van kaste, religie of regionale afkomst. Integendeel, het heeft de tegenstellingen enkel vergroot.
De meeste werknemers uit de IT-sector kwamen van de stedelijke middenklasse figuren en grondbezittende families. Een studie van de IT-werknemers in Bangalore maakt duidelijk dat brahmins (een hoge kaste) goed zijn voor 48% van de arbeidskrachten! Het overwicht van die brahmins is geen verrassing gezien hun historisch monopolie op het hoger onderwijs en tewerkstelling in de formele sector, vooral in het zuiden van India.
Ongelijkheid en mechanismen van uitsluiting in het hoger onderwijs in India worden versterkt door het feit dat de recrutering van IT-personeel er op gericht is om arbeiders te nemen die kunnen omgevormd worden tot “globale” professionals. Een andere studie omschreef de criteria van de bedrijven als volgt: goede communicatie en sociale vaardigheden, vertrouwen en een “juiste” persoonlijkheid. Sociale afkomst speelt dan al snel een doorslaggevende rol.
Wereldwijde crisis
Neoliberalen stellen vaak dat de IT-industrie in India zo’n sterke opgang kon maken omdat er geen staatscontrole of interventies waren. Nochtans heeft de industrie steeds belangrijke staatssteun gekregen. Dat gebeurde op directe wijze via subsidies, belastingsverlagingen, het toekennen van grond en infrastructuur,… en indirect door het creëren van een uitgebreide reserve aan “kennisarbeiders” via overheidsinvesteringen in hoger onderwijs.
Deze neoliberalen hadden het over de ondernemingszin en de globale visie van de IT-bedrijven en patroons waardoor India het “kenniscentrum van de wereld zou worden.” Met de recessie beginnen de goden echter van hun voetstuk te vallen.
Aangezien de sector het vooral van de export moet hebben, zijn de gevolgen van de economische problemen in de VS en Europa natuurlijk niet beperkt tot die continenten. In 2007 waren de Amerikaanse en Britse markten goed voor 61% en 18% van de totale software export uit India.
Daarnaast zijn banken, financiële instellingen en verzekeringsbedrijven – allemaal sectoren die hard worden getroffen door de globale economische crisis – goed voor 40,4% van de totale software export. De vroegere “helden” van de IT-sector in India tonen nu steeds meer hun echte gedaante.
De arbeiders in de sector hebben al moeten toegeven op vlak van een aantal faciliteiten zoals transport, pensioenen, voedselsubsidies,… Bovendien is er steeds meer sprake van outsourcing bij bedrijven waar de arbeiders langer en onregelmatig werken, met meer nachtwerk, korte lunchpauzes,… De IT-bedrijven blijven enkel naar de winsten kijken en weigeren iedere loonsverhoging. Beter betaalde ingenieurs worden vervangen door minder goed betaalde stagiairs. De bedrijven proberen alles om de winsten op niveau te houden, ze doen dat door te besparen op het personeel. Een financieel manager van een groot bedrijf stelde terecht dat de sector uiteindelijk enkel arbeidskracht verkoopt. Dus wordt daar gezocht naar besparingen.
Dat is een ruwe bevestiging van de marxistische meerwaardeleer. Waar de klanten een dienst kopen waar 8 uur aan gewerkt is, betalen de bedrijven de arbeiders 1,5 tot 2 uur uit. De rest is meerwaarde die wordt opgestreken door de top van het bedrijf en de aandeelhouders. De arbeiders krijgen slechts een beperkt deel van de geproduceerde waarde. En er wordt verder bespaard: er komen massale afdankingen om de winsten te behouden en ook de arbeidscondities moeten eraan geloven. Dat zal ook bij de IT-arbeiders leiden tot het besef dat zij eigenlijk de goedkope arbeidskrachten zijn voor het Westen en de bazen daar die hun aandeelhouders willen tevreden stellen.
Gezamenlijke belangen
Ramling Raju, de stichter van Satyam Computers (het vierde grootste Indische IT-bedrijf), nam recent ontslag na een fraude van zowat 1 miljard pond. De boekhouding van het bedrijf zou sterk gemanipuleerd zijn, met 94% van de middelen die fictief waren. Dergelijke fraude komt voort uit een druk om de snelle groeicijfers te blijven realiseren. Dat is nodig om de investeerders en aandeelhouders tevreden te stellen en de snel stijgende waarde van de aandelen te rechtvaardigen.
Intussen dreigen tienduizenden arbeiders hun job te verliezen. Bij Satyam alleen gaat het om 50.000 arbeiders die dreigen op straat gezet te worden. Een aantal recruteringsbedrijven in de sector bereiden zich daar al op voor en hopen hier en daar een paar arbeiders te kunnen inpikken naargelang de vraag van hun opdrachtgevers.
Raju zal wellicht vervolgd worden, maar alle andere medeplichtigen zullen vrijuit gaan. Daaronder de verantwoordelijken voor het toezicht op de boekhouding (PriceWaterhouseCoopers), de directeurs, investeerders uit binnenland en buitenland. Zij zullen vrijuit gaan, de arbeiders zullen de prijs voor de crisis betalen.
Dit kan onder arbeiders leiden tot vragen bij het marktsysteem dat gebaseerd is op de uitbuiting van hun arbeid. In ruil daarvoor krijgen ze slechts enkele kruimels. Op dit ogenblik zal de positie van de IT’ers binnen het kastesysteem wellicht nog een rem op acties vormen, maar een verdere achteruitgang van hun materiële omstandigheden en de aanwezigheid van een duidelijk socialistisch alternatief kan hen overtuigen van het feit dat ze gezamenlijke belangen hebben met de rest van de arbeidersklasse.