Oorlog in Gaza. Duizenden betogers in Jaffa

Kort voor de beslissing van de Israëlische regering om voorlopig haar troepen terug te trekken uit de Gazastrook, betoogden duizenden Joden en Arabieren in Jaffa. Ze protesteerden tegen het bloedbad, de belegering van Gaza, de bezetting en tegen racisme. De balans van de oorlog en het staatsterrorisme de afgelopen weken is immens: er werd meer dan 1000 ton aan explosieven ingezet. Meer dan 1300 Palestijnen kwamen om, sommigen op basis van martelwapens (zoals fosforbommen). Eén op de drie doden waren kinderen. Er vielen zowat 6.000 gewonden, waarbij velen levenslang de gevolgen ervan zullen ondervinden. Daarnaast zijn er ook de psychologische gevolgen en trauma’s naar aanleiding van de oorlog.

Door onze correspondenten

De schaal van dood en vernieling is zelfs groter dan bij de oorlog van dezelfde regering tegen de Libanese bevolking in 2006. Het gebeurde bovendien op een kortere periode in een kleiner gebied. De afgelopen drie weken kwamen meer Palestijnen om dan het totaal aantal Israëlische doden als gevolg van het Israëlisch-Palestijnse conflict sinds 2000. Er vielen meer doden dan het aantal slachtoffers van de zelfmoordaanslagen en raketaanvallen samen. Het is meer dan het aantal Israëlische doden in de eerste Libanon-oorlog (die 18 jaar duurde) en de tweede Libanon-oorlog samen.

Een intensieve angstcampagne met leugenachtige en vervalste propaganda door de Israëlische heersende elite heeft de angst voor de veiligheid onder een meerderheid van de Israëlische Joden handig misbruikt om steun te vinden voor het offensief. De projectielen die door Hamas en andere groepen werden afgevuurd vanuit de Gazastrook vormden slechts een excuus voor dit brutale bloedbad. Ze vormden wel een machtig propagandawapen in de handen van de Israëlische regering. Dat is een belangrijke reden waarom socialisten wel opkomen voor het recht op zelfverdediging van de Palestijnen, maar zich wel verzetten tegen contraproductieve methoden zoals aanvallen op de burgerbevolking.

Deze regering en de heersende partijen werden de afgelopen maanden gehaat door een meerderheid van de Israëlische Joden en zeker door de arbeiders en armen die dit als een marionettenregering van het kapitaal en de corruptie zagen. Zelfs na het door velen gesteunde bloedbad, zullen de belangrijkste heersende partijen een aantal zetels verliezen bij de komende verkiezingen.

Repressie tegen de oppositie

De militaristische propaganda ging samen met een versterking van de geïnstitutionaliseerde racistische campagne tegen de Arabieren en een sterke repressie tegen iedere oppositie tegen de oorlog, ook indien deze uitging van Israëlische Joden. Dagenlang werden honderden mensen opgepakt. De politie en de rechtbanken werden ingezet. Bij een incident stelde een politievertegenwoordiger dat het protest slecht was omdat het de “moreel van de natie” ondermijnde. Een andere rechter stelde: “We hebben genoeg vijanden van buitenaf, we hebben er geen van binnenuit nodig.” De meeste protestacties werden genegeerd of geschandaliseerd door de traditionele media.

De politie en het leger saboteerden betogingen onder valse voorwendselen, soms zelfs in een stijl die aan de maffia doet denken. Zo werden een aantal bussen met betogers die op weg waren naar een betoging in het oostelijke Negev tegen gehouden en de politie dreigde er mee dat de rijbewijzen van de chauffeurs zouden ingetrokken worden indien naar de betoging werd verder gereden. “We zullen zeggen dat je niet genoeg luchtdruk in de banden had”, stelden ze zonder een poging te doen om het dreigement te verhullen. In het westelijke deel van Negev werden zelfs protestacties met slechts enkele aanwezigen de kop ingedrukt. De regio wordt onder een vorm van militair regime geplaatst.

Op 4 januari was er een betoging in het zuiden van het land in Be’er-Sheva. De politie arresteerde de aanwezigen, waaronder een aantal studenten. Eén van de opgepakten was een Joodse vader wiens zoon als soldaat was omgekomen en die sindsdien optrad als woordvoerder van de vredesorganisatie van familieleden van omgekomen soldaten. De arrestanten werden de hele nacht vastgehouden, bij sommigen werden de handboeien niet verwijderd.

Rechtse acties om de oorlog te steunen, werden niet onderdrukt. Ook niet in de gebieden dicht bij de Gazastrook. Op 15 januari was er een bijeenkomst van Joodse en Arabische studenten in Sderot (aan de grens met Gaza). Deze bijeenkomst, waaraan ook leden van het CWI deelnamen, werd verboden en er werd besloten om op de campus op een plein te gaan zitten om er te discussiëren. Enkele minuten later verschenen voorstanders van de oorlog die met Israëlische vlaggen rondliepen en ons allerhande slogans en verwijten toeriepen. Dat protest werd niet verboden.

Uitsluiting van Arabische partijen

Op 12 januari besloot de Verkiezingscommissie dat de Arabische nationalistische partijen niet mogen deelnemen aan de komende verkiezingen. De ultra-nationalistische sfeer onder de Israëlische-Joden werd gebruikt om de onderdrukking van de Israëlische Palestijnen verder op te drijven. Het centrale argument om de partij Balad niet te laten deelnemen, was het feit dat deze partij oproept voor een “staat voor al haar burgers” en niet voor een “Joodse staat”…

Eén van deze partijen mocht ook in 2003 al niet opkomen, maar toen werd die beslissing vernietigd door het Hooggerechtshof. Nu kan het mogelijk opnieuw zo ver komen, maar alleszins zal een uitsluiting van de Arabische partijen enkel leiden tot meer revolte. Dat is net wat de heersende elite vreest. Het is echter niet uitgesloten dat de rechters bij het verbod zullen blijven. De traditionele partijen beginnen intussen ook campagne te voeren voor een vorm van militaire of burgerlijke dienst voor de Palestijnse inwoners van Israël om zo hun “loyaliteit” aan het land te tonen. Wij verzetten ons daartegen. De extreem-rechtse partij van Libermann dreigt er ook mee om na de verkiezingen over te gaan tot een volledig verbod van de Arabische partijen en van een verplichting voor iedere inwoner van Israël om trouw te zweren aan het land.

Dat is niet nieuw in de zogenaamde “democratie” in Israël. De Palestijnen die na 1948 in Israël bleven, werden tot 1966 onder een hard militair bewind gehouden. Er waren steeds discriminerende regels en wetten, sommige van die maatregelen werden overigens ook in een zachtere variant toegepast op Israëlische-Joden die niet van Europese origine waren.

Joden en Arabieren tegen de oorlog

De escalatie van de bombardementen voor het weekend was een voorloper van de poging om het overwinningsimago van de regering te versterken om nadien de oorlog te stoppen. Op zaterdagavond werd in Jaffa een protestbetoging gehouden waarbij de nadruk lag op de noodzaak van een brede beweging tegen het militarisme, de bezetting en racisme. Er waren meer dan 3000 aanwezigen.

Omringd door een sterke politiemacht die over paarden en helikopters beschikte, trokken Joden en Arabieren op straat met slogans tegen de oorlog en voor een strijd tegen diegenen die verantwoordelijk zijn voor het bloedbad en tegen hun systeem. De betoging was luidruchtig, er waren veel spandoeken, rode vlaggen en ook enkele Palestijnse vlaggen.

Wij namen deel aan de betoging met een delegatie die bestond uit Arabieren en Joden, arbeiders en studenten. Op ons spandoek stond er: “Joden en Arabieren, weiger om vijanden te zijn. Stop de oorlog.” Samen met ons betoogde er een groep studenten uit Negev met als centrale slogan: “Studenten uit het zuiden strijden voor vrede.” We riepen slogans in het Hebreeuws en het Arabisch waarin we nadruk legden op de noodzaak van strijd.

Vlak voor ons liep er een kleine groep van “Strijders voor vrede” (van voormalige soldaten) en ook een groot blok van Hadash (een frontgroep van de communistische partij). Er waren ook blokken van groepen als de Islamitische Beweging, groepen van inwoners uit Jaffa, een aantal van de partijen die niet mogen deelnemen aan de verkiezingen, anarchisten,…

Breekbare wapenstilstand

De aankondiging van de regering van een eenzijdige wapenstilstand kwam kort nadien. Het cynisme bereikte een nieuw hoogtepunt toen de regering (met de steun van de imperialistische machten) aan Hamas “verbood” om de Gazastrook herop te bouwen. Er kan veel kritiek worden gegeven op Hamas, maar de poging van het Israëlische regime om Hamas verantwoordelijk te stellen voor het bloedbad is toch wel erg cynisch. De Israëlische regering kondigde overigens ook al aan dat de kost van de operatie zal betaald worden door nog meer besparingen op de begroting.

De dag na de wapenstilstand werd een noodziekenhuis opgezet aan de grens van Erez om aan de wereld te tonen dat er wel degelijk iets wordt gedaan voor de bevolking van Gaza. De 29-jarige Jum’a, een inwoner van Gaza, vertelde ons: “Deze oorlog is enkel in het belang van de Israëlische politieke partijen onder leiding van Barak, Olmert en Livni die hun politieke belangen willen verdedigen ten koste van de Palestijnse bevolking. Ze willen bewijzen dat ze gewonnen hebben, maar ze hebben nog niets gewonnen. Ze hebben er enkel voor gezorgd dat Palestijnse jongeren die voor het offensief ingingen tegen het idee om Israëli’s aan te pakken, nu nog kwader zullen zijn en niet zullen vergeten wie er verantwoordelijk is voor de moord op familieleden of kennissen.”

De Israëlische heersende klasse probeert propaganda te voeren rond het idee van een grote overwinning, om zo de eigen militaristische agenda en nieuwe offensieven voor te bereiden. Het feit dat de heersende klasse niet in staat is om een oplossing te bieden voor het Israëlisch-Palestijnse conflict en de veiligheidsproblemen die daaruit voortkomen, zal steeds meer Israëlische Joden op zoek laten gaan naar een alternatieve politieke weg om hun doelstellingen te bereiken. Diegenen die verantwoordelijk zijn voor de uitbuiting, zullen niet plots onze belangen gaan verdedigen. De komende jaren kunnen we nog meer horror en bloedbaden verwachten. We zullen ons moeten organiseren om daartegen in te gaan. Dat moet beginnen met een breder verzet tegen de bezetting en de oorlog. De meeste Israëlische Joden zijn geen ideologische aanhangers van de bezetting en de kolonies, ze willen een blijvende vrede. Vandaag staan velen van hen onder invloed van populistische rechtse partijen die de haat tegenover de elite gebruiken om zelf te scoren. Tegelijk zullen velen echter ook beginnen met zich te organiseren en de heropbouw van een sterke arbeidersbeweging met een socialistische organisatie centraal stellen om een einde te maken aan deze brutale realiteit.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop