De transportbond RMT (Rail, Maritime and Transport workers’ union) heeft beslist om een electorale alliantie op te zetten voor de Europese verkiezingen. Er werd een partijnaam geregistreerd: “No2EU – Yes to Democracy”. RMT-vakbondsleider Bob Crow is de officiële partijleider. In het platform van de lijst wordt ingegaan tegen de Europese Grondwet (omgevormd tot het verdrag van Lissabon), tegen het privatiseringsbeleid van de EU en het anti-vakbondsbeleid dat wordt opgelegd door het Europese Hof van Justitie. Het programma keert zich af tegen het extreem-rechtse BNP en staat voor internationale arbeiderssolidariteit.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

Op een congres van de Socialist Party werd gesproken door een officiële vertegenwoordiger van de RMT om het congres te overtuigen van een deelname aan de lijst No2EU-Yes to Democracy.
[/box]
Er zijn nu reeds voldoende fondsen om met deze lijst op te komen in zes van de elf regionale districten, waaronder ook Schotland en Wales. Mogelijk zullen er ook in de andere kiesomschrijvingen lijsten worden ingediend.
Dit is een electorale coalitie die werd opgezet met de initiële steun van de RMT, de Socialist Party, Communist Party of Britain (dat de Morning Star uitgeeft), Solidarity – Scotland’s Socialist Movement en een aantal vakbondsafdelingen. Respect voert nog discussie over een deelname. De Socialist Party hoopt alvast dat er een zo breed mogelijke deelname zal zijn van linkse en arbeidersorganisaties.
Het platform No2EU-Yes to Democracy is een tijdelijk platform voor de Europese verkiezingen. Bij de oprichting ervan verklaarden de vertegenwoordigers van RMT jammer genoeg dat er geen nieuwe arbeiderspartij werd gelanceerd. Maar dat betekent niet dat deze lijst geen belangrijke stap kan zijn in de opbouw van een politiek alternatief. Het is de eerste electorale uitdaging van New Labour door een nationale vakbond, de RMT is bovendien de meest militante industriële bond van Groot-Brittannië.
Opbouw van woede
De Europese verkiezingen zijn wellicht niet prominent aanwezig bij de meeste arbeiders. Maar de neoliberale richtlijnen en beslissingen van de EU, enthousiast doorgevoerd door New Labour, hebben een impact op de massale ontslagen, besparingen op onze levensstandaard en de aanhoudende privatiseringen.
Dat werd duidelijk in de strijd van de arbeiders op een werf van de Lindsey olieraffinaderij eerder dit jaar. Het was onder toepassing van de Europese richtlijnen dat een Italiaans bedrijf in de mogelijkheid was om arbeiders tewerk te stellen die niet onder de nationale akkoorden voor de bouwsector vielen. Ook het gedeeltelijk privatiseren van de postdienst, een eerste stap naar een volledige uitverkoop ervan, is volledig verbonden met de Europese richtlijnen om een gedereguleerde postmarkt te creëren.
De campagne No2EU-Yes to Democracy kan de realiteit van de neoliberale EU-agenda bekend maken en tegelijk pleiten voor een arbeidersalternatief op de traditionele politici, zowel in Westminster als in Brussel. De Europese verkiezingen van juni kunnen bovendien een eerste test uitdrukking vormen van de enorme woede die zich heeft opgebouwd als gevolg van de vernietigende kapitalistische crisis.
Waar zal die woede naar toe gekanaliseerd worden? In 2004 was er een totaal ander economisch klimaat en was er toch een groot aantal proteststemmen. Die gingen vooral naar de UKIP (UK Independence Party). Labour zal nu mogelijk een nog slechter resultaat halen dan bij de verkiezingen van 2004, toen werd de partij tenminste nog gezien als competent op economisch vlak.
De UKIP zal mogelijk heel wat steun verliezen. De partij haalde verkozenen met de belofte om de “corrupte Eurocraten” eens goed aan te pakken. Twee verkozenen van de partij waren echter al snel zelf betrokken bij fraude. Het grote ego Kilroy-Silk blies de aftocht en sindsdien is het lidmaatschap sterk afgenomen. De Tories kunnen mogelijk een vooruitgang boeken, maar het is vooral het extreem-rechtse BNP dat zou kunnen scoren in juni.
De mogelijkheid van een extreem-rechtse doorbraak heeft een rol gespeeld in de beslissing van de RMT om een electoraal initiatief te nemen. Bob Crow stelde op de oprichtingsbijeenkomst dat heel wat RMT-leden al contact hadden opgenomen met de nationale verantwoordelijken om te vragen voor wie ze moesten stemmen in juni. Het enige alternatief op een eigen lijst, is een oproep om voor de traditionele partijen te stemmen en niet voor de BNP (dat is de strategie van anti-fascistische groepen als Searchlight).
Een andere factor in de beslissing van de RMT was de stakingsgolf onder bouwvakkers naar aanleiding van het conflict bij Lindsey. In het kader van die acties werd voor het eerst op een grote schaal het asociale karakter van de EU-richtlijnen bekend gemaakt. De RMT zelf heeft in negen verschillende gevallen stakingsacties ondernomen (of is acties aan het plannen) tegen jobverliezen en privatiseringen. Het is dan ook niet moeilijk voor de RMT-leden om te beseffen dat er binnenkort ook goedkope buitenlandse arbeidskrachten zouden kunnen worden ingezet als pakweg spoorarbeiders.
De acties bij Lindsey waren ook op een ander vlak belangrijk. We zijn er eerder al op ingegaan: Lindsey was een overwinning voor de arbeidersklasse, maar daartoe was er een bewuste interventie van de stakingsleiders nodig (waaronder ook leden van de Socialist Party) om in te gaan tegen nationale of raciale verschillen die de bewegingen op een zijspoor zouden kunnen zetten. Een zelfde nood aan een duidelijke leiding zien we ook op politiek vlak. Daarom is het initiatief van de RMT, ondanks mogelijke beperkingen, zo belangrijk.
Als reactie op de electorale nederlaag van Labour bij de Europese verkiezingen in 2004 kwamen er een aantal nieuwe verbale bedreigingen van vakbonden om de financiële steun aan Labour stop te zetten. Zelfs in Unison, de vakbond van personeel in openbare diensten, stelde de weinig strijdbare algemeen secretaris Dave Prentis dat de bond niet zou blijven zwijgen indien de regering haar rechtse beleid zou verder zetten. Nochtans is dat wel wat er nadien gebeurde.
Politieke taken
De RMT is intussen wel opgeschoven in haar standpunt. Er blijven onvermijdelijk heel wat potentiële moeilijkheden overeind. Het feit dat vakbondsvrijgestelden legaal geen parlementslid mogen zijn is een probleem. Bovendien stelt de lijst dat het Europees parlement een “schijnparlement” is waardoor de RMT stelt dat een eventuele verkozene van de lijst geen zitting zou nemen in het parlement. Anderzijds stelde de RMT wel bereid te zijn om samen met andere Europese vertegenwoordigers uit de arbeidersbeweging campagne te voeren tegen alle Europese aanvallen op de arbeidersklasse. Een discussie onder alle krachten die aan de campagne deelnemen zou meer duidelijkheid moeten brengen.
Socialisten zouden uiteraard nooit samenwerken aan een electorale alliantie waarbij toegevingen worden gedaan aan racistische of nationalistische vooroordelen. Met het electoraal initiatief van de RMT is dat echter niet het geval, ook al blijft het programma beperkt. De kern van het initiatief is wel gericht op het vertegenwoordigen van de arbeiders.
Er is geen eenvoudige of rechtlijnige weg naar de heropbouw van een arbeidersvertegenwoordiging. Ook het Duitse WASG (Electoraal alternatief voor werk en sociale rechtvaardigheid) werd in 2004 niet opgezet rond een uitgewerkt programma en democratische structuren. Maar het zorgde wel voor een grote politieke verschuiving.
Het initiatief van de RMT heeft ook een groot potentieel. De trein is vertrokken. Het is nu de taak van socialisten om voor hun ideeën op te komen en een socialistisch anti-crisisprogramma naar voor te brengen in hun deelname en versterking van het electoraal initiatief.