Duitsland: actiedag van Opel-arbeiders, maar geen alternatief van IG-Metall leiding

In Rüsselsheim betoogden deze week minstens 15.000 arbeiders van Opel voor het behoud van hun job. De actie vormde het begin van een strijd tegen de afdankingen en sluitingen waarmee de automobielsector wordt bedreigd als gevolg van de economische crisis. Ook bij Daimler, VW en andere bedrijven werden tijdelijke krachten al afgedankt. Een drastische afbouw van de productie in de sector lijkt slechts een kwestie van tijd te zijn.

Artikel door Angelika Teleweit (Duitsland)

Honderdduizenden arbeiders en hun gezinnen dreigen getroffen te worden door de afdankingen. Velen stellen zich de vraag of het sowieso nog mogelijk is om jobs in de automobielsector te redden. De afgelopen jaren was er een wereldwijde overproductie die reeds leidde tot een afname van de productie (in de VS met -17% tussen 1999 en 2007), maar nu lijkt er een totale ineenstorting te zijn. In januari viel de verkoop van wagens wereldwijd met een vierde terug. De wereldwijde economische crisis, waarvan we nu slechts het begin zien, raakt alle sectoren en landen. De vakbonden moeten daar dringend een antwoord op bieden.

In de plaats van onder elkaar te concurreren, is er nood aan een gezamenlijke strijd voor alle jobs. De leiding van IG Metall weet van geen hout pijlen maken. Het beperkt zich tot de illusie dat Opel als traditioneel merk los van GM op de markt een toekomst zou hebben. Zelfs indien dat het geval zou zijn, blijft de vraag wat er met de arbeiders van andere automobielbedrijven moet gebeuren als Opel haar concurrentiepositie zou versterken. Zullen de Opel-arbeiders dan uitgespeeld worden tegen die van Diamler? En nadien die van VW tegen de arbeiders van Toyota en zo verder? Daarbij zou uiteindelijk enkel “de sterkste” overleven. Dat is geen oplossing voor de arbeiders die de komende weken en maanden voor hun job willen vechten. Er is een gezamenlijk offensief van alle arbeiders in de automobielsector nodig.

De strategie van de IG Metall-leiding houdt in dat er een achteruitgang van de arbeidscondities en lonen zou komen om de concurrentiepositie van Opel te versterken en het bedrijf interessant te maken voor eventuele nieuwe investeerders. Dat is in feite dezelfde strategie die al jarenlang wordt gevolgd en die ook in andere bedrijven en sectoren voor een neerwaartse spiraal zorgt. Deze strategie heeft nog geen afdankingen tegengehouden. Toch blijft de voorzitter van de Gesamtbetriebsrat in Duitsland, Franz, stellen dat het zonder een afbouw van het personeelsbestand niet zal lukken. Zelfs op de actiedag kwam hij dat vertellen. Hij weet hoe moeilijk de situatie is, maar zijn enige antwoord is dat duizenden arbeiders hun job zullen verliezen.

De arbeiders kunnen er wel op rekenen dat de voorzitter van de ondernemingsraad een meer dan gemiddeld loon zal blijven kennen. Ze kunnen ongetwijfeld op een mooie carrière rekenen indien ze het advies van het patronaat volgen en effectief doen wat Kannegießer aanraadde: “We verwachten van de sociale partners vooral een bereidheid om conflicten in de bedrijven te vermijden en deze zeker niet aan te moedigen. We zullen nu nood hebben aan solidariteit.” Het patronaat heeft solidariteit nodig omdat het weet dan verzet tegen massale afdankingen op de agenda staat. Daarbij wil het beroep doen op de vakbondsleiding om de beweging onder controle te houden. Standpunten waarbij wordt gedaan alsof werknemers en werkgevers in hetzelfde bootje zitten, liggen in de lijn van wat het patronaat hoopt.

Initiatief van onderuit nodig

Een aantal arbeiders zijn niet bereid mee te stappen in een besparingsbeleid. Op een spandoek stond de slogan: “Jullie daarboven, het is niet onze crisis! Geen besparingen of sluitingen! Vechten voor iedere job!”. Een ander spandoek eiste een 6 uren werkdag zonder loonsverlies. Dat zijn correcte eisen waarmee arbeiders van onderuit de strijd willen aangaan om alle jobs te verdedigen.

Bij Opel beschikken de arbeiders over heel wat ervaring met strijd. Zo was er de zeven dagen durende staking van oktober 2004 bij Opel Bochum. Daar gingen de arbeiders over tot acties tegen de dreigende sluiting of massale afdankingsronde. De arbeiders organiseerden hun strijd van onderuit, de leiding van IG Metall was daar niet toe bereid. Zelfs als de arbeiders er niet in slaagden om de controle van onderuit te behouden en de strijd van bovenaf werd stopgezet, bleef dit het potentieel aantonen van een strijd van onderuit. Mogelijk zal er ook in de komende periode nood zijn aan eigen stakingscomités waarbij de vertegenwoordigers door de arbeiders worden verkozen en verantwoording verschuldigd zijn aan personeelsvergaderingen. Dergelijke personeelsvergaderingen moeten dienen om de arbeiders te informeren en te laten meebeslissen over verdere stappen in de strijd. Alle onderhandelingen moeten transparant gebeuren waarbij er pas een akkoord wordt gesloten na goedkeuring door de arbeiders. Alle stakingsleiders en onderhandelaars moeten steeds verantwoording verschuldigd zijn en afzetbaar zijn door de arbeiders.

Wat te doen?

Er moeten overal bijeenkomsten komen van delegees om personeelsvergaderingen voor te bereiden met een discussie over de acties die zullen worden ondernomen. Aan de basis moeten de contacten tussen de verschillende vestigingen in Duitsland en internationaal worden hersteld. Ook moeten contacten worden gelegd met arbeiders in bedrijven als Daimler, VW, toeveranciers,… Ook daar dreigt een productieverlaging met mogelijk een ontslagenronde.

Op 28 maart zijn er in Berlijn en Frankfurt betogingen onder de slogan “Wij betalen niet voor hun crisis”. Deze betogingen worden niet ondersteund door de leidingen van IG Metall en DGB. Een aantal lokale afdelingen steunt de betoging wel. Deze acties zijn nuttig en kunnen gebruikt worden om strijdbare arbeiders op te oriënteren om vanop deze betogingen de noodzaak van gezamenlijke strijd verder te propageren. Betogen zal op zich echter niet volstaan. Ook oproepen aan politici volstaan niet, dat werd al duidelijk bij Nokia Bochum waar de helft van de arbeiders daar nog steeds geen nieuwe job heeft. Vanuit de acties voor het redden van jobs, zal ook discussie moeten worden gevoerd over het bezetten van bedrijven die met sluiting worden bedreigd.

De acties moeten duidelijke eisen naar voor brengen. Het idee dat Opel kan gered worden als een nieuwe investeerder wordt gevonden die bovendien over staatssteun kan beschikken, is een illusie die niet zal vermijden dat duizenden jobs verdwijnen. Dat soort voorstellen zal worden gebruikt om een consequente strijd voor jobs tegen te houden.

Het behoud van alle jobs kan enkel indien Opel en de volledige automobielsector uit de handen van het patronaat wordt gehaald. Een nationalisatie onder democratische controle en beheer door de werkende bevolking kan de basis vormen voor een productie waarbij niet de winsten van een kleine toplaag centraal staan, maar de behoeften van de meerderheid van de bevolking. Het zou de basis vormen om over te gaan tot een democratische planning van de sector waarbij efficiëntere en meer ecologische transportwijzen een opgang zouden kunnen maken. Zonder de concurrentiedruk van de kapitalistische markt, kan de arbeid ook op een menselijker manier worden georganiseerd met voldoende pauzes en geen ziekmakend onhaalbaar ritme aan de band. De beschikbare arbeid kan bovendien verder verdeeld worden met een drastische arbeidsduurvermindering met behoud van loon en evenredige aanwervingen.

De discussie over hoe we de strijd kunnen aangaan, is dringend. Deze discussie moet aan de basis in de bedrijven worden gevoerd. De linkse socialisten steunen de strijd voor jobs en zijn actief in de consequente verdediging van iedere job.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop