Recensie. “Che” van Steven Soderbergh

Deze week kwam het eerste deel van de tweedelige biografische film over Che Guevara van Steven Soderbergh uit in ons land. De timing is goed: vijftig jaar na de Cubaanse revolutie. De film kan op heel wat belangstelling rekenen, zeker onder jongeren. Na het bekijken van de film zullen velen zoeken naar een alternatief op het kapitalisme. We gaan na hoe de film omgaat met de politieke boodschap en achtergrond van Che.

Recensie door Tony Saunois

De film komt uit Hollywood, maar toch is het feit dat er zo’n productie komt over het leven van Che een uitdrukking van een groeiende verwerping van het neoliberale kapitalisme. Che Guevara oefent daarbij een grote aantrekkingskracht uit als symbool van strijd.

Che wordt in de film gespeeld door Benicio del Toro die een uitstekende rol neerzet. Che wordt naar voor gebracht als een principiële, eerlijke, revolutionaire strijder. Zijn inzet voor de armen en zijn hoop en vertrouwen in de mensheid komen correct naar voor als belangrijke onderdelen van zijn persoonlijkheid.

De vastberadenheid van Che en andere strijders komt mooi in beeld. Ook de opofferingen zijn evident. Che vertelt hoe er van de 82 strijders die de overzet naar Cuba maakten om er het reactionaire regime te gaan bestrijden, slechts 12 zouden overleven. Op sommige momenten kan de pijn van zijn constante strijd met astma doorheen de guerrillacampagnes in de bergen van Sierra Maestra bijna voelen.

De film begint met Ernesto “Che” Guevara die voor het eerst Fidel Castro ontmoet in Mexico in 1955. Hierna wordt vrij snel overgegaan naar de overzet van de guerrillastrijders die bij hen aansloten om in Cuba de strijd te gaan voeren en uiteindelijk in januari 1959 aan de macht te komen.

Jammer genoeg wordt niet ingegaan op de bekende motortocht van Che door Latijns-Amerika. Nochtans had die tocht een beslissende impact op de politieke richting die Che insloeg. Voor een biografie is het weglaten van die motortocht zeker een zwak punt. Hetgeen Che op die reis zag, bracht hem ertoe om een potentiële carrière als dokter naast zich neer te leggen om aan revolutionaire politiek te gaan doen. De enorme armoede en uitbuiting op het continent versterken ook zijn gevoel voor internationalisme, een punt dat goed aan bod komt in de film.

De film gaat ook niet in op het beslissende effect van de militaire omverwerping van het Guatemalaanse regime van Jacobo Arbenz in 1954. Dat militaire optreden bracht Che en anderen met hem tot meer radicale linkse conclusies.

Veel jongeren die deze film zien, zullen ongetwijfeld gemotiveerd zijn door het beeld van Che en de Cubaanse revolutie. De film gaat in op de belangrijkste politieke kwesties tijdens de militaire campagne, maar er wordt slechts beperkt verwezen naar andere cruciale thema’s die voortkwamen uit de Cubaanse revolutie en de directe nasleep.

Eén van de belangrijkste episodes in de film geeft daar een treffend voorbeeld van. Che sloot aan bij een groep die de “26 juli beweging” noemde en die deels werd geleid door Fidel Castro. Het doel van de groep was de omverwerping van de regering-Batista. Er was een bijeenkomst met leiders van andere oppositiegroepen. Guevara wees er onder vier ogen tegen Castro op dat de andere groepen “Cuba zouden verkopen aan de VS” en dat er beter niet zou worden samengewerkt. Castro verwerpt die stelling en verdedigt het akkoord met de oppositiegroepen.

Dit gesprek wijst op de meningsverschillen tussen Castro en Guevara. Er wordt echter niet vermeld dat Guevara met zijn revolutionaire opvattingen veel verder wou gaan. Hij verdedigde het idee van socialisme, zelfs indien hij geen zicht had op welke sociale klasse zich bewust aan het hoofd van een strijd hiervoor moest zetten. Doorheen de film wordt Che meermaals voorgesteld als iemand die harstochtig pleitte voor revolutie, maar zijn strijd voor socialisme komt niet aan bod in de film. Dat is een groot gebrek.

Er wordt ook heel snel gegaan over de kwestie van de verhouding van de beweging in de steden tegenover de guerrilla in de landelijke gebieden. De film toont hoe Castro stelt dat hij een beweging in de steden steunt als de guerrillastrijders maar in de leiding zitten. Er is het gevaar dat een dergelijke voorstelling de illusies in guerrillastrijd kan versterken en het idee dat een kleine groep door de wapens op te nemen de basis kan vormen voor een verandering in de samenleving.

Het zou fout zijn om een dergelijke conclusie te trekken uit de film. Dat zou voorbijgaan aan de specifieke omstandigheden die in Cuba bestonden op het ogenblik van de feiten. Dat zijn belangrijke en complexe kwesties die we normaal gezien niet echt verwachten in een Hollywoodproductie en ook deze film biedt er geen antwoorden op.

Een terugkerend thema is de sympathie en betrokkenheid van Che met het lot van de onderdrukten en armen. Er wordt ook uitgebreid ingegaan op het standpunt van Che dat wie de strijd aangaat, zich ook moet scholen. Dat aspect wordt op een vaak humoristische wijze aangebracht. Ook wordt ingegaan op de revolutionaire moraal van Che, zowel in de strijd voor als bij de opbouw van een nieuwe samenleving. Zo wordt het verhaal gebracht van een kleine groep guerrillastrijders die een lokale boerenfamilie berooft en seksueel lastig valt, waarop Guevara woedend reageert en instemt met de executie van deze guerrillastrijders.

Na de val van Santa Clara, de laatste stad die werd veroverd op Batista, kwam Che een groepje strijders tegen dat een auto had gestolen om naar Havana te rijden. Che neemt het groepje op de korrel, het moet de wagen teruggeven en Che stelt dat ze maar een jeep moeten zoeken of desnoods te voet naar Havana trekken.

Het drama van de bloedige strijd voor Santa Clara is een hoogtepunt van de film. De heroïsche en beslissende rol van Che wordt daarbij goed gebracht. De brutale rol van het regime van Batista komt evenzeer goed aan bod. De generaals bevelen bijvoorbeeld om eerst de armste wijken van de stad te bombarderen. De lokale bevolking werpt barricades op en komt op straat, wat leidt tot het ineenstorten van het leger en de politiemacht. Dit aspect wordt erg dramatisch geportretteerd in de film.

De film gaat van de guerrillastrijd over naar een aantal gebeurtenissen na de revolutie, waaronder het bezoek van Che aan New York en zijn toespraak voor vertegenwoordigers van de Verenigde Naties. De uithalen naar rechtse reactionaire Latijns-Amerikaanse vertegenwoordigers die Che bekritiseren, komen erg scherp aan bod in de film.

De geheime diensten van Venezuela en Panama vielen de revolutie aan, wat Che beantwoordde met een aanval op de schendingen van de mensenrechten in die landen. Hij klaagde het VS-imperialisme aan wegens haar rol. Che stelde dat de revolutie inging tegen “de Amerikaanse regering, maar we hebben niets tegen het Amerikaanse volk.” Daarbij werd ook ingegaan op de onderdrukking van de zwarten en Latino’s in de VS, die onderdrukking vormt een integraal onderdeel van zijn aanval op het VS-imperialisme.

Een ander interessante gebeurtenis is het bezoek van Che aan een feest waar ook de Democratische senator Eugene McCarthy aanwezig is. Che trekt onmiddellijk naar McCarthy met de stelling dat hij de VS wil bedanken. McCarthy had zich daar niet aan verwacht en vraagt waarom. “Voor de invasie aan de Varkensbaai”, antwoordt Che. Hij legt uit dat die invasie de revolutie toeliet om haar steun onder de bevolking te consolideren.

De overwinning van de revolutie is voor Che slechts het begin. Eén van zijn strijders vraagt toestemming om naar huis terug te keren nu de revolutie was gelukt. Che antwoordt: “Nee. We hebben een slag gewonnen, maar nog niet de oorlog.” Hier zien we het internationalisme van Che erg duidelijk.

We keren terug naar het treffen met Castro in Mexico bij het begin van de film. Er wordt een veelzeggend gesprek tussen beide gebracht. Castro vraagt of Che niet denkt dat het “een beetje gek” is om met slechts een handvol strijders, geen geld en zelfs geen boot op dat ogenblik de oversteek naar Cuba te maken. Che antwoordt: “een beetje”. Castro vraagt hem hierop als hij bij de operatie zou aansluiten. Che: “Onder één voorwaarde… Als we Cuba hebben overgenomen, moeten we de revolutie uitbreiden naar de rest van Latijns-Amerika.” Hierop stelt Castro dat het misschien eerder Che is die “een beetje gek” was.

De productie van deze film sluit aan bij de hernieuwde interesse voor Che onder de nieuwe generatie die op zoek gaat naar een alternatief op het kapitalisme. Het zal ongetwijfeld nuttig zijn om met deze film de Cubaanse revolutie bekender te maken op een ogenblik dat de vijftigste verjaardag ervan wordt gevoerd. Bovendien wordt een globaal positief beeld gebracht van Che Guevara.

De film kan wel niet tippen aan “Reds” van Warren Beatty, een film die in de jaren 1970 uitkwam en een beeld brengt van de Russische Revolutie van 1917. We kunnen echter niet verwachten dat een dergelijke film alle lessen uit de strijd van Guevara trekt en tegelijk het verband legt met de strijd vandaag door te wijzen op een aantal foute methoden en opvattingen.

Algemeen is het een film die de moeite waard is om te gaan zien, zelfs indien het op bepaalde ogenblikken wat lang duurt. De gebeurtenissen na de revolutie en tot aan de executie van Che in Bolivia zullen aan bod komen in het tweede deel van de film die eind februari reeds uitkomt in de VS en Groot-Brittannië, nadien hopelijk ook snel bij ons.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop