Dat het kapitalisme in zijn grootste crisis verkeert sinds de jaren dertig, geen hond die daar nog aan twijfelt. Anders wordt het als je zegt dat het kapitalisme zijn ergste bestaanscrisis doormaakt sinds de jaren dertig. Want niemand twijfelt toch aan het voortbestaan van het kapitalisme? Maar er is alle reden om dat juist nu te doen.
Niemand weet hoe de crisis en de klassenstrijd die er het gevolg van is, zich gaan ontwikkelen. Marxisten beschikken niet over magische kristallen bollen waarin ze diep turend de toekomst kunnen ontwaren. Maar wat kunnen we op basis van onze ervaring en op grond van een marxistische analyse daar wel over zeggen? De arbeidersklasse heeft voor alles behoefte aan duidelijkheid.
Wat de vooruitzichten van de economische crisis betreft: wie het weet mag het zeggen. Het kan een recessie in V-vorm zijn, heftig, maar met een herstelfase die relatief snel komt, misschien aan het einde van het jaar al. Het kan een recessie in U-vorm zijn, met een wat langere duur. De recessie kan ook een L-vorm krijgen: eerst flink naar beneden (dat zal nog wel een tijdje doorgaan) en dan stagnatie. Maar twee dingen zijn zeker: 1) het herstel zal heel slapjes zijn wanneer het komt, het worden heel magere groeicijfers wanneer ze komen en 2) de klasse van kapitalisten gaat de rekening voor de crisis neerleggen bij de arbeiders.
Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om een opleving in de klassenstrijd te voorspellen. Maar hoe staat de klassenstrijd er op dit moment bij? De arbeidersklasse blijft een enorme macht in de samenleving: de objectieve kracht van de arbeiders is door hun overwegende aantal en door hun centrale rol in de productie alleen maar groter geworden. Maar in subjectieve zin is de arbeidersklasse door de nederlagen van de jaren tachtig, door de val van het stalinisme in 1989 en door de ongehinderde opkomst van het neoliberalisme in de jaren negentig flink verzwakt. In termen van zelfbewustzijn (klassebewustzijn), organisatie, programma en ideeën staat de arbeidersklasse ronduit zwak.
De arbeidersklasse heeft massaorganisaties nodig om zijn belangen te verdedigen: vakbonden en politieke partijen die opkomen voor de belangen van de arbeidersklasse. De vakbeweging in Nederland is in aantallen wel intact en dat is een belangrijk gegeven, maar als strijdorganisatie stelt de FNV op dit moment niet veel voor. De leiding van de FNV is getrouwd met het kapitalisme en in de vakbonden zijn de leden nauwelijks actief. Eerlijk is eerlijk: er zijn ook nu uitzonderingen zoals bestuurders die in de schoonmaak met lager betaalden op een strijdbare manier aan de slag zijn gegaan en er zijn een aantal stevig linkse platforms in sommige bonden. Maar de hoofdzaak is dat de leiding van de FNV op dit moment met regering en werkgevers zoekt naar een “Sociaal Akkoord” om uit de crisis te komen. Er is geen programma om uit de crisis te komen. Op lokaal niveau hopen bestuurders dat er bij ondernemingen in de problemen nog geld overschiet voor een afvloeiingsregeling, maar verzet is er uit die hoek nauwelijks.
De arbeidersklasse heeft ook politieke partijen nodig om zijn belangen te behartigen. Die zijn er in Europa niet of nauwelijks. Sociaaldemocratische partijen zijn in de jaren negentig in hun geheel overgestapt naar het kamp van de bourgeoisie. In Nederland is de situatie iets anders: daar heeft de SP zich opgeworpen als mogelijke massapartij voor de arbeiders. Bij de verkiezingen van november 2006 haalde de partij 25 zetels en leek de SP dit potentieel van massa-arbeiderspartij te gaan waarmaken. En die potentie is er nog: maar dan moet de SP wel opschieten. In termen van een antwoord op de crisis hebben we van de SP weinig tot niets gehoord. SP-Kamerleden waren te zien in TV-programma’s waar ze weinig meer deden dan applaudisseerden toen Wouter Bos de banken nationaliseerde: daar had de SP zelfs niet om durven vragen. In het debat over de regeringmaatregelen naar aanleiding van de crisis kwam de SP nauwelijks aan de bak en het is de vraag of dat wel het geval zal zijn als de regering zijn plannen bekend maakt.
En, het is niet een hoofdzaak, maar dan toch even dit: het is een schande dat op dit moment, het uur van de waarheid voor het kapitalisme en de SP zelf, de SP-top zich bezig houdt met het uit de partij werken van de aanhangers van Offensief. Deze uitdrijvingskruistocht tegen een kleine groep marxisten en marxistische ideeën is onder de huidige omstandigheden extra absurd.
Bij afwezigheid van vakbonden en politieke partijen die voor de arbeidersklasse staan, krijgt het verzet van de arbeidersklasse tegen de crisismaatregelen het karakter van spontane massa-uitbarstingen, zoals in Ierland (120.000 demonstranten tegen het regeringsbeleid), Frankrijk, bij de Lindsey raffinaderij in Engeland en bij Opel in Duitsland. Bij gebrek aan een duidelijk programma zullen de acties in het begin vooral een defensief karakter hebben: verzet tegen de maatregelen van bedrijven en regeringen staat voorop. De grote snelheid waarmee de crisis nu om zich heen grijpt, wekt ook verwarring bij de arbeiders in de hand.
Totdat de arbeiders kracht in termen van zelfbewustzijn, programma, ideeën en organisatie zoals vakbeweging en massapartijen hebben hervonden, blijft het gebrek aan de subjectieve factor voor de arbeiders een handicap. De wederopbouw van de arbeidersbeweging zal bij vlagen snel kunnen verlopen waar er actie en de juiste ideeën aanwezig zijn, maar over het algemeen tijd vergen.
Het goede nieuws is dat de bourgeoisie er in ieder geval ook zwak bij staat. In de eerste plaats heeft de ideologie van het neoliberalisme, waarmee ze tot voor kort nog iedereen om de oren sloegen, afgedaan. In de tweede plaats blijft het moeilijk uit te leggen waarom er honderden miljarden, biljoenen Euro’s en dollars zelfs, worden uitgegeven om de banken en verzekeringsbedrijven te redden terwijl er geen cent wordt uitgegeven voor de koopkracht en werkgelegenheid van de gewone mensen en er zelfs op de sociale zekerheid wordt bezuinigd! Voor de klasse van kapitalisten is er een grote paraplu, de arbeiders mogen ouderwets in de gietregen. Dat is zichtbaar voor iedereen. Het is moeilijk uit te leggen en al helemaal niet te rechtvaardigen.
Ten derde is de bourgeoisie verdeeld. Je kunt de lonen wel drukken en de werkloosheid de werkloosheid laten, maar daar wordt de economie niet beter van. Je kunt de sociale zekerheid wel verder uitkleden, maar dan durft niemand zijn centen meer uit te geven. Je kunt de staatsuitgaven bevriezen, maar dan valt alle groei weg. Je kunt de pensioenleeftijd wel verhogen; dat levert op termijn geld op voor regeringen en pensioenfondsen, maar de werkgevers zien al die oudjes op de werkvloer al verschijnen …en hoe zit het dan met de jongeren? Dit soort dilemma’s zal de bourgeoisie blijven achtervolgen. Om uit de crisis te komen moet de arbeidersklasse kunnen opkopen wat ze verdient en dat fundamentele probleem voor het kapitalisme, al neergezet door Marx en Engels, blijft.
Het is niet moeilijk om te voorspellen dat wij een historische periode van crisis tegemoet gaan. De klassenstrijd zal snel opleven, maar er zal gegeven de verhoudingen, niet snel een duidelijke overwinnaar zijn. Op dit moment is het ontbreken van een alternatief voor het kapitalisme nog het sterkste wapen voor de bourgeoisie.
Zonder een socialistische aanpak bestaat het gevaar dat het voor werkende mensen niet onmiddellijk duidelijk zal zijn wat het alternatief is, zelfs als ze geconfronteerd worden met de gevolgen van de huidige economische crisis. In de auto-industrie bijvoorbeeld, waar de lonen omlaag gaan en massaontslagen dreigen, begrijpen de arbeiders instinctief dat er geen ´markt´ meer is voor de producten op dit moment. Maar gegeven het hoge niveau van techniek en vaardigheden, zou het een kleine moeite zijn om de auto-industrie die staat voor massale overproductie en onverkoopbaarheid van de producten, om te bouwen voor de productie van nuttige goederen, waaronder groene, milieuvriendelijke vervoersmiddelen. Die zijn dringend nodig voor de wereldbevolking binnen de context van een duurzaam, milieuvriendelijk transportsysteem. Grootschalige omschakelingen in de productie waren mogelijk rond het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar onmogelijk gegeven de chaos in het kapitalisme op dit moment. Dat betekent dat de eis voor een alternatieve socialistische samenleving om de hoek komt kijken.
De kloof tussen de snel verslechterende objectieve situatie en het bewustzijn van de arbeidersklasse zal zich in de komende periode gaan sluiten. De gebeurtenissen – en er zullen explosieve gebeurtenissen zijn – zullen daar voor zorgen. Arbeiders zullen aan de rand van de afgrond het kapitalistische systeem confronteren, soms zonder een duidelijk idee van wat er voor in de plaats moet komen. De moeilijke tocht naar klassenbewustzijn, socialisme en revolutionaire overtuiging kan worden bekort door het formuleren van overgangseisen: eisen die een brug slaan tussen de situatie van nu en de toekomst, eisen die uitgaan van de noden van vandaag en die het onvermogen en instabiliteit van het kapitalisme duidelijk maken.
De eerste eisen moet zijn: Nee tegen het presenteren van de rekening van de crisis aan de arbeiders. Nee tegen massale werkloosheid, vooral onder jongeren. Nee tegen verlaging van de lonen en de levenstandaard. Nationaliseer de banken maar dan op een democratische en socialistische manier, laat in het bestuur niet weer dezelfde kapitalisten toe, maar laat de banken besturen door vertegenwoordigers van de arbeidersklasse, de vakbonden, mensen uit het midden- en kleinbedrijf enz. Een democratische en socialistische publieke sector zal de kwestie opwerpen van verdere nationalisaties, zodat de belangrijkste bedrijven in gemeenschapshanden komen. Op die manier is er hoop voor werkende mensen om uit de doodlopende weg van het stagnerende kapitalisme te komen.