Enkel een socialistisch herstelbeleid biedt een duurzame oplossing

Wereldwijd willen regeringen zich een uitweg uit de crisis spenderen. Nauwelijks zijn de banken aan de kassa gepasseerd of ze staan alweer in de rij. Deze keer samen met een reeks industriële reuzen. Taboes worden in een handomdraai opzij geschoven. Niets lijkt te werken. Op ieder herstelplan, volgt een nieuw, nog drastischer, nog groter. In het algemeen belang? Benieuwd als ooit de schade wordt opgemeten. Wedden dat bankiers, industriëlen en andere speculanten, beter bediend zullen zijn dan jij en ik. De Linkse Socialistische Partij verdedigt een ander herstelplan. Het is voordelig voor arbeiders en hun gezinnen en volgens ons de enige duurzame oplossing voor deze crisis.

Door Eric Byl

Hoe moeten de miljarden mensen die honger lijden daar tegen aankijken? Diegenen die niet of nauwelijks over drinkwater beschikken? Wie geen toegang heeft tot elementaire gezondheidszorg? Wie ergens op de planeet ronddwaalt op de vlucht voor oorlog of burgeroorlog? Wat moeten diegenen denken die werkloos werden? De daklozen? Diegenen die op het einde van ieder loon nog een stuk maand over houden? Voor hun problemen was er toch geen geld? De vereiste infrastructuurwerken waren toch onbetaalbaar? Zij moesten toch een paar generaties geduld uitoefenen? De jongste maanden werden enorme bedragen gespendeerd. Een fractie ervan had volstaan. Maar ze werden gebruikt om speculanten te bevrijden van hun rommel en banken te herkapitaliseren.

De voorgaande jaren waren nochtans vette geweest. Gekenmerkt door recordwinsten, recordbonussen, speciale miljonairsfeestjes en megalomane projecten. Dat kon enkel door de uitbuiting fors op te drijven. De recordwinsten werden niet geinvesteerd in nieuwe productie of maatschappelijk nuttige infrastructuurwerken. Ze werden speculatief belegd. Tussen 2003 en 2008 zijn ‘investeringen’ op de futuresmarkt voor grondstoffen toegenomen van 13 naar 260 miljard $. Voedselprijzen schoten de hoogte in. Honger en opstand waren het gevolg.

De koopkracht in stand houden

Loonindexering, maximumprijzen, BTW-verlaging, nationalisatie van strategische sectoren

In België liep het niet zo een vaart, maar ook hier stegen de voedselprijzen. Spaghetti was in juli 31% duurder dan bij de aanvang van het jaar. De broodprijs, wettelijk vastgelegd tot juni 2004, nam 25% toe. Andere basisproducten werden eveneens fors duurder: stookolie 61%, aardgas 52% en elektriciteit 20%. Aan de prijsdaling van blackberry’s, flatscreens en andere gadgets hebben wij geen boodschap. De loonindexering kon de levensduurte niet bijhouden. De crisis doet vooral de prijzen van basisgoederen meer stijgen dan andere. De Waalse OCMW’s stelden een index op die rekening houdt met het specifieke uitgavenpatroon van kansarme gezinnen. Die neemt dubbel zo snel toe als het officiële indexcijfer. We staan nochtans nog maar aan het begin van de crisis. Nu de consumptie is stil gevallen, dalen de prijzen. In dit artikel leggen we echter uit dat alweer een forse opstoot van de inflatie in een volgende fase niet uitgeloten is.

De arbeiders en hun gezinnen moeten zich wapenen tegen de levensduurte vooraleer de crisis hen de armoede in duwt. Dat vereist een volledig herstel van de index. Een herziene indexkorf die beter de echte levensduurte weerspiegelt. Dat moet gebeuren door een onafhankelijke commissie van vakbonden, consumentenorganisaties en kleine producenten. Die moet ook de prijs van levensnoodzakelijke producten wettelijk kunnen vastleggen.

Vakbonden en delen van radicaal links eisen een BTW-verlaging op energie van 21 naar 6%. Dat is goed, maar onvoldoende. De arbeidersbeweging heeft zich destijds verzet tegen het invoeren van BTW. Die is immers voor iedereen gelijk, ongeacht het inkomen. Zeker voor basisproducten pleiten wij voor de afschaffing van BTW. De gehaaide energieproducenten en distribiteurs zullen bovendien de BTW-verlaging misbruiken om hun prijzen op te trekken. Energie is van strategisch belang en zou moeten toehoren aan de gemeenschap. Zoals het ABVV in de jaren ’70 pleiten wij voor nationalisatie onder democratische arbeiderscontrole van de hele energiesector en wettelijk vastgelegde prijzen.

Sociale woningen, publieke infrastructuur, herfinanciering van onderwijs en gezondheidszorg

Wonen neemt een grote hap uit het gezinsbudget. Tussen ’97 en 2007 stegen huizenprijzen in ons land 142%! Huurders hielden in 2005 16% minder over na de huur dan in 1992. Dat komt hoofdzakelijk omdat er nauwelijks sociale woningen voorhanden zijn, ook in vergelijking met de buurlanden. Enkel door het aanbod aan goedkope en comfortabele sociale woningen te vermenigvuldigen, zullen huurprijzen, ook op de privémarkt, dalen. Zoniet zullen mensen krotwoningen blijven betrekken, ook ten koste van veiligheid en gezondheid. Wij zijn geen voorstander van huursubsidies omdat huiseigenaars die vooraf in de huurprijs inrekenen. Een wettelijke beperking van de huurprijs tot een maximaal percentage van het inkomen? Het kan ertoe leiden dat mensen met een laag inkomen nergens terecht kunnen. In combinatie met een forse uitbreiding van de sociale huursector, kan het wel succes hebben.

Ook het onderhoud en de noodzakelijke renovatie van schoolgebouwen, gevangenissen en andere openbare gebouwen werd jarenlang verwaarloosd. Enkel voor prestigeprojecten was er geld. Veel schoolgebouwen staan letterlijk op instorten. Leerlingen krijgen soms jarenlang les in containers. In wat voor waanzinnige maatschappij leven we? Als het economisch goed gaat, is er geen geld. Het vergt crisis vooraleer men broodnodige investeringen wil doorvoeren. Men wil dat echter realiseren via privaat-publieke samenwerking (PPS). Meestal betekent dat, net als sale en lease back, veel publieke kosten voor royale private opbrengsten. De Linkse Socialistische Partij pleit voor 100% publieke investeringen.

Politici hebben de mond vol over de “kennismaatschappij”. Daarin zou onze toekomst liggen. Het onderwijs wordt nochtans stiefmoederlijk behandeld. Dertig jaar geleden werd nog 7% van het bruto binnenlands product besteed aan onderwijs, nu is dat slechts 4,5%. Men wil zelfs beroep doen op gepensioneerde leerkrachten om bij te springen, in plaats van het beroep aantrekkelijker te maken. Wij willen een publieke herfinanciering tot 7% van het BBP.

Ook de gezondheidssector heeft behoefte aan herfinanciering. Ooit stond onze gezondheidszorg aan de top. De voortschrijdende vermarkting, waardoor winst maken belangrijker werd dan genezen, ondermijnt niet alleen de kwaliteit, maar drijft meteen de kost op voor patiënten. Geneesmiddelen zijn inderdaad te duur. Men lost dat niet op door openbare aanbestedingen, zoals wordt voorgesteld door kiwidokter Van Duppen. Ons land heeft een grote farmaceutische sector. Wij willen die niet het voorwendsel verschaffen om de belangen van de patiënt uit te spelen tegen die van de werknemers. Om terugbetaling in de wacht te slepen, zullen arbeiders immers onder druk gezet worden om in te leveren op het loon en de arbeidscondities. De Linkse Socialistische Partij pleit integendeel voor een publieke nationale gezondheidsdienst en de nationalisatie van de farmaceutische sector.

Het werk verdelen aan gelijk loon, verbod op afdankingen, opening van de boeken, opheffing bankgeheim

Sociale woningen, infrastructuurwerken, onderwijs, gezondheidszorg… wij zouden wel weten wat aan te vangen met de vele werklozen en diegenen die op het punt staan hun job te verliezen. We zouden de beschikbare arbeid over iedereen verdelen. Uiteraard zonder loonverlies, want anders zouden velen gedwongen zijn hun inkomen aan te vullen met overuren en zwartwerk.

In de regering komt het er nooit van, maar telkens Groen in de oppositie zit, pleit het voor een 32 urenweek. Het loonverlies wil het opvangen met een basisinkomen, een inkomen voor iedereen, werk of geen werk. Het klinkt aanlokkelijk. Zeker voor wie een interim of een andere snertjob heeft zonder garanties. Het is echter geen toeval dat die idee oorspronkelijk uit liberale hoek komt. Het basisinkomen zou snel uitgehold worden door prijsstijgingen, tot er niets meer over blijft. De kapitalisten zouden arbeiders nog meer als wegwerpproducten behandelen, want “men heeft toch nog een basisinkomen.” Rechtse politici zouden “harde werkers” die hoge belastingen betalen, nog meer uitspelen tegen de “basisinkomers”. Werklozen zouden niet meer bestaan, alleen nog “werkonwilligen die zich nestelen in de sociale zekerheid”.

Nog in de strijd tegen de werkloosheid, gaan stemmen op voor een wettelijk verbod op collectieve ontslagen door winstgevende bedrijven. Wij zijn voor zo’n wettelijk verbod, maar het vergt volledige toegang tot alle economische informatie door de werknemers. Het is dus onmogelijk zonder “opening van de boeken” en “opheffing van het bankgeheim”. Bovendien is het nog maar de vraag of bedrijven die wel verlies maken, maar instaan voor het inkomen van een pak arbeidersgezinnen en een hele regio, wel mogen afdanken. Wij denken dat bij iedere herstructurering, delocalisering of sluiting, nationalisatie moet overwogen worden. Schadeloosstelling moet beperkt worden tot de kleine aandeelhouders, enkel op basis van bewezen behoeften.

‘Bad Bank’, ASLK,… Of Nationalisatie van de financiële sector

De schandalige reddingsoperaties in de banksector, waarvoor wij als belastingsbetalers zullen opdraaien, hebben een debat op gang gebracht. Sommigen pleiten voor een ‘bad bank’ waarin alle rommeleffecten worden ondergebracht. Kortom, de overheid neemt alle risico’s kosteloos over. Dit schandalige voorstel zou er alleen maar toe leiden dat de speculanten nog driester tekeer gaan: “doe maar op, de overheid betaalt!”

Anderen schreeuwen voor de heroprichting van een overheidsbank. Die zou minder risico’s nemen in ruil voor een iets lager rendement. “Geef ons onze ASLK terug”, luidt het. Behalve het feit dat dit de crisis niet zou oplossen, geeft dat een verkeerd beeld van wat de ASLK ooit was. Het was een publiek eiland in een systeem waar de markt de wetten stelt. De ASLK moest mee het bad in en werd uiteindelijk opgeslorpt door de private sector. De enigen die heimwee hebben naar de ASLK zijn de fils à papa van de oude politici die de raden van bestuur van de intercommunales en overheidsinstellingen, inclusief ASLK, als een springplank gebruikten voor een lucratieve post in de private sector.

Wij zijn het voor één keer eens met professor De Grauwe en Ivan van de Cloot van Itinera als ze pleiten voor nationalisatie van de hele banksector. Wat ons betreft met schadeloosstelling uitsluitend aan de kleine aandeelhouder op basis van bewezen behoefte. Wij zijn het oneens waar ze argumenteren voor een terugverkoop aan de privé, zodra de banken gesanneerd en terug winstgevend zijn. Wij zouden integendeel deze gelegenheid aangrijpen om heel het bank en kredietwezen aaneen te rijgen in één sterke publieke instelling, onder democratische controle van de gemeenschap. In plaats van de bankdirecties te smeken om krediet te verstrekken, zou de overheid zelf de nodige publieke investeringen kunnen plannen om te beantwoorden aan de echte behoeften van de bevolking.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop