Goede en betaalbare huisvesting is één van de belangrijkste prioriteiten van mensen. De verschillende overheden in ons land hebben hier echter veel minder aandacht voor. In België is een huisvestingsbeleid nooit een prioriteit geweest. Het idee was en is dat de vrije markt de beste oplossing is om mensen te voorzien van woningen. De gevolgen van een dergelijke visie op huisvesting en ruimtelijke ordening zijn duidelijk zichtbaar. Er is nood aan een fundamentele koersverandering om de problemen aan te pakken.
Het aanbod aan sociale woningen is zeer laag. In België bestaat slechts 6,3% van het woningbestand uit sociale huurwoningen: 10% in Brussel, 5% in Vlaanderen en 7% in Wallonië. Het Europees gemiddelde bedraagt 17,3%. Nederland, dat op andere terreinen vooral in Vlaanderen vaak als voorbeeld wordt aangehaald, telt 34% sociale huurwoningen. In Frankrijk komt men aan 17%.
In België staan momenteel ongeveer 140.000 mensen op een wachtlijst voor een sociale huurwoning. Een veel groter aantal heeft recht op een sociale huurwoning, maar doet niet eens een aanvraag. Het tekort aan sociale huurwoningen dwingt mensen met een laag inkomen om een woning te huren op de private huurmarkt. Een gemiddeld gezin besteedt vandaag 21% van zijn inkomen aan huur of afbetaling van een lening. Voor mensen met een laag inkomen loopt dit op tot 31%!
De huur-en koopprijzen zijn het laatste decennium veel sneller gestegen dan de inkomens. Tussen 1998 en 2006 stegen de huurprijzen op de private huurmarkt in Brussel tussen 7 en 70% (studio’s + 7%, appartement 1 of 2 kamers + 40%, 3 kamers + 70%, 4 kamers + 65%.) . De index van de consumptieprijzen steeg in dezelfde periode slechts met 15%. De gemiddelde huurprijs in 2007 bedroeg 508 euro. Bijna twee derde van de huurders in Brussel besteedt meer dan een derde van hun inkomen aan huur. De koopprijzen van woningen namen ook sterk toe. De kosten van huisvesting is dan ook één van de belangrijkste oorzaken van armoede in ons land.
De inspanningen van de verschillende overheden die verantwoordelijk zijn voor het huisvestingsbeleid staan niet in verhouding tot de problemen. Er worden weliswaar nieuwe woningen gebouwd, maar te weinig om te voldoen aan de toenemende vraag. Er is nood aan een fundamenteel andere visie op huisvesting. Betaalbare en kwaliteitsvolle huisvesting is een basisrecht. Het mag dan ook niet aan de markt worden overgelaten om mensen te voorzien van huisvesting. Er is nood aan massale investeringen in betaalbare huur- en koopwoningen om het recht op betaalbare huisvesting te kunnen afdwingen. De miljarden die men heeft gespendeerd om de banken te redden, tonen dat er meer middelen zijn dan men ons wil doen geloven. Het is een kwestie van prioriteiten stellen en keuzes maken.
Er is ook nood aan meer controle op de huurprijzen. Op dit moment zijn de huurprijzen volledig vrij, waardoor verhuurders voor woningen van slechte kwaliteit kunnen vragen wat ze willen. Door de krapte op de huurmarkt kunnen huurders veelal niet anders dan daar op in te gaan. In Nederland bestaat er een puntensysteem dat vastlegt hoeveel verhuurders mogen vragen voor een bepaalde huurwoning. Op die manier is het mogelijk om de stijging van de huurprijzen beter te controleren en de kwaliteit van de woningen te verbeteren.
De overheid moet ook meer inspanningen doen om speculatie en leegstand tegen te gaan. Er staan naar schatting alleen in het Brusselse gewest 15.000 woningen leeg. Veel van die woningen zouden door de overheid overgenomen en verhuurd kunnen worden als sociale huurwoning. De wettelijke mogelijkheid bestaat al, maar de overheden maken er weinig gebruik van. Het eigendomsrecht wordt immers veel meer beschermd door politiek en justitie dan het recht op betaalbare huisvesting en een menswaardig leven.