Staking in de bouwsector

Vanaf komende donderdag 2 april wordt gestaakt in de bouwsector. Het is de eerste staking van de drie vakbonden in heel de sector sinds eind jaren 1960. Aanleiding is de koppige houding van de werkgevers die steeds meer flexibiliteit eisen zonder enige ernstige toegeving op het vlak van lonen en vergoedingen. In de bouwsector werken (officieel) ongeveer 175.000 arbeiders.

Na het Interprofessioneel Akkoord werden in diverse sectoren onderhandelingen opgezet voor CAO’s op sectorniveau. In de bouwsector kwam het patronaat naar buiten met een reeks harde eisen. De arbeiders zouden niets nieuw krijgen, enkel hetgeen reeds werd beloofd in het IPA. Anderzijds zouden wel zware toegevingen moeten worden gedaan aan het patronaat.

De werkgevers eisen onder meer een opdrijven van de flexibiliteit met de mogelijkheid om te komen tot een 45-urenwerkweek. Daarnaast wordt geëist dat de aanvulling bij economische werkloosheid zou worden afgeschaft – er is in de bouwsector een aanvulling van zowat 6 tot 11 euro per dag betaald door de sector.

De afgelopen jaren waren gouden tijden voor de bouwsector, maar de arbeiders hebben er amper van mee genoten. De gouden tijden dienden om de zakken van het patronaat te vullen. Nu het moeilijker dreigt te gaan (de bouwsector volgt de economische neergang met enige vertraging), bereidt het patronaat zich voor om de arbeiders haar gelag te laten betalen.

Een verhoging van de lonen is amper mogelijk, bovenop de beloofde premies in het IPA zou er niets komen. Nochtans kent de bouwsector een restrictief all-in akkoord: boven de loonnorm wordt niets extra betaald, zelfs geen indexering. Dat heeft in de afgelopen twee jaar voor een daling van de lonen gezorgd omdat de index meer steeg dan de loonnorm. Deze loonsverlaging wordt nu niet gecompenseerd ondanks de goede periode voor de bouwbedrijven.

De aangekondigde stakingsactie vanaf donderdag is opvallend aangezien de bouwsector geen traditie van algemene strijd kent. Bovendien kan het wegens de omvang van de sector één van de grootste stakingen in de private sector worden. Er werken 175.000 mensen in de sector, 98% is lid van de vakbond.

Woensdag is nog een ultiem overleg gepland, maar de werkgevers bereiden zich al voor op een confrontatie. De patroonsfederaties (Confederatie Bouw, Bouwunie en Fema) stelden in een gemeenschappelijke verklaring dat ze wel degelijk toegevingen willen doen, met name “een nettokoopkrachtverhoging van 125 euro in 2009 en 250 euro in 2010.” Mooie belofte, maar dit gaat niet veel verder dan wat al werd beloofd in het IPA – hoeveel keer zal ons hetzelfde worden beloofd? Verder stelden de patroons voor om de mobiliteitsvergoeding te verhogen en een hospitalisatieverzekering in te voeren. Over het voorstel om de vergoeding bij economische werkloosheid af te schaffen en om de flexibliteit op te drijven, repten de patroons niet in hun persbericht. De patroons proberen de discussie te beperken tot de vakbondseis om een syndicale premie in te voeren en plaatst dit ten onrechte tegenover de hospitalisatieverzekering en de mobiliteitsvergoeding.

De staking in de bouwsector is belangrijk om duidelijk te maken dat de arrogante opstelling van het patronaat niet wordt aanvaard. De crisis wordt telkens als excuus ingeroepen, maar dan wel om de arbeiders ervoor te laten opdraaien. Waar zijn alle winsten van de afgelopen jaren dan heen? Dan moesten wij betalen voor hun concurrentiepositie, nu zouden we moeten betalen voor hun crisis?

LSP hoopt dat de staking in de bouwsector een succes zal worden, ook al is het niet evident om in een dergelijk verspreide sector zonder veel tradities op dat vlak in actie te komen. We delen het ongenoegen van de arbeiders en de vakbonden. De situatie in de sector moet bovendien aangegrepen worden om af te stappen van het principe van all-in akkoorden.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop