Peking: arbeiders van Panasonic houden bazen vast na ontslagronde

Meer dan 600 arbeiders van Panasonic Electronic Devices in Peking hielden eind februari drie topmanagers van het bedrijf vast. De drie topfiguren, waaronder de voorzitter van het bedrijf, konden nadien enkel via een achterdeur ontsnappen. De arbeiders waren woedend over de beslissing van de directie om het personeel “vrijwillig” aan de deur te zetten.

Artikel vanop Chinaworker.info

De directie had er bij het personeel op aangedrongen om hun job “vrijwillig te verlaten”. Daarmee wilde Panasonic vermijden dat hetn een procedure moest volgen om tot een collectieve afdanking over te gaan. Nochtans is die procedure niet zo moeilijk en komt er zelfs in China kritiek op het feit dat er amper toezicht is op de toepassing van sociale wetgeving. De economische crisis wordt aangegrepen om een zachte opstelling tegenover het patronaat te verdedigen.

Het bedrijf hield een personeelsvergadering op 25 februari waar het de werknemers vroeg om vrijwillig te vertrekken. Daarbij werd een kleine economische compensatie voorop gesteld. Het bedrijf wil haar vestiging in Peking sluiten, van veel vrijwilligheid is er voor de werknemers dan ook geen sprake. De arbeiders gingen in actie om een hogere vergoeding te eisen.

Een woordvoerder van Panasonic stelde in Tokyo aan het persbureau Bloomberg dat de Chinese vestiging een “voorbereidende vergadering hield over een vrijwillig pensioen” en nog: “We slaagden er niet in om begrip te krijgen van een aantal werknemers, waarop een 100-tal de vertegenwoordigers van de directie urelang vast hielden.”

Panasonic heeft haar hoofdzetel in het Japanse Osaka. Het is één van de grootste producenten van elektronische producten als televisies en camera’s. Eerder in februari werd bekend gemaakt dat een groot aantal jobs zou moeten verdwijnen en dat er in het financiële jaar tot maart een verlies zou zijn van 380 miljard yen. Het bedrijf wil 15.000 arbeiders afdanken en 20% van de fabrieken sluiten, 27 vestigingen in totaal. Er kunnen echter nog extra sluitingen volgen. De drie fabrieken van Panasonic in Peking staan allen op de lijst van te sluiten vestigingen. Het bedrijf kende de afgelopen jaren nochtans zes “vette” jaren met een nettowinst tot 282 miljard yen (3,2 miljard dollar) in 2007. De sterke yen heeft de buitenlandse verkoop ondermijnd, maar er werden ook verliezen geleden omdat werd geïnvesteerd in financiële beleggingen op de beurs van Tokyo.

Buitenlandse bedrijven in China krijgen heel wat voordelen: ze betalen minder belastingen dan Chinese bedrijven, hebben minder beperkingen om grond te kunnen kopen en vooral is er toegang tot goedkope arbeiders. De arbeiders van Panasonic moeten dan ook eisen dat de directie de boeken opent voor de arbeiders zodat een publieke controle mogelijk is om na te gaan waar alle geld naartoe is gegaan.

De arbeiders in Peking en andere bedreigde vestigingen moeten hun protestacties aanhouden en opkomen voor de nationalisatie van hun fabrieken om jobs te redden. Daarbij moet er geen compensatie worden betaald aan Panasonic of andere bedrijven die afdanken. Die bedrijven tonen enkel aan dat het privaat bezit van dergelijke bedrijven onefficiënt is. Gemeenschapscontrole zal echter enkel succesvol zijn indien de nationalisatie tot gevolg heeft dat de gemeenschap effectief de controle kan uitoefenen en niet een klein groepje bureaucraten. Er is nood aan democratische arbeiderscontrole en arbeidersbeheer.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop